Swiss Jura Marathon 5 tot en met 11 juli 2009

Arnold van der Kraan loopt door maagproblemen niet alle kilometers, maar heeft ondanks dat een goede week in Zwitserland.

Swiss Jura Marathon 5 tot en met 11 juli 2009

Mijn eerste etappeloop. 7 dagen lopen in de Zwitserse Jura van Geneve naar Basel over 350 km, die voor mij bleven steken bij 241 km. De bijbehorende foto’s van mij staan onder http://picasaweb.google.nl/oldboys2009/SwissJuraMarathon2009#

1e dag
Zondag de eerste loopdag was warm. De eerste 26 km verliepen grotendeels vlak, maar deze dag werd vooral gedomineerd door een lange klim van 500 meter naar 1680 meter. In een verslag van vorig jaar had ik gelezen dat je op het (bijna) vlakke deel het beste maar een beetje door kon lopen om voldoende tijd over te houden voor de klim. Na 2:50 uur lopen in de warme zon was ik bij de tweede verzorgingspost aan de voet van de klim. Langzaam werd het daarbij bewolkt en terwijl de klim steeds steiler werd begon het licht te regenen.

Ik ben niet geschikt om te klimmen, maar ik heb inmiddels geleerd met niet te veel nadenken, niet te veel vloeken en gewoon rustig doorlopen dat ik toch wel boven kom. En dus kwam ik boven. Vlak voor de laatste verzorgingspost begon het hard te regenen. Zonder dat ik in de gaten had dat ik bijna bij de verzorgingspost was trok ik met veel moeite een regenhoesje aan terwijl ik lekker nat werd. Maar als ik was doorgelopen had ik dat lekker droog bij de verzorgingspost kunnen doen. Later kreeg ik door dat als de lintjes van Rivella veranderden in vlaggetjes van Rivella dat een verzorgingspost nabij was. Bij die post wachtte ik de ergste regen af en daarna liep ik weer door.

Samen met de Zwitserse Barbara begon ik aan de slotklim van 200 meter naar de top. In die klim begon het weer te hard te regenen en nu met bliksem erbij. Voor de start had de organisatie nog gemeld dat de route via de top er uitgehaald zou worden bij bliksem, omdat het de hoogste top is in de omgeving, maar wij waren al op weg naar boven. De bliksem was nog wel even een paar kilometer verderop dus we besloten maar gewoon door te gaan. Zelf ben ik nooit zo bang voor bliksem, maar op de top was de bliksem wel heel dichtbij. Maar gelukkig was de top was niet zo kaal als gezegd want er stond een soort weerstation, en die zou toch zeker als eerste worden geraakt. De hoosbui ging ook gewoon door en dat maakte de afdaling wel glad. Het water wilde via het zelfde pad naar beneden als waar wij over moesten lopen. Op een steil stuk rotspad ging het water harder naar beneden als wij. Door geconcentreerd te blijven werden alle moeilijke passages bedwongen en kwamen we heel beneden. In de weilanden konden we weer een beetje doorlopen, maar ook daar was het glad en door wat minder concentratie ging ik daar wel onderuit, maar meer dan wat vieze kleren leverde dat niet op.

Het laatste stukje was weer een gewoon licht afdalend verhard pad, en terwijl de regen er mee op hield was ik na een kleine 7 uur lopen bij de finish. Althans ik was gewoon de sporthal binnengelopen die 200 meter voor de finish was. Gelukkig wist een andere loper mij duidelijk te maken dat ik nog even door moest, dus schoenen weer aan en nog even doordribbelen.

Voor mijn doen redelijk fris na zo’n bergetappe liep ik savonds rond in de sporthal. Volgens anderen liep ik al wat moeizaam, maar zo loop ik ook als ik een uurtje op een stoel heb gezeten.

2e dag
Pas de volgende morgen begon ik iets te merken van opkomende spierpijn. Maar deze dag slechts 45 km en niet zo’n reusachtige klim als de eerste dag dus ik zou het wel kunnen redden. Vlak na de start kwam ik erachter dat mijn schoenen nog waren gestrikt in de slenterstand, dus bond ik ze iets vaster. En zo was ik even laatste loper, iets wat mij de dagen erna nog veel vaker zou overkomen. De 4 lopers voor me had ik zo weer bij gehaald omdat ze stonden te wachten voor een gesloten spoorovergang. Met een paar minuten vertraging konden we weer verder. Eerst met een kort klimmetje, waarbij ik weer achterop raakte, maar daarna door een mooi glooiend landschap, waarbij ik steeds wat lopers om me heen had. Bij de eerste verzorgingspost nam ik uitgebreid de tijd om te eten en te drinken en mijn voeten nog eens goed in te smeren met anti blaren gel. Helaas vergat ik daarbij mijn hiel, waarop de eerste en enige blaar ontstond die week. De hele etappe bleef ik in de achterste gelederen lopen, maar ik had steeds het idee dat ik tijd genoeg had.

Het lopen ging best goed, maar op een of andere manier had ik het niet zo naar mijn zin die dag. Voor het eerst was mijn maag een beetje van streek en ik denk dat dat wel een belangrijke rol heeft gespeeld bij het gevoel. Volgens zeggen was het de 2e dag de mooiste etappe, omdat we geen enkel dorp zouden aandoen, maar alleen over velden, door bossen en over een paar mooie toppen zouden lopen. Het jammere van bossen in zo’n gebied is echter dat, bij de sporadische momenten dat ik even niet op hoefde te letten waar ik mijn voeten zou plaatsen, er weinig doordrong van de omgeving. De velden, maar vooral de redelijk kale toppen waren wel fantastisch mooi. Die dag heb ik ook de mooiste foto’s gemaakt. Het was ook prima loopweer.

Omdat ik zo langzaam ging bij de posten en op het laatst wat meer last van mijn maag kreeg bleef ik achterin lopen, en uiteindelijk had ik niet veel tijd meer over aan de finish. Wel op tijd, maar met een vervelend gevoel kwam ik binnen. Ik voelde me wat misselijk had wat meer spierpijn in mijn bovenbenen en morgen zou de etappe 11 km langer zijn, met maar een uur langer looptijd. Terwijl de meeste lopers lagen en zaten bij te komen van de etappe van vandaag hobbelde ik een beetje misselijk rond in het dorp.

Gelukkig knapte het tegen het avondeten op en was ik nog mooi op tijd voor het praatje van Urs van de organisatie en kon ik gewoon mee eten. Het slapen in de sporthal viel me erg mee. Anderen hoorden wel anderen snurken, maar zelf hoorde ik helemaal niets. Toch een voordeel dat ik mezelf niet kan horen. Het snachts naar de WC gaan was nog wel een hele onderneming. Niet dat die nou zo ver weg was, maar het duurde even voordat ik vanaf de grond in staande toestand kwam en kon gaan lopen.

3e dag
De derde dag begon met stramme benen en aardig wat spierpijn. Ik zag wel erg op tegen deze langste dag met 56 km. Maar volgens zeggen was het eerste deel goed te lopen, en dat klopte ook zodat het goed opschoot de eerste 23 km. Voor mij een mooi parcours om te lopen. De heuvels stegen maximaal 100 meter en daarna kon ik weer gewoon doorlopen. Ik kreeg er steeds meer zin in. Na 23 km begon de grote klim van 700 meter naar 1530 meter. Deze ging rustig aan maar wel voorspoedig. Vooral op het onderste gedeelte kon ik nog regelmatig een stuk hardlopen. Zo zou ik deze dag makkelijk uitlopen. Het laatste stuk naar boven was nog wel lastig, maar ook wel mooi. Af en toe moesten er wat koeien opzij, maar meestal stapten ze netjes opzij als ik het vriendelijk vroeg, en moedigden mij daarna luid aan met koeienbellen.

De afdaling vanaf de top begon bijzonder steil over een glad pad. Leuk, maar niet zo goed voor de gemiddelde snelheid. Een kilometer verder en 200 meter lager werd het snel beter. Nu kon ik weer tempo maken, maar voor het eerst begon mijn maag nu dwars te zitten. Met een iets rustiger tempo ging het wel, dus zo op weg naar de volgende klim.

Omdat mijn gevoel voor afstand mij volledig in de steek liet in de bergen liep ik alleen nog maar op tijd, en dat rekende ik zo goed als dat kon om naar afgelegde afstand. Maar omdat ik het parcours ook niet goed in mijn hoofd had zitten dacht ik al 2 keer aan de volgende grote klim te zijn begonnen, maar kwam er steeds weer een stuk afdaling of vals plat. Normaal een lekker parcours, maar nu kwam ik door mijn maag niet echt meer in een lekker ritme. Toch nog redelijk fris bereikte ik de 3e verzorgingingspost, en nu zou de klim zo beginnen. Eerst nog redelijk vlak maar al snel weer op de tenen lopend naar boven. Verrassend snel nog kwam de top in zicht, maar dat bleek niet de echte top. Via een prachtige kam met klimmen en dalen duurde het nog wel even voordat ik echt boven was. Een mooi uitzicht, maar nu begon toch ook de tijd te dringen, en mijn toestand was nou ook niet meer florissant te noemen. Ik kwam blijkbaar nogal bleek boven, want twee mensen van de organisatie keken wat bezorgd. Als dat maar goed gaat zullen ze wel gedacht hebben dacht ik, en later bij de finish vertelde een van hen dat ze dat inderdaad gedacht hadden. Maar goed ik had nog 1:10 uur voor de laatste 8 km bergaf. Dat moest kunnen lukken. Het eerste stuk ging nog wel met de nodige haperingen en na een paar halve struikelpartijen sprak ik mezelf even ernstig toe. Dat hielp. Na nog een paar lastige passages en een onloopbare bergweg in aanleg kon ik eindelijk weer doorlopen, maar nu werd het wel al laat. Harder dan goed was voor mijn maag snelde ik naar beneden, en pas vlak voor het dorp wist ik dat ik het net zou halen. 3 minuten voor sluitingstijd was ik binnen. Nu moest ik nog een aardig stukje lopen naar de sporthal maar dat was wel goed om weer even bij te komen. Ik leek er toch nog aardig vanaf te zijn gekomen. Ik kon nog een half bord spaghetti eten en dacht ook even lekker te douchen. Maar de douche in de ijshockeyhal was niet zo warm en ik kreeg het daar erg koud. 5 minuten onder de haarfohn in de kleedkamer bracht gelukkig weer de nodige warmte. Om half zes ging ik naar de massage. Lekker voor mijn benen, maar minder voor mijn hoofd, en misselijk kwam ik de tafel af. Lastig zo vlak voor het eten. Onderweg naar de eetzaal heb ik toen maar overgegeven. Eten ging nu wel weer, maar alles brandde in mijn keel en terug in de hal ben ik maar gelijk gaan liggen.

4e dag
Ik sliep nog best aardig, maar de hele nacht had ik last van mijn maag en ineens wist ik weer dat het hetzelfde was als ik 2 jaar geleden had gehad. Een ontsteking aan het eind van mijn slokdarm. Toen mocht ik ook gewoon doorlopen van de dokter, dus dat kon nu ook wel. Bij het ontbijt kon ik nog wat eten naar binnen krijgen, en bij de regenachtige start voelde ik me best goed. Maar direct na de start voelde mijn maag als een blok beton en bij de eerste helling buiten het dorp moest ik alle andere lopers laten gaan. Maar dat was bijna altijd zo, dus nog geen zorgen. Alleen de Zwitserse Barbara van de eerste dag bleef achter mij. Zolang ik rustig aan deed ging het wel met mijn maag, maar na een uurtje was ik al een paar keer misselijk geworden, en in korte afdalingen bonkte het in mijn maag en zo verloor ik steeds meer terrein, Voor het eerst dacht ik aan stoppen. Maar daar kwam ik hier niet voor.

Na anderhalf uur werd het me toch duidelijk dat ik er zo nooit op tijd zou komen en wist ik het zeker dat ik zou stoppen, maar ik moest nog wel bij de eerste verzorgingspost komen. Om de mensen daar niet te lang te moeten laten wachten liep ik nog wel zo goed mogelijk door. Na 2:20 uur had ik 13 km voornamelijk bergop afgelegd en kon stoppen. Achter mij stopte Barbara daar ook. Boven op de top was het koud, maar gelukkig was er ook een restaurantje waar we even konden opwarmen aan de open haard en kon ik mijn Zwitsers wat bijspijkeren voordat er een busje kwam van de organisatie om ons op te halen. Bij de finish kwam de eerste loper al binnen toen wij aan kwamen rijden. Wel leuk om iedereen zo te zien finishen.

5e dag
Van de organisatie begreep ik dat ik de rest van de dagen nog mocht starten op de halve afstand. Savonds ging het wel weer aardig dus dat zou ik dan maar proberen. Daarvoor was ook een veel ruimere tijdslimiet zodat ik het rustig aan kon doen. Sochtends moesten we nog wel gelijk opstaan met de andere lopers om de bagage af te geven, maar daarna was het een uurtje wachten en werden we met een busje tot halverwege gebracht. Met de auto omhoog beviel me wel. Maar omdat we wat hoger zaten was het ook kouder, en met een fris windje stond iedereen daar kleumend aan de start. Dan is lopen toch beter.

Na de start liep het voor ons toch ook eerst nog bergop en iedereen liep weer van me weg, maar dat maakte mij niet uit. Verdwalen was bijna niet mogelijk, want de routes werden elke dag enorm goed gemarkeerd met linten in bomen, struiken, gras, rotsen en palen, en tijd had ik ook voldoende dacht ik. De klim ging best goed, al was het boven op de top in de mist met wind en een fris hagelbuitje wel koud, maar ik had voldoende kleren aan en het was ook wel erg mooi daar.

In de afdaling kreeg ik gelijk weer goed last van mijn maag. Na enige tijd had ik door dat mijn voeten rustig plaatsen in plaats van laten vallen een stuk beter ging. Wel wat minder leuk om te doen, en het drukte het tempo nogal zodat ik toch weer alle tijd nodig had. Na enige tijd werd de afdaling gelijkmatig en zonder obstakels zodat ik nog aardig kon doorlopen. Maar omdat ik weer niet precies wist waar ik was en in het begin toch veel tijd nodig had gehad dacht ik dat ik aan de late kant was. En omdat het routeprofiel 7 km voor het einde nog een klim van bijna 100 meter liet zien die een uur voor tijd nog niet was geweest kreeg ik zelfs het idee te laat te zullen zijn. Dat klimmetje bestond echter niet, maar omdat ik dacht te laat te zijn heb ik niet zo genoten van de mooie kloof waar we 2 km van de finish doorheen liepen. Uiteindelijk had ik nog een half uur over bij de finish.

In Biel sliepen we die nacht in een soort legerkelder, waar heel veel stapelbedden in een kleine ruimte stonden. Niet zo plezierig toen ik daar misselijk aankwam en het niet zo fris meer rook. Maar de hele verdere middag en avond doolde ik door de straten om van mijn misselijkheid af te komen. Uiteindelijk lukte dat zitten op een bankje bij een druk bereden kruispunt. Eindelijk weer de bekende lucht van thuis. En uiteindelijk was er in de kelder genoeg ventilatie en heb ik ook daar goed geslapen.

6e dag
De voorlaatste dag begon ook weer met een koude start bijna boven aan de berg. Veel 350 km lopers passeerden hier al. Alle anderen zouden mij op de rest van het parcours passeren. Na een mooi klimmetje zou ik ook in de afdalingen gaan schuifelen zodat mijn maag niet zo zou bonken. Dat ging best goed, maar koste wel veel tijd. Ook liep ik twee keer kort verkeerd omdat ik nogal veel naar de grond keek. Het parcours was mooi, maar ook glad en ongelijk.

Na de verzorgingspost volgde nog een aardige klim, maar voordat die bereikt werd moest ik eerst slingerend en glooiend langs een steile bergkam trekken. Dat koste aardig wat tijd, en de klim daarna was voor de verandering niet steil maar gewoon loodrecht omhoog. Ook niet bevorderlijk voor mijn snelheid. Bovenin was de afdaling ook niet echt makkelijk, maar daarna volgde een vlakke afdaling met wat haarspeldbochten waar ik door kon lopen en waarbij ik diverse dorpjes zag liggen in het dal, maar welke was nu mijn eindbestemming?

De klok tikte verraderlijk door en de afdaling bleef maar afdalen. Eindelijk beneden had ik nog 10 minuten, maar ik had geen idee hoe ver het nog was. Elke bocht verwachte ik de finish en elke bocht wachtte een teleurstelling. Bij een wegovergang stonden 2 medewerkers die aangaven dat het noch eine km war. En ik had nog 6 minuten. Dat Zwitsers iets wel erg snel vlak vinden wist ik wel maar dat ze het met een kilometer niet zo nauw nemen was nieuw voor me. Nadat de 6 minuten in een behoorlijk tempo voorbij waren was de finish nog niet in zicht. Maar mijn horloge (niet Zwitsers) liep iets voor zodat ik nog wat extra tijd had. Eindelijk was de finish daar, en ik hoorde dat ik 8 seconden te laat was, maar dat zou wel goed genoeg gevonden worden. Even later werd ik aangetikt en bleek ik binnen te zijn op 5 uur en 63 honderdste seconden, en dat was afgerond naar beneden precies de limiet.

Dit keer viel de misselijkheid smiddags wel mee, maar dat werd vervangen door een enorme hoofdpijn snachts.

7e dag
Sochtends toen iedereen op weg was naar de ontbijtzaal bleef ik nog maar even liggen, maar even voor 6 uur ging het weer en kon ik nog mooi de start van de 350 km zien. Daarna kon ik nog wat eten kopen in een supermarkt voordat wij op weg zouden gaan naar de post halverwege. Dit keer was het gelukkig wat minder koud bij de start en het beloofde een mooie loopdag te worden. Wel was ik bang om als laatste in Basel aan te komen, als iedereen al lang aan het feesten was. Maar deze dag ging de route grotendeels over goed beloopbare paden en de enige klim van enige betekenis die we moesten doen was gewoon geasfalteerd. Zonder al te veel inspanning ging het eigenlijk best makkelijk, en rond half 2 na 3,5 uur lopen was ik in Basel. Het was deze dag heel lekker loopweer en ik voelde me verder wel aardig, dus toch nog een mooi slot. Aan het eind was er nog een gezellige prijsuitreiking in een restaurant op de bovenverdieping van een warenhuis, waar we ook nog lekker konden eten, en ik ook nog een mooi Zwitsers horloge kreeg. Vanaf nu zal ik overal mooi op tijd binnen komen.

Ik had de hele route dan wel niet uitgelopen en was bijna elke dag wel beroerd, maar uiteindelijk was ik toch wel tevreden omdat mijn benen het zo makkelijk hadden volgehouden, maar vooral omdat het een hele mooie week was geweest, waarbij ik enorm heb genoten van de sfeer onder de lopers, en vooral het plezier met de aanwezige taalgenoten (mijn opmerkingen komen in het Duits toch wat minder uit de verf, en hun grappen gaan weer ongemerkt aan mij voorbij), en de geweldige mensen van de organisatie.

Om de overgang van 7 dagen slapen op een ongemakkelijk luchtbedje op een ongemakkelijk matrasje in een ongemakkelijke slaapzak naar mijn eigen waterbed niet te groot te maken verbleef ik samen met Bram en Erwin nog een nachtje in een jeugdherberg. De volgende dag konden we nog even genieten van een lekker dagje in Basel, waar de mannen mij als onervaren etappeloper nog diverse poepjes lieten ruiken.

Arnold