{b}Theo Cl, Regina, Jos H en ik hadden op 26 november Zwolle al moeten laten schieten vanwege de barre weersomstandigheden. Hoe dichter we bij 30 december kwamen, hoe onheilspellender de weersvooruitzichten. Zou ook Epe roet in ons lopers eten gooien. De gemiddelde temperatuur loopt momenteel omhoog, zeggen de deskundigen. Maar het wintert nog steeds behoorlijk in Nederland, althans op dagen dat er een loopevenement georganiseerd wordt. Jos vond autorijden te gevaarlijk en haakte af. Wij redeneerden dat er zich op de heenweg geen obstakels zouden voordoen en dat 6 uur lopen op de baan ook moet lukken. Rest nog de terugreis, maar dat is van latere zorg. Ons doel, lekker 6 uur lang lopen, is dan al bereikt, en daar gaat het toch om in onze sport.{eb}
Om 1 uur staan er toch nog 35 ultralopers aan de start, waarvan velen uit Duitsland afkomstig. Hoe hij heet weet ik niet, maar een Duitser, hij heeft een baard, en afkomstig uit Stuttgart. Dat is 700 km rijden, hij heeft vannacht in de auto geslapen en ontzettend kou geleden, vertelde hij me. De mooie baan is sneeuwvrij en niet glad. We lopen in de 4e baan en ik dacht dat de microfonist zei dat de lengte 431 meter is. Als je in je kennissenkring zegt dat je 6 uur lang gaat lopen op een baan, verklaren ze je voor gek. Saai, eentonig, geestdodend, weinig inspirerend, je wordt er depressief van, en nog meer van die oppeppende prietpraat. Ik vind het prachtig, verzorging geen probleem, geen obstakels in de vorm van klimmen of door de modder ploeteren. Anderen lopen jou voorbij, jij weer anderen, en effen wat kletspraat uitwisselen heeft toch ook zijn charme. De snelle jongens zoals Karl Graf zie je in mooie stijl regelmatig voorbijlopen. Je ziet de toppers passeren, heel anders dan in een gewone wedstrijd. Henri Thunnissen had een andere visie. ‘Vind jij dit een fijn parcours, rondjes draaien? Geef mij maar Texel en andere wedstrijden waar ze één ronde hebben’. ‘Afwisseling, dat maakt ons lopen zo gevarieerd, ieder parcours heeft zijn eigen aantrekkelijkheid’, antwoord ik hem. Ik vind het mooi als ik Ineke Scheffer zie lopen, traditioneel het hoofdje naar beneden, maar wel een heel vlak tempo draaiend, zowel in het eerste als laatste uur. Dat moet ik nog leren.
Ieder uur worden we van de laatste stand in de wedstrijd op de hoogte gehouden, de tot nog toe gelopen kilometers worden medegedeeld. Goede service. Om het half uur ga ik drinken. In het begin zijn er nog sultana’s en stukjes banaan. Na 2 uur zijn ze op en worden niet aangevuld. Je kunt immers niet alles hebben voor een inschrijfprijs van 5 euro. Meestal ben ik na 2 uur wel warmgedraaid, maar vandaag duurt het langer. Het kan de kou zijn, maar ik heb nog wel een pet met oorkleppen op. Het is vandaag mijn eerste ultra sinds Texel, dit vanwege de achillespees misère. Daarom vind ik vandaag 50 km al heel wat. In het 3e uur begint mijn motor pas goed rond te draaien. Het gaat beter en ik kan versnellen tot boven de 10 km per uur. Velen stappen na de marathonafstand uit. Het laatste uur krijgen we weliswaar life muziek door een blaasorkest. De top 2000, waar we de hele middag van genoten hebben, is ook al zo’n sympathieke geste naar de lopers toe. Af en toe lekker hard meezingen, doet ook de beentjes sneller voortbewegen. In het laatste half uur begint het licht te sneeuwen. Gelukkig is het geen belemmering voor de wedstrijd. Ik loop 57,663 km bij elkaar en ben hier zeer tevreden mee. Ik sta nog wel 9e in het algemeen klassement, maar wel dankzij de uitvallers.
We zijn vrij snel na de wedstrijd weggegaan omdat we nog 150 km naar het Zuiden moeten rijden. Theo, die sinds een paar maanden een splinternieuwe auto heeft, moet behalve deze auto, ook Regina en mij veilig thuisbrengen. Dat lukt uitstekend, hoewel we onderweg nogal eens politie en sleepbedrijven hebben zien werken. Soms lijkt het wel of je de A50 geheel tot eigen bezit hebt. Geen enkele koplamp te zien, alleen van je eigen auto. De snelheid ligt tussen de 40 en 60 km per uur. We rijden over knisperende sneeuw die in Eindhoven overgaat in ijzel. De wegen zijn er spekglad. Dikwijls rijden we achter zoutwagens, die zijn er zat. Uiteindelijk zijn we half twaalf thuis. En natuurlijk hebben we geen moment spijt dat we gegaan zijn, immers het is een prachtige sportdag geworden. Thuiskomen doe je allicht, ook al is het een dagje later.
Vincent Schoenmakers