Een lang verhaal over een lange tocht. Het had niet veel gescheeld of dit verslag had als titel meegekregen: “De 43 van Texel”.
Het begon zo mooi. Na acht dagen geheelonthouding omdat mijn enkel na de workshop ChiRunning op 31 maart toch weer was gaan opspelen, sta ik uitgerust en gelukkig pijnloos aan de start. Mede-Daventriaan Mieke loopt de 28 kilometer als training en is zo aardig om als “paas-haas” en “praatpaal” te fungeren. Na een kilometer of vijf gaan we voor de eerste keer het strand op. Het zand heeft een hard bovenlaagje waar ik steeds doorheen zak. Bovendien is het begaanbare stuk strand omgeploegd door onze voorgangers. Mijn voeten vliegen alle kanten op in dit kuilenfestival en even vrees ik dat mijn enkel dit niet zal doorstaan. Door me goed te concentreren op stukjes die nog vlak zijn, valt het uiteindelijk nog mee. Al snel komt de duinovergang en kan mijn beproefde enkel even op adem komen op een goed begaanbaar pad.
Een kilometer of acht verder gaan we weer het strand op. “Vooruit dan maar, dat is gelukkig de laatste keer”, denk je dan. Dit stuk strand is echter veel harder. Tussen hopen grauwwit schuim lopen we vlak langs de zee. Wat een schitterend decor! Ook staat hier het eerste handjevol publiek. Inmiddels hebben we 20 van de 60 kilometer afgelegd. Het is bijna jammer dat we hier het strand moeten verlaten, maar ik heb twee schoenen vol zand als aandenken.
Vervolgens steken we het groene natuurreservaat de Nederlanden door over een breed graspad. Bij een bankje trek ik schoenen en sokken uit om me van het zand te ontdoen. Het kost me vijf minuten, maar dat is een verantwoorde investering met nog bijna 35 kilometer te gaan. Via een steil duin verlaten we de Slufter. Op de top staat Ed van Beek mij op te wachten met een paar welgekozen bemoedigende woorden. Even verderop is het startpunt voor de estafette waaraan Ed meedoet. Helaas is dit ook het eindpunt voor Mieke. Aangezien de temperatuur inmiddels is opgelopen, geef ik mijn shirt met lange mouwen en mijn thermo-hemd af aan mijn trouwe fietsende begeleidster Anjette. Door een misverstand staat ze echter niet klaar met een vers T-shirt met korte mouwen. Ze zal mij zo direct achterop fietsen en het even nabrengen.
Bij het wisselpunt staat veel volk. Door de estafetteteams van Daventria word ik luidkeels aangemoedigd en dat geeft direct extra energie. Ondertussen hol ik met ontbloot bovenlijf over het fietspad langs het overige publiek. Dit bizarre tafereeltje doet menig fotograaf naar zijn camera grijpen. Als ik weer decent ben aangekleed, komt Ed bij het klimmen en dalen over wat duinheuveltjes nog even naast me lopen. Hij gaat vandaag niet helemaal voluit, want volgende week wacht voor hem de Dode Zee-marathon.
In de verte is reeds de vuurtoren te zien. Gisteravond hebben we een voorvertoning gezien van een documentaire (in wording) over De Zestig van Texel, gemaakt door Dirk-Jan Roeleven. De vuurtoren heeft daarin als symbool een belangrijke rol. Ik zie de prachtige beelden uit de film weer voor me.
Naar mijn gevoel duurt het eeuwen voordat ik eindelijk aan de voet van de vuurtoren de oostpunt van het eiland rond. Psychologisch bezien begint hier pas de terugweg, hoewel we inmiddels al rond het 35km-punt zitten. Dan komt het eerste stuk geasfalteerde dijk, met links de Waddenzee. Ik loop al kilometers lang alleen en dat zal voorlopig zo blijven. Anjette steekt hier op de fiets de punt af en zal pas weer bij De Cocksdorp langs de weg staan. Het is echter niet alleen stil, maar ook saai. Het uitzicht over de Waddenzee kan me niet bekoren. Het waait hard.
Ik voel me niet in mijn element en moet even wandelen. Het idee dat er nog 25 kilometer voor me ligt, vervult me met wanhoop. Anjette voegt zich bij me en ik begin weer te lopen maar kom niet verder dan een sukkeldrafje van 8 kilometer per uur. Dan vervolgt het parcours over de asfaltweg achter de dijk, helaas niet verkeersvrij. Opnieuw moet ik wandelen. Ik wil wel, maar kan niet: ik krijg het ene been bijna niet meer voor het andere, alles doet pijn. Ik heb hoofdpijn, voel me licht misselijk. Na 38 kilometer gooi ik de handdoek in de ring. Nota bene nog niet eens de marathonafstand. “Sorry”, zeg ik.
Maar hoe kom ik terug? Achterop de fiets is geen optie. Ergens een taxi bellen? We hebben geen nummer. Dan maar doorlopen naar het volgende wisselpunt voor de estafette, dat moet vlakbij zijn. Ik neem een banaan en een Ibuprofen. Ik ben niet boos, niet teleurgesteld, niet verdrietig: ik berust. Ik kan het dus niet. Dag, ultralopen!
Na bijna tien minuten wandelen, probeer ik opnieuw te lopen. Na driehonderd meter steek ik mijn duim op naar achteren: de motor is aangeslagen! Hij doet het weer! En sterker nog: ik kan gewoon weer mijn beoogde wedstrijdtempo draaien van 6:30 minuut per kilometer. Een wonderbare herrijzenis, die niet misstaat in het paasweekend.
Vlak voor het wisselpunt word ik ingehaald door Lynette, één van de Daventria estafette-dames, die me een hart onder de riem steekt. Op het wisselpunt doet het gehele team daar nog een schepje bovenop. Dank je wel, dames!
Een eindje verder om de hoek staat het bordje 15. Ik weet zeker dat ik het nu ga halen en even word ik heel emotioneel. Ook na een stop bij een kraampje, pak ik weer gemakkelijk het tempo op. We gaan vanaf de dijk het binnenland in door het pittoreske dorpje Oosterend, waar echter geen hond op straat is. Dan de dijk weer op richting Oudeschild, langs de haven.
Nog een paar kilometer loopt het parcours over de dijk, maar dan wijst een ANWB-bord naar rechts richting Den Burg. Ik haal nog heel wat lopers in. Omdat mijn Forerunner na 55 kilometer de pijp aan Maarten heeft gegeven (batterij leeg), is het gissen hoeveel ik nog moet. Ik kom uit op een tijd van 6:45, bereken ik grofweg als Anjette me de tijd op haar horloge meldt. En dat is gezien de misère onderweg alleszins acceptabel.
Dan – eindelijk – de Haffelderweg. In de verte is de finish reeds te zien. Soepel en ontspannen passeer ik nog even een loopster met twee begeleidende fietsters omwille van een fraaie finishfoto. Bij de finish word ik op een geweldige manier onthaald door een zestal Daventria-lopers en loopsters. Eindtijd 6:42:09. En niet eens totaal uitgewoond, maar eigenlijk relatief fris. Vijf kilometer extra was me ook nog wel gelukt.
Uiteraard heb ik vandaag behoorlijke spierpijn, maar een heerlijk voldaan gevoel overheerst. Voldaan over het overwinnen van die vreselijke dip. Voldaan over die keiharde confrontatie met jezelf, de levensles die ultralopen dus kennelijk is: van de 284 deelnemers aan de 60km is 26 % niet gestart of niet gefinisht. Voldaan over mijn eindtijd, want het verschil met de eindtijd die ik vooraf in gedachten had (6:25), komt ongeveer overeen met de tijd die het uittrekken van mijn schoenen en het wandelen tijdens mijn dip hebben gekost.
En voldaan over de prachtige wedstrijd die De Zestig van Texel is: goed georganiseerd, buitengewoon vriendelijke vrijwilligers, een schitterende en afwisselende omgeving en een fantastische sfeer tussen de lopers onderling. Op 13 april 2009 hoop ik er weer bij te zijn!
Eric de Vries
