“Dat is toch geen hardlopen meer”, zei een nogal dikke man op een fiets toen ik met veel moeite aan mijn laatste ronde begon. Nee, het leek niet meer op hardlopen.
Het was 16 juli, acht uur ’s avonds, in marathoncity Diever. De midzomeravondmarathon. Vorig jaar maar een halve vanwege heftig onweer, nu prima omstandigheden.
Vorige week in Almere ging het goed, dus vol goede moed ging ik van start. Eerste rondje met Gerry Visser, weer eens gezellig kletsend. Dan, omdat het lekker ging het tweede rondje wat sneller. Niet eens zo snel, ik denk zo’n 5:30 per km. Valt dus wel mee, zou je zeggen. Nee dus, dat viel gewoon zwaar tegen. Na dat tweede rondje was het op, ik had gewoon geen snelheid meer. Moe en leeg leek mijn lijf. Het derde rondje rustig aan, misschien herstel ik nog een beetje. Ook dat niet. Het tweede rondje had me gebroken. Ik word er moedeloos van. Vier maanden terug marathons van 3:25, 3:28, 3:30 en zeker niet de makkelijkste. En nu? Ik ben blij als ik binnen de vier uur finish. In Diever dus niet. Ruim 4 uur en een kwartier. Dat is dus niets. Het was mijn langzaamste marathon.
Morgen naar de dokter, bloed prikken. Enkele dagen daarna naar de sportarts. Er is iets niet goed.
En toch zien ze me over drie weken weer in Diever. En gek genoeg verheug ik me er al weer op. Want, wie weet, misschien gaat het dan weer wat beter.
{i}Theo de Jong
P.s. Overigens net de uitslagen van Oostenrijk gezien (tenminste die na 23:40 uur). Geweldig wat Janneke daar presteert. Hartstikke goed.{ei}