Een berg zakjes op tafel. Een kersverse Nederlands recordhoudster op de 24 uur reageert wat giechelig als zij moet kiezen tussen de latex handschoen of haar ongewassen hand. Een plas doen in zo’n jampot? Achter haar gaat een atleet op een stoel zowat van zijn stokje. Het is chaos bij de controle anti-dopage, het is zó Frans, het is enigszins onwerkelijk allemaal… Zeker als je net een etmaal lang ruim 200 rondjes van een kleine 1200 meter liep over een dodelijk saai parcours langs wat sportvelden in een slaperige vinexwijk net buiten Clermont Ferrand.
Indrukwekkend. Maar toch snap ik niks van zo’n 24 uurs-loop. ‘Dit is atletiek, dat zijn wij niet gewend’, legde Gideon me uit. De prestaties en de saaiheid rechtvaardigen het mensonterend monotone parcours. 24 uur achter elkaar komt de finish geen meter dichterbij. De worst die de atleet wordt voorgehouden is een niet bestaande worst.
Dat neemt niet weg dat ik zeer onder de indruk ben van de dingen die ik zag gebeuren in Aulnat en niet in het minst vanwege Leonie’s nationale record. Hoewel ik ook die dame van over de zestig met een gebochelde rug die met een stief gangetje – voor mij moeilijk te definiëren of zij langzaam hardliep of snel wandelde – van uur 1 tot uur 24 haar rondjes wegtikte. Waarmee zij waarschijnlijk verder kwam dan ik met mijn voor atletiekbegrippen schamele 121 kilometer en nog wat. (Hoewel ik daar toch erg trots op ben!)
De entourage is bizar. Lopen door woonwijken is niet mijn grootste hobby. Een dag en een nacht lang doorlopen nog veel minder. En die twee zaken combineren maakt een en ander niet beter te bevatten.
Op vrijdag 11.11.’11 om klokslag 16:01 (on est quand meme en France!) starten 163 ultralopers, lange afstandsnelwandelaars, ultratrailers, avonturiers en beroepsautisten. Naarmate het etmaal vordert schrijven ze hun rondjes weg. Tussen twee uur ’s nachts en zeven uur ‘s ochtends wordt het rustig op het parcours. Meer dan de helft van de deelnemers duikt toch een paar uur in zijn camper of gaat even gestrekt op een judomat in de sporthal bij het begin van het rondje.
…een vrouw die me al zeker veertig keer voorbij is gekomen wordt afgevoerd in een ambulance. Ze ziet er ongezond bleek uit, dat is zelfs in het halfdonker nog goed zichtbaar.
…de lange man met zijn sleeppas irriteert me. Op het ‘lange’ rechtdoor stuk naast de eerste sportvelden buigt hij verder en verder voorover. Als hij bijna met zijn handen zijn voeten kan aanraken schrikt hij weer overeind. Het is een soort slaapwandel hardloper. Als ik hem passeer maakt hij onaangename geluidjes. Een paar ronden verder zie ik het tafereel min of meer herhalen, dit lijkt wel een tekenfilm.
…ik haal Richard in. Hé! Dat klopt toch niet? Hij ligt al bijna twintig kilometer voor op me en haalde me altijd in met een pas van een jonge blonde god, hoewel hij toch ook de jongste niet meer is. Ik praat hem een rondje moed in. Dat lijkt te helpen. Maar het idee dat hij zijn mooie positie niet meer vol kan houden en het ontembare 24 uurs spook lijkt toch de overmacht te krijgen. Het ding wint vandaag van Richard. Kom op man! Sparta kun jij best!
Ik krijg een monopolygevoel bij het rondjes lopen. ‘Indien u langs start komt ontvangt u…’. En nog maar een rondje… Ik kreeg op enig moment toch het idee om gewoon wat hotels op de Kalverstraat neer te zetten en in een van die hotels maar gelijk een bed in te duiken, als strategische zet. Maar dat mag niet. Van mezelf. Het doel van deze exercitie is om me mentaal te harden. Voor de Barkley. Daar wil ik veertig uur op de been blijven. De training bestaat in aulnat uit dingen doen die wel met lopen te maken hebben maar niet leuk zijn, om toch iets leuks te bereiken. Over asfalt lopen door een vinexwijk is niet leuk. Heel erg moe zijn en toch doorlopen is niet leuk. Pijn aan je voeten kuiten en bovenbenen hebben en toch doorlopen is niet leuk. Monotonie is dodelijk saai. Ik zie het als te overwinnen ellendigheden. Schier oneindig lang. Het feit dat je daarbij je eigen afstandsrecord zo ongeveer verdubbeld is meegenomen, voor wat dat waard is op een geplaveid terrein zo plat als een euro…
Achteraf: Dit was eens maar nooit weer. De laatste paar uur van het etmaal bekeek ik met een brok in mijn keel vanaf een betonblok naast het scorebord met Barberine, Ole (8) en Sa (7) hoe Leonie in tranen het NL record aan gruzelementen liep, en haar loop- en Spartathlon- maten Richard en Ritchy met mixed feelings toekeken: Blij voor de nieuwe NL 24 uurs koningin, en zelf een illusie rijker.
Respect voor al deze atleten, zij die gruwelijke trainingsessies doorliepen om hier te presteren, zij die dat niet deden en zich toch aan de start durfden te melden (samen met ondergetekende), zij die records liepen en zeker ook zij die dat niet deden en voor het dubbele eindschot de handdoek in de ring gooiden. Het geheel maakte in ieder geval zoveel indruk op me dat ik de nacht van zondag op maandag nog steeds rondjes draaide in mijn slaap….
Michiel Panhuysen
