Met kippenvel op mijn armen, probeer ik me wat te warmen door wat heen en weer te dribbelen. Boven mij en nog zo’n 120 andere lopers torent hoog de Big Ben uit. Het is 5 voor 7 ’s ochtends.
Het kippenvel wordt veroorzaakt door de ochtendkilte, maar ook door het feit dat ik meedoe aan deze historische wedstrijd in Zuid-Engeland. Al vele jaren stond dat op mijn ‘lijstje’ en nu is het eindelijk zover.
Van de lopers om me heen zijn er opvallend veel gekleed in club-tenue en ze zien er tanig en fit uit. De voertaal is hier Engels, waardoor je zou kunnen vergeten dat er veel niet-Britten aan de start staan, en dan vooral Zuid-Afrikanen. Als sinds de eerste edities van deze loop zijn ze erbij geweest, komend uit het land van die andere historische loop over ca. 50 mijl: de Comrades Marathon.
De lopers werpen af en toe een blik omhoog, naar de wijzerplaten van de Big Ben, en op de eerste klokslag is het zover. Zonder toespraak, startschot en meer als een groep trimmers op de zondagochtend zijn we weg. Uit een enkele mond klinkt zachtjes ‘Yeah’.
De route loopt vandaag 1 richting op, zuidwaarts op de oude weg naar Brighton. Er wordt verplicht aan de linkerzijde van de weg gelopen, iets waar ik al weken bewust voor train. 50 Mijl scheef lopen vergt oefening.
Zelfs op zondagochtend is het verkeer in Londen druk, het zal een voorproefje zijn voor de rest van de dag. De organisatie heeft iedere 5 mijl een verzorgingspost ingericht, waar zeer enthousiaste vrijwilligers je ondersteunen, echter met niet meer dan water en/of energiedrank. Gelukkig is Monique weer mee, mijn steun en toeverlaat, ditmaal op de fiets, energiedrank en repen achterop.
Het weer is perfect weer, een waterig zonnetje en lichte tegenwind. Het parcours is golvend tot heuvelachtig, en voert de eerste 20 mijl door Londen en voorsteden. Het drukke verkeer zorgt voor een constante wolk van uitlaatgassen, lawaai en af en toe een benauwd moment als je weer eens op hoge snelheid wordt gepasseerd. De auto’s komen uit je rug vandaag, ik kan er niet aan wennen.
De hele wedstrijd ademt een typisch Britse sfeer, zelfs de aanmoedigingen. Steevast klinkt het zeer beleefd ‘Well done’, of later van medelopers als je ze passeert ‘Good effort’. De omgang is zelfs voor een ultrawedstrijd opvallend vriendelijk. Veel wordt er niet ingehaald trouwens, zelfs op het einde niet. Het viel ook te verwachten, inschrijvingen moeten gepaard gaan met het behalen van een kwalificatienorm en onderweg is er elke 5 mijl een tijdslimiet. Voor de hele wedstrijd is die 9u50. Voor langzamere lopers is er geen genade.
Na 20 mijl draaien we de bebouwing uit en een steile heuvel op. Ik haal opgelucht adem en verwacht eigenlijk dat de rest van de wedstrijd op rustiger wegen zal worden afgelegd, maar al na een paar kilometer zitten we weer in de drukte. Slechts een kilometer of 8 lopen we in totaal niet langs het drukke verkeer. Ik vraag me af wat de Zuid-Afrikanen hier van denken. Zouden ze dit geweten hebben, de halve wereld overreizend om hier langs de provinciale weg te zwoegen. Een klein deelnemersveld, nauwelijks publiek en al helemaal geen publiciteit. Historie, dat wel, het heeft mij ook hierheen gelokt.
Inmiddels doen de opeenvolgende heuvels hun werk, en het tempo wordt wat gedrukt. Mijn bovenbenen vertellen me steeds op de ‘vlakke’ stukken of het licht omhoog of omlaag gaat. Maar ik loop te genieten, denkend aan al die grote lopers die hier geweest zijn, Ritchie, Woodward, Corbitt en natuurlijk Arthur Newton. Hoe was het in hun tijd? Dromend lopen, tot een langsrazende auto je weer wakker schudt.
Het gerucht gaat al enkele jaren dat de klassieker London – Brighton voor de laatste keer zal worden gehouden. Het blijkt vooralsnog steeds loos alarm, maar verzekeringen, voldoende vrijwilligers en strengere eisen van de politie zorgen voor steeds grotere problemen. (Het aantal vrijwilligers is enorm, op vele kruispunten regelen ze het verkeer, totaal moeten er naar schatting zo’n 200 zijn). In 2004 hing het doorgaan daadwerkelijk aan een zijden draadje, toen een nieuwe hoofdorganisator zich 3 weken voor de race terugtrok, en Ian Champion in die korte tijd wederom alles zelf moest regelen. Ian toonde zich dit jaar erg somber over de toekomst van de wedstrijd, en het lijkt welhaast onvermijdelijk dat binnen enkele jaren het doek zal vallen.
Tot aan 45 mijl loop ik verrassend makkelijk en in gedachten zie ik de finish al. Eerst nog de pittigste heuvel van de dag, Dichtling Deacon (Heartbreak Hill). Een kilometer lang gaat het zeer steil omhoog. Ik slaag erin rustig te blijven hardlopen en haal enkele lopers in die wandelen. Als de top van de heuvel in zicht is, zie ik plots in de verte de zee liggen. Deze heuvel steekt ver boven de rest van de omgeving uit en het zicht is schitterend. Helaas lijkt het er op dat ik me heb geforceerd bij de beklimming, want ik wordt overvallen door een enorme misselijkheid. De komende 2 mijl bevind ik me dan ook meer overgevend in de berm, dan hardlopend op de weg. Als de ergste misselijkheid wegtrekt, blijf ik me duizelig en zwakjes voelen en ik moet mezelf dwingen weer op weg te gaan. Pas in de afdaling komt de vaart er weer wat in. Passerende lopers murmelen steevast enkele bemoedigende woorden.
Volgens zeggen moet het nu een lange afdaling zijn tot aan de finish, maar toch verschijnt er wederom een flinke klim. Zo dicht bij de eindstreep is mijn moraal echter niet meer te breken en ik ploeter verder. Eenmaal in de bebouwing van Brighton is het einde al sneller dan verwacht daar en ik loop door het klassieke finishpoortje met een grote glimlach in 8u58. De speaker probeert vergeefs mijn naam correct uit te spreken, en voegt toe (hoe kan het ook anders) ‘Well done!’.
Ook hier is de organisatie weer vlekkeloos. Een taxibusje rijdt me naar de sporthal. Na een warme douche en het onderlinge napraten over de wedstrijd, volgt de prijsuitreiking. De grote Arthur Newton Cup is voor de Zuid-Afrikaanse winnaar Johannes Oosthuizen (5u50m). Er volgt een hele reeks aan prijzen, in soms bizarre categorieën. De meeste zijn wisseltrofeeën. De sfeer is gemoedelijk en zelfs Ian Champion komt wat los. Ik sta nog wat met hem na te praten en hij vertelt enthousiast over het boek dat hij wil uitgeven over de complete historie van London-Brighton.
Hierna is voor de terugreis naar London een bus geregeld, waarin menig loper de ogen niet kan openhouden. ’s Avonds in het hotel val ik direct in slaap, om bij het opstaan verrast te constateren dat ik nauwelijks stijve benen heb. Dat moet wel komen door de helende werking van die heerlijke ‘pints’ bij de prijsuitreiking.
Terugkijkend is het een wedstrijd met veel gezichten. De prachtige historie en de uitstekende organisatie. Ik heb een fijne wedstrijd gelopen en het weer was prima. Maar ook: een afschuwelijk parcours, de uitlaatgassen, het lawaai, de vele stoepjes, het steeds links op de bolle weg lopen. Ik heb genoten, maar denk niet dat ik hier nogmaals zal lopen. Wie weet is dat ook niet mogelijk, want het einde van deze bijzondere wedstrijd lijkt eerder een kwestie van ‘wanneer’ dan van ‘of’……….
(Uitslagen van alle jaren, foto’s en informatie op: http://www.roadrunnersclub.org.uk/ )
Thijs Roest
e-mail info provider massage-praktijk.nl