Het ultralopen heeft voor- en nadelen. Ik kan dat illustreren aan de hand van het marathonlopen. Als je een marathonloper bent dan loop je …de marathon. De enige keuze die je hebt is tussen een gewone marathon en een bergmarathon. Ben je een ultraloper dan heb je de keuze uit een keur aan wedstrijden. De 50 en 100 km, 50 en 100 mijl, 6/12/24/48 uur, de zesdaagse, trail- en berglopen, etappelopen, klassieke ultralopen als de Spartathlon enzovoorts enzovoorts. Je kan het soms zo gek niet bedenken. En veel van die wedstrijden kennen hun eigen specialisten. Aan de ene kant leuk dat die enorme keuze er is, maar aan de andere kant komt het niet ten goede aan deelnemersaantallen en aan het niveau van veel wedstrijden. Dat maakt het ook wel eens moeilijk om te beoordelen hoe goed een prestatie is die wordt geleverd. Toch ga ik een poging wagen voor de Nederlandse prestaties van 2010. Een 5-tal lopers springt er daarbij voor mij echt bovenuit.
Ik denk dat als je aan gemiddelde Nederlandse ultraloper vraagt wat de beste ultra-prestatie van 2010 was, bijna iedereen de tweede plaats van Jan Albert Lantink in de Spartathlon zal noemen. En het was niet alleen die tweede plaats, maar ook de sterke tijd van 23.31.22 en de spannende strijd om de eerste plaats met Ivan Cudin. Daarbij is de Spartathlon een wedstrijd met een sterk deelnemersveld. Overigens liep Jan Albert ook in de halve JKM erg sterk.
Een sterk deelnemersveld trof ook Jolanda Linschoten in de Marathon des Sables, een van de sterkst bezette ultralopen ter wereld. Jolanda werd tweede bij de dames en finishte in het totaalklassement als de nummer 38 in een veld van 923 lopers. Een mooie prestatie van Jolanda die eerder al goed liep in een aantal lange trails zoals de Grand Raid de Réunion.
Nog een Nederlandse dame die sterk liep was Ria Buiten in de 6-daagse van Antibes, waar zij eerste werd bij de dames met een afstand van 704,480 km. Daarmee verbeterde ze niet alleen de Nederlandse bestprestatie bij de dames, maar kwam ze ook verder dan de Nederlandse bestprestatie bij de mannen. Op de wereldranglijst van dit jaar staat ze derde.
Ook Jan Nabuurs leverde een opvallende prestatie door de etappeloop de TransGaule te winnen. En het was niet alleen zijn winst, maar ook zijn tijd van binnen de 100 uur voor 1150 km die indruk maakte. Etappe-lopen is een echt specialisme en Jan loopt al jaren met de besten mee.
Irene Kalter verbaasde ultralopend Nederland met haar prestaties op de 50 km. Zij liep dit jaar 3.32.54 in de 50 km van Vlaanderen, om bij de IAU 50 km finale in Galway derde te worden met een tijd van 3.34.22. Irene verbeterde de Nederlandse bestprestatie op de 50 km van Jolanda de Klerk van 3.54.46.
Naast bovenstaande atleten zijn er natuurlijk nog een aantal atleten die goed hebben gepresteerd. Voor de 100 km en 24 uur heeft de IAU officiële A/B/C-limieten, en voor de afstanden van 50/100 km, 56/90 km en 50/100 mijl en de tijdslopen van 6/12/24/48 uur hanteert de IAU internationale en nationale niveau’s. Daarbij komt het internationale niveau overeen met de de A-limiet en het nationale niveau overeen met de C-limiet. Alle atleten die in 2010 op de reguliere nummers het nationale niveau/C-limiet hebben gehaald staan hieronder vermeld. Voor trails en etappelopen bestaan er geen normen voor wat betreft het niveau. Bij onderstaande lijst heb ik daarom gekeken naar concurrentie, tijden en klasseringen.
Om met de dames te beginnen:
Prisca Vis liep in de hele JKM een tijd van 17.59.24, en dat is de snelste 100 mijl ooit door een Nederlandse dame gelopen. Jannet Lange die eerst goed liep in de 24 uur van Steenbergen met 192,984 km, liep daarna als voorbereiding op de Spartathlon de 48 uur in Keulen (272 km). De Spartathlon wist zij als eerste Nederlandse dame uit te lopen in 35.24.12. Wilma Dierx haalde in Steenbergen de C-limiet op de 24 uur met 185,214 km, voor haar een nieuw PR. Léonie van den Haak bleef in een warm Winschoten net binnen de limiet van 9.30 met haar 9.29.52. Petra Domhof liep in de 6 uur van Steenbergen een goede 70,654 km. In de halve JKM won Mieke Hekkers bij de dames met 7.29.23. In de goed bezette Spaanse etappeloop Al Andalusus Trail won Martine Hofstede het damesklassement.
En vervolgens de mannen:
Peter Rietveld liep in Steenbergen een goede 228,140 km en daarmee de B-limiet. De afgelopen jaren weet Peter zich op die 24 uur steeds te verbeteren. Opvallend in Steenbergen was ook de prestatie van Jan Suijkerbuijk met 215,129 km. In een bijna tropisch Assen verraste Ralf Preibisch met een tijd van 3.09.50 op de 50 km, wat hem een uitnodiging opleverde voor de IAU 50 km finale in Galway waar hij 3.13.10 liep. Op de 50 km presteerden ook Tonnie Stouten (3.15.38 Assen), Jeroen Romeijn (3.18.51 Eemmeerloop), Edward de Ruiter (3.19.20 Assen) en Pascal van Norden (3.21.34 Gouda) goed. Op de 6 uur zette Martin Ketellapper in Steenbergen met 85,526 km een in Nederland zelden gelopen afstand neer. In een warm Winschoten liep Martin vervolgens 7.41.11 op de 100 km. Op de 100 km liep Arjan van den Berg twee keer binnen de 8 uur. Met een tijd van 7.58.31 in Chavagnes en Paillers plaatste hij zich voor het WK 100 km in Gibraltar waar hij 7.58.04 liep.
In Olne-Spa-Olne verraste Bram van Rijswijk met een tweede plaats. Bram maakt deel uit van de groep atleten die onder leiding van Luc Krotwaar traint. Ook Michel Buijck verraste met een tweede plaats in een Ardense trail, de Trail des Fantomes. Michel traint onder leiding van Gerrit van Rotterdam. In de Veluwezoom trail die in 2010 voor het eerst georganiseerd werd, werd door Chris en David Hemstede, Pieter Mans en de al eerder genoemde Pascal van Norden goed gelopen.
Buiten deze opsomming lopen er in Nederland nog meer lopers rond die tegen dat C-niveau aanzitten of in 2010 geen wedstrijd hebben gelopen. Ik denk daarbij aan een 24-uurs specialist als Nitish Zuidema die dit jaar geen 24 uur liep maar wel zijn PR op de 100 km verbeterde.
Bovenstaande opsomming maakt duidelijk dat 2010 best een goed ultrajaar was voor het Nederlandse ultralopen. Tenminste als je niet alleen uitgaat van de 100 km, maar ook de andere ultralopen meeneemt. Daarbij is het positief dat het dameslopen zich blijft ontwikkelen, iets wat nog wel eens onderbelicht blijft.
Henri Thunnissen
