In een vlaag van verstandsverbijstering had ik mij in oktober vorig jaar opgegeven voor het Nederlands Kampioenschap 24 uur in Stein. Het leek mij leuk om weer eens serieus aan zo’n uitdaging te beginnen.
Twintig jaar geleden startte ik op de 24 uur van Apeldoorn, met als doel het Nederlands record te verbeteren. Een voor mij haalbaar doel, want het record van clubgenoot Hans Kuipers was toen 166 kilometer. In de voorbereiding breidde ik mijn kilometers echter iets te enthousiast uit en forceerde daarbij de peesaanhechting van mijn knie. Met de nodige rust ging het over, maar het verstoorde wel mijn voorbereiding. In de wedstrijd zelf liep ik verrassend lekker, een 70 kilometer in 7.28. Maar toen kreeg ik weer last van mijn knie en met zoveel uren nog te gaan ben ik na ruim 8 uur gestopt. Overigens was de 24 uur van Apeldoorn de eerste race dat mijn bijna naamgenoot Ron Teunisse zijn enorme talent liet zien voor het echte ultrawerk. Hij liep iets van 240 kilometer en verpulverde daarmee het bestaande Nederlands record.
In de voorbereiding op Stein verliep alles naar wens. Veel kilometers in laag tempo, veel ge(snel)wandeld. De 6 uur van Wijdewormer heb ik gelopen puur als voorbereiding, dus ik heb een laag tempo opgezocht van 9 per uur. Bovendien heb ik nog een uurtje gesnelwandeld. Het resulteerde in een vlakke loop en ruim 53 kilometer. En toen sloeg het noodlot toe. Mijn huisgenoten werden een voor een ziek en verkouden. Zelf ben ik een paar daagjes ziek geweest en werd daarna een paar dagen voor de wedstrijd verkouden. Tja wat doe je dan, ga je wel, ga je niet. Het is vanuit het hoge noorden (’t Waar) een hele reis naar Stein, je bent niet topfit, maar aan de andere kant ben je wel bijna een half jaar bezig geweest met je voorbereiding. Dus ik ben toch afgereisd, maar heb met mezelf afgesproken dat ik heel rustig zou lopen. Mijn doelstelling van 150/170 kilometer heb ik losgelaten. Gewoon gaan lopen zonder druk en kijken wat het voor resultaat oplevert, met als basis 2 rondjes per uur, na 24 uur goed voor 133 kilometer.
Internet is een mooi medium, je kan er ook buslijnen en tijden op vinden. Zo stond ik op de aangegeven tijd bij de bushalte richting Stein, alleen de betreffende bus ging niet langs die route. Foutje! Dus dan ga je maar lopen en krijg je er gratis ruim 5 kilometer bij. Ik haal mijn nummers op, zet mijn spullen neer, praat wat hier en daar en dan is het 5 uur en worden we weggeschoten. Het rondje is aardig en afwisselend met wat vals plat, maar ook met een lekker stuk naar beneden. We zullen het ermee moeten doen de komende 24 uur. Ik start rustig, door mijn verkoudheid heb ik ook weinig lucht. De 25 kilometer passeer ik in 3.21. In het begin wissel ik hardlopen af met wandelen, maar al snel loop ik alleen nog hard op het stuk dat naar beneden gaat. Na 6 uur lig ik op ongeveer 44 kilometer. Het is dan 11 uur ’s avonds en hier en daar knap donker in het bos. Een van de generatoren valt uit en het kost de nodige moeite om dat deel van het parcours weer licht te krijgen. Door al het wandelen begin ik steeds meer blaren te krijgen. Op 61 kilometer laat ik er een aantal doorprikken, dat loopt toch iets minder pijnlijk. De nacht verstrijkt en om 3 uur ben ik getuige van een ongeluk. Twee jongerns komen veel te hard op een rotonde aan en missen op een haar na een lantarenpaal en een boom(voor alle duidelijkheid: ze zaten in een auto). Mazzel voor hen en ook voor mij trouwens want zo’n ongeluk wil je niet graag meemaken. Om kwart over vier fluiten de vogels heel even en dan is het weer stil tot 5 uur. We lopen dan 12 uur en ik zit dan op ongeveer 77 kilometer. Ik heb slaap, zigzag wat over de weg. Iemand raadt mij een bakje koffie aan, maar ik houd het toch liever op thee, cola, bouillon, sportdrank of water. De onderlinge sfeer is overigens prima, er wordt heel wat afgepraat en we proberen elkaar te ondersteunen en op te beuren. Maar soms is het wel eens moeilijk om het goede te zeggen.
Wat duurt het lang voordat het licht wordt! Om half zes zei een van de Duitse deelnemers nog van Gleich kommt die Sonne auf, nou dat duurde dus nog even. Voor mij begint het steeds zwaarder te worden. Het lukt mij niet eens meer om 2 rondjes in een uur te lopen. Hardlopen is er al lang niet meer bij. Gelukkig komt de 100-kilometer grens in zicht en dat motiveert mij enorm. Het wordt de tiende 100 kilometer die ik uitloop. Na 16.24 uur passeer ik 99.792 meter en dat resulteert in een 100 kilometer van 16.26. Maar voor mij telt deze 100 kilometer net zo goed als mijn snelste van 9.44. En na het passeren van de 100 kilometer kom ik op onbekend terrein, want verder dan 100 ben ik nooit geweest. Het gaat opeens weer heel aardig, maar na 40 rondjes is de koek op. Ik krijg steeds meer last van mijn rug en het al erg lage tempo gaat er helemaal uit. Ik rust even uit in de daarvoor bestemde tent. Er staan stretchers, maar ik heb geen slaapzak en het is te koud voor zonder. Misschien een idee voor de organisatie om een volgende keer voor een aantal dekens te zorgen? Voor de rest niets dan lof overigens, een prima organisatie! Fantastisch dat al die vrijwilligers zich inzetten om zo’n wedstrijd mogelijk te maken.
Ik ga maar weer lopen, maar in ronde 44 gaat het echt niet meer en ik besluit te stoppen. Jammer, want als ik ergens een uurtje warm had kunnen liggen rusten had ik daarna nog 2 of 3 rondjes kunnen lopen en de wedstrijd kunnen voltooien. Maar goed het is niet anders en na 21.15 uur verlaat ik de westrijd met 44 rondjes, goed voor 121.968 meter.
Ik scharrel mijn spulletjes bij elkaar, laat mij masseren en ga lekker lang onder de douche. Dan op naar de prijsuitreiking in het socio-centrum, waar blijkt dat Math Roberts Nederlands kampioen is geworden en Wolfgang Schwerk de wedstijd heeft gewonnen met 248 kilometer. De uitslag staat inmiddels op Ultraned, waarbij ik een prestatie naar voren halen en dat is die van Vincent Schoenmakers. Op zijn leeftijd een afstand van ruim 170 kilometer neerzetten vind ik grote klasse. Zijn geheim? Pas op je zestigste beginnen met hardlopen!
De 24 uur is mij meegevallen. Als ik 100% gezond ben moet de 150 kilometer zeker haalbaar zijn. Nu was ik niet echt fit en heb in ruim 21 uur 100 kilometer gewandeld en 22 hardgelopen. En met de 5 kilometer op weg naar Stein heb ik in 24 uur 127 kilometer gelopen. Voor een off-day toch niet gek!
Henri Thunnissen, AV Aquilo