{u}{b}100 km van Diever – 16 april 2005{eu}{eb}
Op 16 april staat voor de 2e keer de 100 km van Diever op het programma. Een wedstrijd over 20 rondes van 5 km. Persoonlijk heb ik nul komma nul met rondes maar in Diever ligt me dit om de één of andere manier beter dan bij overige ronde wedstrijden.
’s Morgens 08.00 uur klinkt het startschot maar eerst wordt verteld dat het parcours nauwkeurig is opgemeten waarbij de afstand officieel gemeten is.
Voor aanvang voel ik een kleine Texel-reünie bij me opkomen, Simon, Sjoerd en Ubel zijn ook van de partij vandaag. Daarnaast valt het me op dat er redelijk wat deelnemers aan de 100 zijn. Het is een internationale happening: Belgen, Duitsers en zelfs een Engelsman.
Vandaag ga ik weg met de volgende tactiek: de eerste 50 km in 4 uur en 30 minuten en de laatste 50 km in 4 uur 59 minuten en 59 secondes. Een insider leest waar alles om te doen staat, me kwalificeren voor de 120 van Texel in 2007. In eerste instantie wil ik proberen onder de 10 uur te finishen maar m’n zelfvertrouwen is toegenomen. (Martien je hebt er zeker een steentje aan bijgedragen!, nogmaals dank).
Na het startschot ga ik samen met Sjoerd van poleposition weg. Goh een keer wat anders dan het gros van het peloton voor je te zien lopen. Ik ga toch niet naast mijn schoenen lopen? Het voelt goed. Hermy Heymann komt na een 3-tal kilometers ons vergezellen. Tot mijn verbazing zie ik dat ik niet de enige ben met een zwembandje om mijn middel, wat een geruststelling. Theo Cloosterman er is nog hoop voor ons! Alles komt goed. Twee Duitsers, Peter Wasser en een Duitse topper waarvan ik de naam niet ken passeren ons. Inmiddels heeft Hermy ook licht versneld maar Sjoerd en ik laten hem gaan. Nadat de Duitsers ons inhalen gaat Sjoerd er achter aan maar ik laat ze gaan. Sjoerd sluit bij Hermy aan en ik loop op zo’n 50 meter. Aangezien de eerste ronde in 24’54” afgelegd wordt is mijn tempo eigenlijk te hard. Regelmatig hoor ik opmerkingen van overige 100 km lopers “blaas je niet op”, “verdeel je krachten” maar ik wil vandaag knallen, er voor gaan. Ik moet regelmatig aan Ron denken “80% mentaal” nou zo ervaar ik het ook. Gewoon doen en als je er klaar voor bent niet teveel gaan beredeneren, zoiets van de dood of de gladiolen.
De 10 km passeer ik in 50’13”. Mijn maag gaat een beetje maf reageren, het wil een grote boodschap ergens achter laten. Nou dan maar gelijk na doorkomst van de 2e ronde. Bij doorkomst van de 2e ronde wordt ik aangekondigd als Theo Cloosterman. Kijken ze dan alleen maar naar zwembanden? Volgens mij is de organisatie jaloers. Vanaf de derde ronde loop ik alleen. Achteraf heb ik Sjoerd zo’n 8 uur van de achterkant bekeken, wat een taaie rakker zeg. Ik krijg niet de kans veel dichterbij te komen alhoewel één keer was de afstand beperkt tot zo’n kleine 100 meter maar het zal bij ongeveer 300 meter verschil blijven. In het derde rondje ga ik de eerste lopers een rondje lappen wat me een kick geeft. Jos loopt zijn 24-uur tempo en begrijpt er helemaal niets van.
In trance passeer ik meerdere lopers en zeg kort “hoi” tegen meerdere lopers/loopsters. De verzorgingspost is op een prima punt neergezet, een paar honderd meter voor het einde van elke ronde. Nou en daar is ook tegelijkertijd de minst comfortabele ondergrond van de 100 te verwachten. Een zand/graspad met vervelende stenen, afsluitend met klinkers. De speaker begroet ons enthousiast wat je weer een kick geeft voor de volgende ronde. Inmiddels zijn de 50 km lopers ook gestart, het wordt dus drukker wat prettig is omdat je nu niet echt meer het gevoel hebt alleen te lopen. Na 50 km passeer ik in 4 uur en 20 minuten (een p.r.). Eigenlijk 10 minuten te hard volgens mijn “plan de tactiek” maar laat maar gaan. Ik besluit het tempo iets terug te brengen omdat een 100 km nog een relatief nieuwe afstand voor me is. Vandaag is het de vierde 100 voor me. Ik besluit de rondes richting de 27 tot 28 minuten te lopen wat prima lukt. Op het 55 km punt roep ik Theo de Jong toe dat een streeftijd onder de 10 uur er vandaag voor hem ook inzit. Hij passeert de 50 km in 4 uur en 47 minuten. De 60 km passeer ik in 5 uur en 15 minuten. Wat me bij de verversingspost opvalt dat de bananenschijfjes steeds kleiner worden dan maar meer graaien. Inmiddels ben ik Vincent een aantal keren tegemoet gelopen, hij geeft me welgemeende complimenten, dank je.
Het volgende rondje staat Vincent sip aan de kant, zijn achillespees laat hem in de steek. Doodzonde omdat hij zo graag wil maar helaas blijkt maar weer dat geest en lichaam één moeten zijn. Na 70 km haal ik, verrek, Peter Wasser (p.r. van een kleine 8 1/2 uur op de 100) in, ik krijg kippenvel. Gewoon doorgaan. Tussen de 60 en 70 km loop ik de 10 km in 57’30” prima en op het 75 km punt staat Theo de Jong aan de kant in zijn dagelijkse kleding. “Wat is er?” vraag ik Theo. Zijn knie voelt niet goed. Wat jammer maar die 10 uur grens gaat je binnenkort lukken, we gaan toch zeker weten in 2007 starten op de 120 in Texel!!!
De marathonlopers doen nu ook mee. Goed dat de organisatie werkt met een chip want anders was het tellen misschien wel problematisch geworden. De Duitse koploper heeft me inmiddels 2 rondes gelapt. Hij zou uiteindelijk finishen in 7 uur 59 minuten. Wat blijkt achteraf, hij ziet Diever als een training en heeft, de afgelopen week inclusief vandaag, 230 trainingskilometers gemaakt. Jemig. De laatste 20 km gaan een drietal toeschouwers klappen. Wat gaan we doen, mijn plezier vergallen? Schiet op! Als je zover in de wedstrijd zit en je vermoeidheid grotere proporties aannemen dan wil je maar één ding aan je kop: RUST! De vraag die me afgelopen week regelmatig gesteld werd: “Henk ben je nog in Rotterdam geweest?” Alsjeblieft zeg, volgend jaar doe ik de week na de Rotterdam-marathon een t-shirt aan met de opdruk “ik ben niet in Rotterdam geweest”. Ik heb de marathon deels op tv. gekeken maar met het geluid uit. Dezelfde ervaring overkam me eens in Winschoten. Ik liep de marathon maar wist tegelijkertijd, een 100 km in Winschoten, brrr.
Na 85 km begin ik te beseffen dat 9 uur en 15 minuten een reële optie is als finishtijd maar je weet niet wat je tegenkomt in de laatste 15 km. Niet denken maar gewoon die benen hun werk laten doen. De laatste ronde is een feest van opluchting, deze ronde leg ik af in 29’19” en finish uiteindelijk in 9 uur 12 minuten en 37 secondes op de vierde plaats. Beseffen wat ik qua sportieve prestatie heb neergezet lukt me nog niet echt maar als ik kijk naar onderstaande progressie op de 100 km tijden is mijn gepaste trots mijn p.r. met één uur en 13 minuten aan te scherpen toch niet misplaatst?
{u}{b}100 km tijden:{eu}{eb}
{fixed}
10-05-03 Stige Denemarken 10 uur en 47 minuten
20-06-03 Nacht van Vlaanderen 12 uur en 58 minuten
01-05-04 de 100 van Diever 10 uur en 25 minuten
16-04-05 de 100 van Diever 9 uur en 12 minuten
{efixed}
Wat ik besef, dat schema’s voor sommige/meeste lopers/loopsters zinvol is maar niet voor mij is
weggelegd. Gewoon doen wat je gevoel aangeeft. Wetenschappelijk klopt er weinig van maar kan de wetenschap ook het mentale aspect verklaren? Mijn gedachten gingen tijdens Diever naar de presentatie over de Spartathlon waarvan ik een klein gedeelte van meemaakte. Koos vertelde keurig zijn verhaal maar werd onderbroken door Ron die quasi nonchalant tussen neus en lippen wat roept over het mentale aspect, verwijzend naar zijn aanwezig vriend die deze loop reeds voltooid heeft. Precies. Wanneer lopers zeggen dat ze te weinig kilometers hebben gemaakt, dan moet ik wel lachen omdat we toch met zijn allen eerder teveel dan te weinig doen.
Daarnaast wil ik me niet in de discussies mengen over bondscoaches, toegevoegde waarde van nieuwsberichten maar laten we beseffen dat iedereen op zijn/haar manier wat betekent voor de ultra-wereld. Probeer eerst in je eigen spiegel te kijken. Het hardlopen, ultralopen, is niet uitgevonden voor gekissebis. Ik noem het op mijn werk regelmatig “moeilijk doen”. Waarom leven we niet makkelijker? Laten we in onze eigen spiegel kijken. Oor- en veroordelen is relatief éénvoudig maar wat ik tevens bij mijn werkgever ervaar dat communicatie via mail een middel is maar of het de meest ideale is? Ik heb mijn twijfels. Laten dé mensen op ultra-gebied eens een meeting organiseren, bijvoorbeeld na Winschoten en alles als volwassen mensen uitspreken. Stel je toch voor dat we geen Ultraned meer zouden hebben, nou dat wil toch niemand! Martien en Ton zijn gewoon prima mannen, we kunnen toch ook niet zonder hen. De discussie op topniveau gaat grotendeels langs me heen omdat ik geen kenner ben. Wat ik wel besef is dat er misschien een kleine 300 ultra-lopers in Nederland zijn en dat het een gekkenhuis wordt wanneer ieder individu zijn/haar mening verkondigt. In het voetbalwereldje roepen ze dat iedere Nederlander iets van bondscoach in zich heeft, laten we dat idee a.u.b. niet krijgen in het ultra-wereldje. Texel en Diever doen me maar eens beseffen waar het omgaat, de meeste pure vorm van voortbewegen: hardlopen in al zijn éénvoud. Eén met jezelf, met de omgeving. Niet het vermoeiende van mensen (soms klappende) die overal een mening over schijnen te moeten hebben (inclusief ikzelf).
een ultra-groet,
Henk Harenberg