Als je de boot afkomt voel je het meteen, het is anders, het is Texel. Alles is er, net als in de rest van Noord Holland; duinen, polders, theaters, de Hema, autowegen, strandtenten, fietspaden, akkers, grutto’s. Maar toch is het anders. Rustiger, vriendelijker, persoonlijker, schoner. Kortom: hè lekker, zo voelt Texel. Niet zo gek dus dat een hardloper mee wil doen als ze daar een wedstrijd organiseren. Hij is wel wat langer dan de marathon. Maar dan zie je ook gelijk alles, van de boot tot de vuurtoren en van het strand tot de wadden. En ook hier gaat het op: die 60 kilometer is anders dan elders. Mooier, afwisselender, zwaarder. Ook per editie anders trouwens: koud en nat, warm en zonnig, koel en winderig, hoog water / mul zand en laag en strak en alle combinaties die daarmee te maken zijn. Verslavend, wie geweest is komt terug. En vertelt in de tussenliggende twee jaren enthousiaste verhalen. Waardoor er de volgende keer nog meer lopers meegaan.
Zo ook deze keer. Thema dit jaar was lucht. Het begon met de lucht van hyacinten direct na de boot. Velden vol, in allerlei vriendelijke kleuren. Dan de lucht van de zee bij paal 15. En al snel daarna (we waren er twee dagen tevoren) de lucht in de kraag van de eerste skuumkoppe, het Texelse donkere witbier (??) waar de heren zich al twee jaar op verheugd hadden. ‘sAvonds even doorbijten in de alcohol- en sigarettenlucht tijdens het beregezellige jazzfestival. En de volgende dag genieten van de lucht die ons bijna zonder trappen van de boot naar Oost blies (om een startnummer voor de Nescioloop te bezorgen bij Cees Witte: persoonlijke service van AV’23). Alleen moesten de tanden op elkaar toen diezelfde lucht ons stevig tegenwerkte op de terugweg. En de geest ontspande er ook niet van: als we dat toch morgen tegen hebben…… Dat, en de strakke vlaggen bij het hotel, maakten dat de volgende skuumkoppe echt nodig was.
Dag van de loop. De lucht is blauw, kiezen voor de koele outfit (niet per definitie cool trouwens). Nabij de start: de lucht begint zich steeds harder te verplaatsen terwijl het blauw verdwijnt. Koel wordt te koud. Start: de lucht stroomt de verkeerde kant op; hard werken en toch koud. Op het Noordzeestrand: we hoeven niet meer pal tegen de luchtstroom in. Maar daar heeft de lucht wat op gevonden. Verstopt in grote drillende massa’s algenschuim ligt de lucht over het hele strand. En natuurlijk net op dat plekje waar we lopen willen. Waar het niet zo héél erg mul is. Dus lopen we er dwars doorheen. Er ontstaat een pad door het schuim dat helaas af en toe vakkundig dichtgegooid wordt door een golf die heel veel nieuwe voorraad aanvoert. Waar je de lucht er uit plet ontstaat een soort plaksel dat sterk genoeg is om een koek van zand vast te houden. Aan je schoenen natuurlijk. Wat lood in de schoenen tot een letterlijke ervaring maakt.
Daarna mag er even geprofiteerd worden van de lucht die lekker mee duwt. Jammer alleen dat het nu ook blauw wordt en dus wel erg warm. Maar dat was gelukkig maar even. Na een paar uur, als je al lekker moet bent, komt daar de lucht met de hamer. Flink tegen. En als grand finale met extra kracht terwijl we toch ook al de laatste helling moeten nemen. Nooit heeft de bocht naar de finish zo ver gelegen.
Na de finish: dan geniet je van de lucht van narcissen. En wordt de lucht onderweg onderdeel van het heroïsche verhaal.
Mijn thema komt niet zomaar uit de lucht vallen. Ik moest het deze keer, ondanks die enorme Texelse voorraad, met minder lucht stellen. Het aanbod was er wel maar mijn lijf snoept er maar mondjesmaat van. Wat gelijk effect heeft op de snelheid en het plezier. Pijn hoort er bij. Dat vergeten we nog wel eens te vertellen als we weer nieuwe mensen enthousiast maken voor het rondje Texel (sorry Frans). Maar dan wel in je benen, niet in je borst. En spierpijn moet ook ergens anders zitten dan in je longen. Het goede nieuws is dat ik niets aan mijn hart heb zoals de sportarts eerst dacht. En het slechte nieuws is dat ik niets aan mijn hart heb. Dus wat heb ik dan wel? Dat móet ik vinden want over twee jaar ga ik natuurlijk mijn lustrum lopen. Mét heel veel lucht. Uit Texel.
Zoals geschreven: we komen elk jaar met meer. Dit jaar met maar liefst drie debutanten er bij. Johan heeft niet zijn hele doel bereikt (het clubrecord breken) maar wel een prima race gelopen. Overigens mede dank zij zijn eveneens debuterende fietser: Thomas van 14 die zich niet van de wijs liet brengen en die zijn vader heelhuids naar de finish gepraat heeft. Frans heeft lekker ingelopen en gaat dat volgende keer vast bekronen met een finish. En Geline, de kanjer, liep hem gewoon helemaal uit, ondanks de stress van de fietser die vlak voor vertrek afzegde (prima opgevangen door Robin trouwens). Waarmee het aantal ultradames in AV’23 met 100% gestegen is. Volgende keer doet Albert vast weer mee. En Nico en Joost hebben nu ook een halfje geproefd dus….! Paul, Theo en ik wisten al dat we het konden, want wij zijn habitués. Vast ook weer in 2009.
Irene van Wijk
