“Ik had het gehaald! Mijn eerste Vijftig, in 4 uur en 47 minuten.”

Mark de Boer onder de 5 uur in Rondje Voorne.

Vorige week vroeg ik mij het op deze plek nog af of nostalgie een goede drijfveer is voor een debuut op de 50 kilometer. Nu, enkele uren na het Rondje Voorne weet ik het nog steeds niet. De start was vanmorgen op de Markt in Brielle, het mooie vestingstadje waar ooit de Geuzen aan de poort stonden te rammelen. De eerste kilometers liepen langs het Brielse Meer naar Zwartewaal. Daar ook de eerste drankpost. De verzorging stond rond elke vijf kilometer in één van de dorpjes. Wat water, sportdrank, soms banaan en koek. De vrijwilligers van Voorne Atletiek hadden duidelijk hun best gedaan. Op de vele kruispunten werd iedereen veilig begeleid.
Na Zwartewaal en Heenvliet liep de route over het fietspad langs oever van de Bernisse tot aan de oude trambaan. Daar werd het fietspad van Zuidland tot aan Oudenhoorn gevolgd. Op het fietspad kwam ik te lopen met Prisca Vis en Simon Pols. Rob Bekker, triatleet uit Zwartewaal, was al bij mij komen lopen langs de Bernisse. Zo kwamen we dus als viertal langs de Farm Frites fabriek uit bij het Haringvliet. Op dat fietspad heb ik eind jaren tachtig honderden loopkilometers weggesleten. Nadat we het Voornse kanaal overstaken kwamen we bij de haven van Hellevoetsluis. Het 25 km punt kwamen we door in 2 uur 13. Bij de vuurtoren stonden mijn moeder en mijn jongste fans, mijn twee kinderen. Fanatiek moedigden ze mij en mijn vrouw, die mij op de fiets begeleidde, aan. Langs het natuurgebied ‘t Weergors met z’n honderden ganzen liep Simon Pols bij ons weg. Bij het dertig km-punt moesten we Rob Bekker achterlaten, gezamenlijk liepen Prisca en ik het strand op. Het eerste en laatste deel van het 10 km lange stuk strand was moeizaam te belopen maar het tussenstuk was goed te doen. Langs zandkastelen, badgasten en kitesurfers kwamen we aan het einde van het autostrand. Daar, zo rond het marathonpunt (3 uur 54) begon voor mij een erg slecht stuk. Ik was er in het begin al bang voor. De temperatuur steeg tot ruim boven de twintig graden. En dan is het stuk door de duinen tot aan Hotel van Marion geen pretje. Ik ben al niet zo’n warm weer loper. Ondanks alle steun, aanmoedigingen en zelfs wachten van Prisca moest ik haar toch laten gaan. Rondom het 45 km punt een stukje gewandeld. Even bijkomen. De cola die bedoeld was voor na het lopen maar deels opgedronken. Al het water begon mij steeds meer tegen te staan. En dan komt het moment dat je weer moet gaan lopen. Een moeizame mentale drempel. Prisca had het nog gezegd, met rustig hardlopen ga je altijd nog een paar minuten sneller dan met wandelen. Alle moed weer bij elkaar geraapt en voetje voor voetje weer gaan lopen. Op de Hoonaardweg kwam ook Rob Bekker mij weer voorbij, al was daar ook het beste wel van af. Maar met het langzame tempo van rond de tien per uur kwam de Brielse Dom, die het zicht van de omgeving beheerst, steeds dichterbij. Ondertussen waren er wat vrienden uit de omgeving al fietsend met mij mee gekomen. Het laatste stukje via de Stadspoort en de finish op het Wellerondom konden natuurlijk niet meer stuk. Ik had het gehaald! Mijn eerste Vijftig, in 4 uur en 47 minuten. Elfde van de 29 gefinishte lopers. Guus van Veen uit Wassenaar was eerste, in 3 uur 59, Simon vijfde in 4:32, Prisca zesde in 4:40 en Rob negende in 4:43.

Mark de Boer

p.s. Prisca, bedankt voor alle steun!