Categorieën
Niet gecategoriseerd

De Trail des Oasis in Marokko

Edwin Lenaerts: “Er drijven wat wolken binnen en ook de wind komt wat opzetten. Wat verder, op een grote vlakte waait de wind zo fel dat ik mijn pet in de hand moet houden. Mijn bril beschermt mijn ogen tegen het striemende zand.”

Met een 15-tal deelnemers staan we aan de start van deze “extreme trail” in het Zuiden van Marokko. De wedstrijd wordt georganiseerd door Alain Charlier van Iron Organisation in samenwerking met Lahcen Ahansel, 37 intussen en 10-voudig winnaar van de Marathon des Sables. Oorspronkelijk zouden we 100 km lopen van Agdz naar Zagora door de vruchtbare vallei van de Draâ. Problemen met veiligheid en vergunningen zorgen ervoor dat het plaats vinden van de trail even in gedrang komt. Op een alternatief parcours kan de wedstrijd na wat heen en weer gepalaver toch doorgang vinden. De wedstrijd loopt nu over de route van de extreme Zagora Marathon. Deze vindt ieder jaar plaats eind december. De ondergrond bestaat uit een mengelmoes van ongelijke paden met veel keien, stoffige zandpaden, zandduinen, zand, enkele “stenenvelden” en een beklimming van een djebel, een Marokkaanse heuvel met Sangaspas-allures met een bijbehorende zeer steile, moeilijke afdaling. Deze lus doen we 2 maal en hieraan wordt het lusje van de halve marathon gebreid.

Alle deelnemers zijn naar hier gekomen met hun eigen verwachtingen. Mijn broer Luc, die na meer dan 10 jaar zijn come-back op “den ultra” maakt, wil vooral zien hoe lang zijn lijf mee wil/kan. Met slechts 3 tot 4 maanden serieuzere training in de benen belooft het in ieder geval een zware dobber te worden. Maastrichtenaar Henk Sipers wil nòg meer Sahara na zijn succesvolle Marathon des Sables van 2004. Onze andere Nederlandse vriend Math Roberts komt voor het eerst van het echte trailwerk proeven. Hij wil goed trainen en zich vooral niet forceren met het oog op een goede 6 uren van Stein op 1 maart. Met zijn staat van dienst en zijn scherpe PR’s op 100 km en 24 uurswedstrijden lijkt hij de te kloppen man te worden. Voor de rest bestaat de groep uit Walen met allen al wat ultra- en trail-ervaring. Op de laatste knip komen nog 3 Marokkanen de groep vervoegen. Slechts 1 hiervan zal de wedstrijd uitlopen. De andere 2 komen trainen voor de Marathon des Sables einde maart.

Ik stel mezelf als doel om een top 3 plaats te lopen met een tijd van liefst onder de 12 uur. Na mijn bevredigende Nacht van West-Vlaanderen van juni afgelopen jaar naam ik een 3-tal maanden recupe. Vanaf oktober bouwde ik langzaam op vanaf 50 km/week. Een redelijk intact lijf na Olne-Spa-Olne, eind november, doet me besluiten om door te trainen naar een mooier doel, de 100 kilometer lange trail des Oasis in Marokko. Ik draaide enkele weken van 120 km maar een kleine maand voor de afreis moest ik toch een dikke week rusten met een hardnekkige bronchitis. Alzo beland ik aan de start met een vorm van 7.5/10.

De start ’s morgens om 6 uur met de hoofdlamp op vind plaats op een open kiezelvlakte. Na een paar honderd meter dalen we steil tussen grote stenen tot dat we op een zandweg komen. Ik start voorzichtig in het donker en loop even in de buik van de groep. Math schuift langzaam weg met 2 Marokkaanse hazen. Om meer zekerheid over het parcours te hebben besluit ik met hun mee te gaan. Het tempo ligt iets te hoog voor mij maar ik kan het drietal in het vizier houden tot bij de eerste bevoorrading na 9 km in 50 minuten. Math meldt dat 1 van de Marokkanen ook de 100 wil voltooien. Vanaf dit punt zie ik Math niet meer tot bij de aankomst. Mijn mikpunt is dus verdwenen en ik ben aangewezen op de stapeltjes stenen die de weg aanduiden maar vooral op mezelf. Bevoorrading 2 ligt op een grote vlakte in een tentje waar een Berber de thee inschenkt en ons voorziet van dadels, appelsienen en vooral veel water. Als controle mogen we onze borstnummer op een papiertje noteren. De camelbag wordt aangevuld met water. Ik maak wat sportdrank voor in mijn bidon en een flesje water gaat nog mee in de hand.

De temperatuur klimt naar 25°. Klimmen, dat doet de weg die van hieruit vertrekt ook over enkele kilometers. Boven bedwingen we enkele duinen. Daarna storten we ons in het mulle zand naar beneden richting de majestueuze vlakte die voor ons ligt. We steken deze recht over tot bij Lahcen die een eenzame palmboom gezelschap houdt en die ons verder de weg wijst, scherp naar links over enkele kleine duintjes. Een kwart van de trail zit er ondertussen op en ik besef dat ik wel eens met een serieus voetenprobleem zou te maken kunnen krijgen. Ik loop met het eerste paar trailschoenen uit mijn carrière. De testen de afgelopen weken leken OK maar dit terrein vraagt duidelijk beter. Het half maatje groter volstaat niet aan teenruimte. De gaiters, die ik zelf met een ijzerdraad onder mijn schoenen door bevestigd heb, komen los en het zand heeft de vrije baan. De vaseline aan mijn voeten laten het zand nog wat beter kleven. Het schuiven van de voeten door het oneffen terrein zorgen geleidelijk voor een ravage binnenin. Schoenen leeg maken en sokken uitkloppen zijn niet meer dan een doekje voor het bloeden. De loopstijl wordt naar best vermogen aangepast.

Bij de derde post op km 34 vallen Didi, Michel en Maiden me op de hals. Didi, de altijd lachende Marokkaanse gazelle, won vorig jaar de Marathon de Sables bij de dames en was 32ste in de totaalstand. Zij stopt hier haar training voor vandaag. Michel, “le Gladiateur”, loopt hier al zijn 101ste 100 km. Zijn specialiteit is vooral snelwandelen maar ook op de technisch moeilijke stukken kan hij heel goed uit de voeten. Maiden sukkelt al enkele jaren met een chronische achillespees-tendinitis en voltooit de 100 km op de mountainbike. Even na de bevoorrading leidt een rotsachtig pad ons naar de top van de djebel, waar we een prachtig uitzicht hebben over een uitgestrekt, vlak woestijnlandschap. De afdaling is moordend aan de voeten en ik kan niet anders dan denken aan de tweede passage die we binnen 42 km moeten zien te overleven. Lopen is hier niet meer aan de orde. Maiden komt levend beneden met zijn fiets op zijn rug. Wat een beest! Langs een tros dromedarissen lopen we terug Zagora in op weg naar het startpunt waar we onze tweede ronde kunnen aanvatten.

De eerste marathon klaren we in 4.30. Michel loopt even met me mee en klaagt over zware benen. Mijn probleem situeert zich een halve meter lager. Bij de eerst volgende afdaling ontsnapt Michel. We passeren een dorpje en even ben ik meer met mezelf bezig dan met de wedstrijd. Ik verdwaal. In het dorp zie ik meerdere witte pijlen maar een langharige dorpsbewoner beweert dat er geen lopende wezens geweest zijn. Ik loop naar een bouwwerf die ik me nog herinner uit ronde 1 en vraag de weg. Ik moet terug en wat verder kom ik bij de gemiste afslag, even voor de bevoorradingspost bij km 51. De pijn aan de voeten is nu al een tijdje stabiel en dat geeft hoop waardoor de kilometers vlot fijn gemalen worden. Er drijven wat wolken binnen en ook de wind komt wat opzetten. Eigenlijk vind ik het niet eens erg. Wat verder, op een grote vlakte waait de wind zo fel dat ik mijn pet in de hand moet houden. Mijn bril beschermt mijn ogen tegen het striemende zand. Even later krijg ik zelfs enkele verdwaalde regendruppels over me heen. Ik hoor later dat achter in het veld een heuse bui valt inclusief hagel.

Voordat ik aan de post bij km 76 ben schijnt er alweer een zonnetje en de wind is gekalmeerd. Als ik hier mijn schoenen nog eens ledig en mijn sokken uitklop, komt Luc breed lachend uit de tegenovergestelde richting aangelopen. Al meer dan drie uur zit hij zonder bevoorrading. Luc is rond km 45 de weg kwijt geraakt en koppig als hij is, is hij blijven zoeken om terug ergens op de juiste route te komen in plaats van terug te lopen tot het laatste herkenningsteken. Als de grootste dorst gelaafd is zoekt hij na een kwartiertje een alternatieve weg naar de aankomst. Na 12 uur wedstrijd komt Luc aan de aankomst en hij kan positief terugkijken op een goede testloop. Ik moet vanaf km 76 terug die ellendige berg over. Ook bergop wordt deze keer wandelend afgelegd. De afdaling gaat nog trager. We komen bij het dubbele marathonpunt en over de tweede helft deed ik bijna een uur langer. Vanaf de voorlaatste bevoorrading zitten we op het nieuwe maar zeker niet makkelijkere parcours. Op een slingerend, oplopend pad tussen oneindig veel keien begint mijn rechter dikke teen hevig op te spelen. Lopen lukt enkel met veel gevloek en gegrimas. Ik ben ondertussen ook al 12 uur te poot en het zonnetje zegt ons vaarwel. Ik hoop toch nog voor de duisternis te finishen.

Op een heuvel zie ik plots het silhouet van een afgetrainde sportman in een rood trainingsjack. Het is Lahcen die nog wat komt aanmoedigen. Nog 4 kilometer doorbijten. De weg wordt terug wat beter en ook de pijn aan de voeten trekt wat weg. Ik krijg mijn benenspel terug vlotter rond. Ik bereik uiteindelijk de finish in ons 4 sterrenhotel in Zagora, net voor het duister, in een tijd van 12.47. Alain, Marc, Maiden, Michel, Malou en Luc staan me op te wachten. De Marokkaan Abdul wint de wedstrijd in 11.47 voor Math die nog met Michel gestreden heeft voor plaats 2. De laatste kleine ronde neemt een ontketende Math nog een half uur op Michel die derde wordt. Ik arriveer 10 minuten laten op precies 1 uur van de winnaar.

Uiteindelijk zijn we allemaal winnaars omdat we dit avontuur mochten meemaken. De eerste 4 in de eindstand ontvangen een stenen beker en om de idee “Céleste” te benadrukken ontvangt ook de laatste finisher een beker. We hebben allen onze dromen die we proberen waar te maken. Henk is de laatste die de droom van de Trail des Oasis in Marokko realiseerde en daarom krijgt hij de trofee “Céleste”.

Edwin Lenaerts
(lenaerts.edwin provider euphonynet.be)