Categorieën
Niet gecategoriseerd

De kunst van het hazen bij de heuvelachtige Brussels Marathon

Hennie van Velzen maakt deel uit van de pacers van Brussel (en Antwerpen) en doet verslag van een bijzondere editie

De marathon van Brussel, bekend om zijn heuvels. Wie denk, zoals de meeste laaglanders die nooit in Brussel zijn geweest, dat het daar vlak is komt bedrogen uit. Het is een groot heuvelachtig gebied. Hij staat op de kalender in oktober. De kans op slecht weer is erg groot. Maar dit jaar niet, warmte wordt er voorspeld, zo’n 25 graden. De organisatie onder leiding van Greg Broekmans doet er alles aan om het de lopers zo veel mogelijk naar de zin te maken. Ieder jaar opnieuw wordt er feedback gevraagd aan de vele pacers die meelopen. De organisatie vaart er wel bij. De marathon staat goed op poten en het is er prettig om te lopen. Zo ook “Antwerpen”, die in april valt en van dezelfde organisatie is met dezelfde groep pacers. De pacers veelal ultralopers, staan onder leiding van Cedric Proot en Ivan Hostens. De pacers, waar ik deel van uitmaak, hebben vaak een enorme loopervaring en zorgen voor de coaching onderweg.

“Pacing Brussels” werd dit jaar overschaduwd door het overlijden van één van de pacers, Philip Verdonck. Zelf kende ik Philip nauwelijks. In Antwerpen sprak ik wel met hem over alles en nog wat, maar het raakt je toch. De meeste weten dat mijn vrouw bijna het zelfde had gedaan. Ondanks dat ik in het begin op voet van oorlog stond met die lui die haar insloten, ben ik nu wel blij dat ze het gedaan hebben. Philip koos zijn eigen route, de weg van eeuwigheid. Ultralopen is een kleine wereld en zijn erg sociaal naar elkaar. Zijn plaats werd ingenomen door zijn loopmaat Patrick Kloek. Voor de wedstrijd condoleerde ik hem met het verlies van zijn dierbare vriend. Ondanks alles was Patrick rustig en vol humor zoals we hem kennen. Maar ik weet door mijn ervaring als verpleegkundige op een afdeling waar vaker mensen hun laatste adem uitblazen dat het toch door je hoofd speelt. Ik praatte nog even met Patrick zodat hij zijn verhaal kwijt kon. Zelf heb ik ook veel begrip en steun gekregen van ultralopers bij mijn ellende.

De marathon zelf begint daar vroeg in de ochtend, om 09.00 uur. Voor de voorspelde warmte wel lekker. Het eerste uur is het daarom nog niet zo warm. Dat komt later wel in het 2de gedeelte.
Ik moet al vroeg op pad. Het is zo’n 2 uur rijden en moet me ook op tijd melden als pacer. De Nederlandse ultraloper Jos Akkermans is dit keer mijn compagnon voor de 4.15 uur groep. Normaal loop ik met een Belgische loper of alleen, iets wat me ook goed af gaat. De groep van 4.15 uur is een groep die ik nu al voor het 5de jaar pace, zowel in Antwerpen als in Brussel. Het parkoers kan ik zo langzamerhand dromen. Ik weet uit ervaring dat Brussel, vanwege die ellenlange omhooglopende wegen, moeilijk vlak te pacen is. Je moet weten waar je iets harder moet gaan en waar je het tempo iets moet laten zakken. Het is een constant gevecht tussen de snelheid van het stijgen en dalen om uiteindelijk een 4.14 uur op de klok te krijgen.

Het is 09.00: we gaan starten. Het begin is iets smaller waardoor je langzaam op gang komt. Niet erg, loop je ook niet te snel. Vrij kort na de eerste km komen de eerste stijgende km’s. Nu nog in het centrum, straks in dat buitengebied wordt het pas echt feest. Echt vlak wordt het nooit en dus kijken de eerste lopers al vrij snel naar hun uurwerk. Ze worden ongerust. De meesten hebben een tijd in hun hoofd en willen hun kruissnelheid zowel omhoog als omlaag vast houden. Iets wat je niet moet doen op zo’n parkoers. Na zo’n km of 10 hebben we de eerste lange klim achter de rug. Jos heeft veel moeite met de heuvels. Jos had zaterdag nog 50 km gelopen in Amsterdam en had niet verwacht dat het zo heuvelachtig was. Jos zou er na zo’n 20 km afgaan en er lange tijd een 200 mtr achter blijven en 10 min later dan ik finishen.

Half weg en een lange klim verder had ik zo’n 1,5 min voorsprong opgebouwd op het eigenlijke schema voor een vlak parkoers. Maar ik wist dat er nog 3 zeer vervelende klimmen aan zouden komen. De eerste na 29 km. Een korte over een paar honderd meter maar zeer steil. Met een slakkegangetje liep ik omhoog gevolgd door de lopers die nu verspreid over het parkoers liepen. Bovenaan rustig verder om iedereen weer te kunnen laten aansluiten voordat de volgende langdurige klim begint richtig het 31 km bord. Ondertussen was de warmte goed voelbaar en brandde de zon goed. De wind was thuis gebleven dus daar hoefde we geen verkoeling van te verwachten. Wel van de drankposten waar je naar hartenlust flesjes AA sportdrank of de grotere flessen AA sportwater kon krijgen.
Het was opvallend dat je nog steeds weinig lopers zag wandelen, ondanks de heuvels en de warmte. Het zal de combinatie wel zijn geweest van weinig debutanten ivm die heuvels en de goede drankvoorziening. Waardoor er maar 5 lopers van de 10500 (incl. ½ marathon) onwel werden.

Na de 32ste km ga je langdurig naar beneden. Waar je weer iets kan normaliseren op je snelheid. De voorsprong die ik in het begin had opgebouwd liet ik terug lopen op de stijgende km’s. Want het breekpunt van iedere loper moest nog komen: de stijging na de 36ste km. Je heb al bijna je marathon erop zitten en dan komt er me toch een etterbak van een heuvel van ruim 1 km lang en een stevig stijgingspercentage. Iedere loper moet er nu af en mijn pacerswerk is nagenoeg te einde. Je moet daar op je eigen tempo omhoog. De laatste km’s loop ik rustig verder op een rustig tempo zodat lopers zich weer eventueel bij mij kunnen aansluiten. De laatste kilometers gaan downhill en de Grote Markt komt in zicht. Ik finish in 4.14.24 uur.

Het was weer een mooie marathon op een mooi maar heuvelachtig parkoers. Iets voor lopers die willen genieten onderweg maar ook voor lopers die altijd voor een tijd gaan en nu eens het gevecht met de heuvels aan willen gaan. Brussel: een aanrader!

Hennie van Velzen
(jolhen kabelfoon.nl)