{b}Zo, ze vroegen mij om een verslag te typen … maar waar moet je beginnen.
Nou ik begin maar te vertellen dat ik wel ‘ns een keertje een ultraloop wilde lopen. Mijn loopmaatjes hadden een mooie voor mij uitgezocht: “De 6 uur van Zolder”.{eb}
Op een marathon lopen we normaal rond de 4 uur. Om dan nog eens 2 uur langer te moeten lopen, dat is wel heel lang. Onder het motto: we proberen het gewoon zijn we toch maar mee gegaan. Belangrijk is wie meegaat, want je moet toch 6 uur bezig blijven en als het even kan niet alleen. Tja…alleen ben je nooit maar ik heb iemand nodig die mij wat tempert. Als je te hard vertrekt, hou je dit geen 6 uur vol. Zo gezegd zo gedaan.
‘s Morgens vroeg komt Leike om half 10 al met zijn auto aangereden. Snel wordt alles ingeladen inclusief spandoek. Op het spandoek kom ik seffens nog op terug. Zoals gebruikelijk wordt weer teveel meegenomen maar je weet maar nooit als het soms gaat regenen of sneeuwen. Ook wat drinken en eten mag niet ontbreken; je zult ondertussen honger krijgen van al dat lopen..hi.hi… Opa en Oma waren ook al gearriveerd, die mochten die dag babysitten (tienersitten). Om 10.00 uur rijden we het circuit in Zolder op. Ondertussen beginnen we steeds meer na te denken over waar we aan begonnen zijn. Helaas voor ons had de weerman een juiste voorspelling voor de dag gemaakt: het begon te regenen. We waren zoals gebruikelijk met een gezellig groepje ultra mannen en 1 vrouw. Omdat mijn langste afstand de Marathon is, 42,195 km, kon ik me nog niet bij dit groepje tellen.
Die ene vrouw was natuurlijk Susanne Maes. Het groepje mannen begint ondertussen al heel wat groter te worden: Leike, Jaques, Ghislain en Micha. Pierre en Patje maken ook hun debuut op deze eerste 6 uur van Zolder. Bijna zoals gewoonlijk waren er weer de andere bekenden om ons aan te moedigen: Raymond en Liliane Bosman, Ronny Smeets, Lea, de dochter van Pierre kwam ook nog haar vader aanmoedigen….en nog verschillende anderen. De sfeer zat er in, maar eerst de nummers afhalen binnen in de kantine, heerlijk warm was het daar terwijl het buiten maar steeds harder ging regenen. De echte loper laat zich niet door een beetje regen tegenhouden. Om ons niet te laten kennen, moesten we ook de regen trotseren. Gezellig toch lopen vooral als het heel lang lopen is.
Weer terug naar de kantine, snel bonnetjes halen voor onze eerste koffie, die hadden we dan alvast gehad. Onderweg zou hier geen tijd voor zijn. Na de nummers opgespeld te hebben en de koffie gedronken, was het tijd voor de gebruikelijke groepsfoto, nu we nog fris waren. Alleen, het fototoestel waren we vergeten. Bij de rondvraag bleek dat alleen Micha een fotoapparaat bij had. Maar dat was niet echt de bedoeling. Micha was die dag “het feestkonijn” zullen we maar zeggen. Niet dat hij het zelf wist, maar toch voor ons wel. Ander item wat niet mocht ontbreken is “ons” spandoek. Na 100 (Jacques), 50 (Leike) konden we het spandoek weer van een nieuw nummer voorzien: 150. Toen hij even niet oplette heeft Micha laten “vallen” dat hij in Zolder zijn 150ste Marathon lopen. Natuurlijk moet hij dan op de foto gezet worden als verrassing. Buiten in de auto lag zijn fototoestel en ons spandoek. Zoals verwacht nog steeds in de regen. Micha had in eerste instantie een normale groepsfoto verwacht toen het uiteindelijk tot hem doordrong: “wat gaan jullie doen, o nee hé”. Natuurlijk wel…iedereen kwam erbij staan en nog even vlug een klein konijntje aan de stok van het spandoek vast gemaakt (hij schrijft meestal onder de mail als afzender “het konijn”).
Dus speciaal voor Micha het spandoek met als tekst: “Hop, hop, hop de 150ste marathon zit erop”…..
Maar het gaat uiteindelijk om het lopen.
Onze eerste ultraloop “de 6 uur van Zolder”.
Met de groep en de andere ultramannen & -vrouwen over het circuit. Nog even vlug een vuilniszak over ons jasje aangedaan in een poging om wat langer droog te blijven.
Natuurlijk kon ook de sanitaire stop niet ontbreken. De eerste is al voordat het startsein is gegeven. We zullen maar zeggen dat dit is om een geschikt plekje uit te zoeken voor tijdens de loop. Vlug achter de hoge reling om het circuit. Hierna de grindbak weer oversteken en teruglopen naar de start: sokken nat, kleren nat…tja, soms heb je van die dagen (soms zit het mee, soms zit het tegen).
Start was precies op tijd: 11.00 uur. In totaal ongeveer 100 startende atleten.
Om niet te zeer afgeleidt te worden had ik bewust geen horloge aangedaan. Speciaal voor de lopers hingen er bij doorkomst een aantal klokken op. In tegenstelling tot bij de cross is het vertrek hier weer lekker rustig. De tijd vloog verrassend vlug voorbij, voordat we het wisten waren we 2 uur verder. Ook de rondjes gingen snel voorbij. Een rondje was 3930 meter (+ 1 aanloopronde van 2800 meter). Bij de doorkomst aan de finish was er bevoorrading waarmee je elke 4 km weer kon eten en drinken. De bevoorrading was weer goed verzorgd (bananen, chocolade, wafels, balisto, cola, thee, sportdrank. Zoveel is alleen slecht voor de lijn. Wat een verwennerij toch, misschien wel eens een ideetje om koffie bij de bevoorrading te zetten (zolang hij maar niet zo warm is als de thee het eerste rondje).
We hebben heel wat afgekletst en het ging iedereen wel goed af. Patje af en toe wandelen, maar dat mag, dacht ik nog. Dat stond ons ook te wachten, maar het moet gezegd worden, het parcours was redelijk vlak op twee bergjes na en een zandpad van 150 meter. Dit kon na al die regenval wel eens een modderballet worden. In het begin een beetje wandelen bij de drankpost en bij het berg(je) om te sparen voor de latere uurtjes. Naderhand na 4x omhoog te gaan begon het al een redelijke hoge berg te worden. Susanne en Ghislain waren na 2 ronden al niet meer te zien, die zaten blijkbaar goed. Wij: Pierre, Leike, Sjakie, Patje, Micha, Marc de frietboer (uit Opoeteren) en ik bleven gezellig bij elkaar wat kletsen, moppen tappen en doorlopen natuurlijk, maar vooral niet te snel. Als je het tempo van de cross gewend bent is dat zo gemakkelijk nog niet.
Na 4 á 5 ronden viel ons groepje wat uit elkaar; onze snelle jongens konden het gedribbel van ons niet meer volhouden. Patje, Leike, Sjakie en Pierre liepen in het stukje bergop weg.
Micha, Marc en ik bleven bij elkaar om elkaar trouw te steunen in de uren die nog kwamen.
Tja, het gaat niet altijd zoals je het wilt, maar de tijd bleef omvliegen: voor we het wisten zaten wij al aan rondje 10, bijna onze marathon gelopen en nu de rest nog tot het 5 uur ’s middags is en de 6 uur totaal erop zitten. Ja, na Noorbeek vorig wilde ik deze keer niet voortijdig stoppen.
Micha moest me regelmatig afremmen om te voorkomen dat we te vroeg gingen versnellen. Gelukkig was de man met de hamer die dag met vakantie want een dipje heb ik niet gehad.
Na 4 sanitaire stops gehad te hebben en na 11 ronden voelden we ons nog steeds prima.
Marc was ondertussen ook doorgelopen en na het 12de rondje zei Micha: “jij zit nog goed, ga maar versnellen dan kun je die laatste ronde nog halen”. Na een laatste slokje drinken en een stukje chocolade mocht ik eindelijk gaan versnellen. Er stonden nog precies 26 minuten op de klok voordat de sirene het eindsignaal zou aangeven. Na nog bijna 6 km gelopen te hebben ging eindelijk de sirene en konden we allemaal stoppen, dat was een heerlijk gevoel.
Na gewacht te hebben op de man met het meetlint om de precieze afstand te meten, konden we eindelijk naar het verzamelpunt om te gaan douchen. Blij en moe maar voldaan: 55,3 km gelopen in 6 uur, dit was een geslaagd debuut. Nu was het tijd voor een echte douche (regen hadden we al genoeg gehad), heerlijk warm water over mijn benen. Patje was al klaar met douchen, die was na 46 km gestopt. Na de douche zijn we weer naar de kantine gegaan om ons vocht weer op peil te brengen. Na zo lang buiten te rennen was het heerlijk om in een warme kantine weer eens lekker op een stoel te zitten. Na een kop koffie volgde de tombola en de prijsuitreiking. De eerste man (Lucien Taelman) had meer als 77 km afgelegd (bijna 20 ronden!), een echte kampioen dus. In de einduitslag was ik als 6de vrouw geëindigd. Nu zit de eerste ultraloop. Op naar de volgende.
{i}Luciënne van Hees{ei}