Categorieën
Niet gecategoriseerd

The Comrades marathon

Nog een laatste reactie van Henk Harenberg over de Comrades Marathon.

Citaat Marianne Vlaming:

“Het parcours is nu ook echt niet aantrekkelijk meer. We lopen op een brede snelweg richting Durban, maar het deelnemersveld is aardig uitgedund. Er lopen bijna alleen nog mannen om mij heen, de hordes mensen zijn verdwenen, er staat alleen publiek op de bruggen over de snelweg en je zit gevangen tussen de geluidswallen. Voor mijn gevoel kruip ik richting finish, het is nu afwisselend wandelen en hardlopen. De lijkstijfheid is ingetreden, maar de finish is niet ver meer. Als ik het 3 km bord zie, beloof ik mezelf dat ik nog straks nog even mag wandelen. Ik passeer het 2 km punt en ga op zoek naar bordjes die gaan aftellen. Hoewel er dranghekken langs de kant van de weg staan, is het grootste gedeelte van het publiek al verdwenen. De straten zien er verlaten uit, het lijkt bijna een spookstad. Ik krijg nu al medelijden met de mensen die na mij moeten finishen. Zullen er nog supporters zijn om hen aan te moedigen? De weg buigt af, maar het 1 km bordje is nog steeds niet in zicht. Ik passeer het laatste waterpunt zonder een waterzakje mee te nemen. Ik wil finishen, ik wil onder de douche, ik wil een massage en dan lekker mijn bed in. Wat is er aan de hand? Waarom kan ik nergens zien hoe ver ik nog moet lopen? Ik weet dat ik ruim voor 16.00 uur ga finishen, met een beetje geluk nog voor 15.45 uur, maar hoe ver is het nog? Als ik de bocht om ren, zie ik een grote boog staan. Zal dat de finish zijn? Er liggen geen matten op de vloer en vaag herinner ik mij dat ik in het stadion moet finishen. Nee hè, dit kunnen ze echt niet maken. Ik moet ineens denken aan al die mensen die hier in het verleden te vroeg gestopt zijn. Ik heb geen idee hoe ver ik nog moet, maar ik heb het gehad, ik moet nu doorzetten, ik ben er vast bijna. Nog drie bochten, we moeten via een sluiproute het stadion in, geen idee waar ik nu ben. Dan ineens een grasbaan.
Hoe ver is het nog? Het moet minder dan 400 meter zijn, maar ze sturen ons vast een heel rondje door het stadion. Ik kan niets zien, moet de atletiekbaan volgen, dan zie ik links van mij de vermoedelijke finishboog staan, daar moeten we vast naartoe. Ik blijf de boog in het oog houden en als ik de hoek om kom zie ik dat het echt de finish is. Er liggen matten op de grond, het is niet ver meer”

Citaat Jan Vandendriessche (BEL)
Ultraloopcoördinator KBAB:

“Maar ik moét ook met klem de zin tegenspreken “Het lijkt me geen feest als laatste loper te finishen in Durban”. Want menige loper riskeert een “no-finish” om toch maar als laatste loper die eindstreep te bereiken. Die aller-laatste minuten zijn met geen woorden te beschrijven…

Het was al zo bij mijn eerste ervaring in “The Two Oceans Marathon” (135ste in ’970 maar ’99 overtrof het nog …. de massa die uit de bol ging om iedereen over de meet te schreeuwen, te roepen …. het “Comrades-gevoel” tussen de lopers… onbeschrijfelijk en dan die aller-allerlaatste loper die nét voor het ultieme schot de finish overschrijdt en bedolven wordt onder de lopende camera’s! Emotioneel!”

Tja lees je bovenstaande citaten dan kan je toch alleen maar concluderen dat er sprake is van enig verschil, verklaring? Wellicht is er verschil tussen de editie eind jaren 90 en 2009?

Daarnaast of het dé ultraloop is? Ik denk dat sommige toppers, zoals enkele winnaars van de Spartathlon hier anders over kunnen oordelen.

Let wel Jan, betrek ik bovenstaande op ons beide, er is 1 groot wezenlijk verschil tussen ons, in tegenstelling tot jou ben ik geen topper. Zou je de volgende vraag stellen: “Is de New York marathon of de Rotterdam marathon dé marathon of is de Zeeuwse Kust marathon dé marathon?” Antwoord??? Dit kan voor een topper en geen topper wezenlijk verschillen.

enjoy the silence,

Henk Harenberg