Weken, nee maanden had ik getraind voor die ene dag! Nou laat ik dat maar gelijk even relativeren. Het klopt, maar dat trainen doe ik met plezier, ik denk dat ik wel kan zeggen “ik doe niets liever”. Natuurlijk stem je de trainingen af op het doel dat je hebt. Mijn doel was 75 kilometer in zes uur lopen op 7 maart in Stein. De voorbereidingswedstrijden in de vorm van een 50 km in Schinnen (3.41) en een marathon in Apeldoorn (2.59) verliepen allebei zonder meer goed. Na deze laatste wedstrijd steeg mijn zelfvertrouwen naar grote hoogte en ik kon alleen nog maar positief zijn.
Toch was er misschien een klein addertje onder het gras. Apeldoorn was slechts twee weken voor Stein. Is dat niet te kort? Ik had in Apeldoorn voluit gelopen en kwam net onder de drie uur, een nieuw persoonlijk record. Ik eindigde daarmee vlak achter Tonnie Stouten van wie ik wist dat hij ook in Stein zou lopen. Later bleek mij echter dat hij een p.r. van 2.32 heeft op de marathon en in Apeldoorn al trainend een clubgenoot naar een tijd onder de drie uur geholpen had. Ik vergat het addertje en dacht “twee weken alleen maar een beetje rustig loslopen en ik ben in topvorm op 7 maart”.
Mijn vader, die in Apeldoorn zo’n beetje mijn vaste supporter is, had besloten ook te komen kijken in Stein. Zodoende hoefde ik niet zelf naar Stein te rijden en werd ik als het ware in een zetel naar de start gebracht. Wat wil je nog meer?
Ook mijn strijdmakkers van Schinnen, de Belgen Michael Andries en Wouter Decock, waren van de partij. Beiden zijn bij mijn weten ook nog niet zo lang met ultralopen bezig en ongeveer van mijn niveau en behalve dat het dan leuk is om elkaar weer te zien kan elkaars aanwezigheid hopelijk ook prestatieverhogend werken.
Het parcours in Stein bestaat uit een ronde van net geen 3100 m door en langs het Steinerbos. Het stuk langs de rand van het bos is ideaal bij zuidwesten wind, want je hebt die dan een groot stuk in de rug. Helaas hadden wij windkracht 4 uit noordoostelijke richting dus die vlieger ging vandaag niet op. Hoewel de wind niet heel krachtig was maakte het wel dat bij slechts 2 graden Celcius op het stuk met wind tegen vooral de kou goed voelbaar was. Des te prettiger was het dan om weer terug het bos in te draaien richting de start, jurywagen en verzorgingspost.
Nadat het de eerste ronden nog wat zoeken naar het juiste tempo was, althans zo voelde dat, want ik liep keurig 12,5 km in het eerste uur, en nog een sanitaire stop in het tweede uur, zat de warming up erop. In het tweede uur liep ik overigens 12,8 km ondanks de plaspauze en dat was natuurlijk iets te veel, maar het gaat dan zo makkelijk en in het derde uur volgden weer netjes 12,5 kilometer. Niets aan de hand leek het dus en ondanks dat ik na drie uur een flinke dip kreeg maakte ik me eigenlijk geen zorgen. Ik had zelfs het idee dat zo hier en daar een inzinkinkje in het ultralopen er gewoon bij hoort! En na 20 minuutjes, nou vooruit hooguit een half uur was de dip voorbij en kon de strijd voor de 75 km verder gaan.
Bij het 50 km punt passeerde ik in 4.00.38, dat wil zeggen er stond op de klok 1.59.22, maar dat was de tijd die we nog te gaan hadden. Hoewel ik in het vierde uur 12,1 km gelopen had zat ik nog aardig op schema voor het einddoel, maar …….mijn lichaam voelde niet alsof het de 75 km ging halen. De speaker merkte op dat mijn lopen er nog soepel uitzag, maar hij zei erbij “misschien denkt Hans daar wel heel anders over”. En helaas zo was het! Mijn benen voelden stijf aan en mijn gevoel zei me dat de fut er gauw uit zou zijn. Alle genuttigde koolhydraten en het beheerste aanvangstempo ten spijt. Na 4.20 uur kwam de volgende dip, veel zwaarder dan de eerste. Ik kreeg behoorlijk de pest in, want ik voelde dat dit een dip was die tot de finish zou duren.
De laatste twee uur liep ik nog resp. 11,0 en 10,9 km per uur. De Tarahumara indianen schijnen al glimlachend uren lang te lopen over de zwaarste trails. Het plezier in het lopen straalt van ze af, hoe zwaar het ook is. Nou, ik ben nog ver van dat niveau af. Tot twee keer toe werd ik spontaan behoorlijk kwaad op mezelf en sprak ik mezelf met een aantal krachttermen toe, die niet voor herhaling in dit verslag vatbaar zijn. Wat ik wel hier kwijt wil is dat er een onheilspellend “waag het eens om te gaan wandelen!” in mijn hoofd nagalmde. Dat deed ik dan ook maar niet op wat luttele meters bij de verzorgingspost na. Mijn vader, die door de speaker “de fanatiekste supporter allertijden” was genoemd wist mij nog naar een meter of 200 extra te schreeuwen, maar toch stond ik na zes uur zwaar teleurgesteld stil.
Uiteindelijk had ik 23 ronden en 112 restmeters gelopen wat 71.797 m was. Ik was 28ste geworden achter twee Duitsers, vier Nederlanders en 21(!) Belgen. Tonnie Stouten was de snelste Nederlander met ruim 79 (zeg maar gerust bijna 80) km. Michael Andries en Wouter Decock? Michael moet mij bijna een ronde ingehaald hebben, hij liep ruim 74,3 km! Keurig! En Wouter haalde mij met nog slechts vier minuten te gaan in en eindigde uiteindelijk een kleine 100 m voor mij. Ik vermoed dat mijn deelname zijn prestatie op dit punt positief beïnvloed heeft. Door mij in te halen pakte hij in ieder geval nog wat extra meters.
Al snel na afloop drong het besef tot mij door dat mijn mindere prestatie van vandaag veroorzaakt werd door de goede prestatie van twee weken geleden. “You can’t have it all” blijkbaar. Dit besef haalde dat “zware” wel al van die teleurstelling af. Toch kon ook het winnen van de prijs van eerste Limburger de teleurstelling niet wegnemen. Als ik nou 75+ gelopen had en Jo Schoonbroodt zou de zes uur vol gemaakt hebben……..maar ja zo was het niet.
Vier dagen duurde het voor ik positief over mijn prestatie kon denken. Ik reed over het knooppunt Kerensheide, vanwaar je het parcours van de zes uur van Stein kunt zien. Bij het zien daarvan was het eerste wat ik dacht “ Yes, daar liepen we!” En ik kreeg weer het blije gevoel dat ik zo vaak van ultralopen krijg. En die afstand, ach die ziet er op papier toch best mooi uit en ik heb tenminste iets om te verbeteren. Bovendien is deze 6 uursprestatie in de puntentelling van de Marathon en Ultra Cup maar één punt minder waard dan mijn marathonprestatie in Apeldoorn. En ik heb niet gewandeld!
Hans Jurriaans
Ps. Bij het verlaten van het parcours na afloop werd mijn vader door diverse mensen bedankt. Ik zei tegen hem:”Ze denken zeker dat je van de organisatie bent.” “Nee, ik heb ze aangemoedigd” was zijn antwoord. Ik geloof dat de speaker wel gelijk had wat betreft die fanatiekste supporter!