Categorieën
Niet gecategoriseerd

Olne-Spa-Olne 2011

Verslag van André Boom die het een droge maar verraderlijke editie van OSO vond: door de sterke wind bedekte het pas gevallen blad alle gemene stenen en keien met menige struikelpartij als gevolg

Dit jaar liet Olne-Spa-Olne zich van zijn gemoedelijke kant zien. Leek het. Na ‘de droogste november ooit’ lag het parcours er uitstekend beloopbaar bij. Geen glibberpartijen op spekgladde klei, zodat (vrijwel) iedereen overeind bleef tijdens de afdalingen. Althans, zo zag het er bij de start naar uit… Het gevaar lag deze keer verscholen onder een dikke laag herfstbladeren. Want november is niet alleen droog, maar ook vrijwel zonder wind verlopen. Behalve op de dag van de OSO dan. Want aan de kust loeide de eerste herfststorm sinds vele weken en in de Ardennen staken gemene windvlagen op. De bomen, die door de langdurige windstilte nog veel dor blad hadden, lieten dit massaal los zodat ze in de bossen een dikke laag vormden die de gemene stenen en keien aan het oog onttrok. Menige struikelpartij en verzwikte enkel waren het gevolg.

De kledingkeuze was moeilijker dan vorig jaar. Toen lag er sneeuw en ijs en was het ’s ochtends -6oC zodat handschoenen, muts, jack en lange broek de voor de hand liggende keus waren. Dit jaar was het ’s ochtends ook frisjes, maar de verwachting was dat de temperatuur in de loop van de dag boven de 10 graden uit zou komen. Daarom ben ik gestart met een lange broek over een korte en een licht jack. Inderdaad kon er vanaf een uur of tien met ontblote armen en benen gelopen worden, maar in de middag ging het behoorlijk hard waaien en begon er een kille motregen te vallen. De temperatuur liep terug naar 5 á 6 graden en dan heb je het toch wel een beetje koud in je natte kleren. Gelukkig had ik in mijn rugzak een set droge kleding en kon ik me een tweede keer omkleden. Kostte wat tijd, maar ik zat toch alweer achter in het veld en had geen klassementsambitie (lees: kansen).

Ik had de indruk dat er dit jaar meer deelnemers waren dan ooit. Achter het ‘Chalet’ in Olne heeft men een grote parkeerplaats aangelegd, maar zelfs die stond helemaal vol. Hoewel het er eerst naar uitzag dat er dit jaar niet in het ‘kasteel’ overnacht kon worden, had de organisatie dit op veler verzoek op het laatste moment toch nog geregeld. Een minpuntje was dat men vergeten was om de kamers van het slot te halen, zodat iedereen meer dan een uur moest wachten om naar binnen te kunnen. Gelukkig had ik al een plaatsje in ‘La Plume’ in Soumagne gereserveerd zodat ik die tijd goed kon benutten met het eten van een enigszins kleffe pizza. Bij terugkomst waren de kamers open en vond ik zelfs een 4-persoonskamer voor privégebruik! Ik heb dan ook prima geslapen.

Om maar met de deur in huis te vallen: ik ben op deze voor mij derde OSO weer eens in de achterhoede geëindigd. Ik kwam, na een uur door het donker gelopen te hebben, pas om vijf over zes binnen! Door de lange rij na-inschrijvers in het chalet was de start uitgesteld. Ik heb niet gekeken hoe laat er precies gestart is, maar hoe dan ook heb ik er een slordige 10 uur over gedaan (vorig jaar 9:30). Vergelijken is echter moeilijk, want elk jaar is de route weer anders. Vorig jaar was hij 67 km met 2100 phm, dit jaar werd bij de start omgeroepen dat OSO nu 66 km lang was met maar liefst 2400 phm. Voor mijn gevoel zat er inderdaad met name in het tweede gedeelte meer klimwerk dan vorig jaar. Vlak voor de laatste verzorgingspost doemde onverwachts in het halfduister een loeizware, uiterst gemene klim op. De felbegeerde post lag helemaal aan de top daarvan. Gemener kan het niet!

Gelukkig was die post in een soort verenigingsgebouwtje, waar ik toch echt even een paar minuten op een bankje ben gaan liggen om bij te komen. Even spookte het lelijke woord ‘Abandon’ door mijn hoofd, maar dat was echt maar héél even. Die laatste 6 km zou ik voltooien, al was het kruipend. Toen het geluid van de speaker bij de finish al over de modderige velden kwam aanwaaien en het er op leek te zitten, werden we nog even flink gepest met een paar gladde (ja zeker, toch nog!) beekbeddingen in het aardedonker en tenslotte de rotklim die Bois de Olne heet.

Toch verbaas ik me over mijn weer tegenvallende tijd, want zoals gezegd waren de trails zeker gedurende de eerste helft goed beloopbaar. Tijdens lange stijgingen heb ik stevig doorgewandeld (met loopstokken), ik ben niet al te lang bij de posten (vier) blijven hangen en heb er verder steeds een looppas(je) op nagehouden. Wel heeft het omkleden nogal wat tijd gekost, met name in de laatste post vlak voordat ik de nacht in moest. In de duisternis is het zelfs met een hoofdlamp moeilijk en riskant om hard te lopen, vooral door de stroombeddingen, dus ook dat heeft me wat tijd gekost.

Nee, ik kan veel excuses bedenken (zoals de bijna 100 km twee weken geleden in Deventer), maar feit is dat ik, zelfs al zit ik niet echt stuk of zo, de laatste tijd gewoon steeds langzamer ben gaan lopen. Geen idee wat daarvan de oorzaak kan zijn, want ik voel me best wel fit. Ik ben wel heel rustig gestart, zo’n beetje als laatste loper. Dan kom je al snel tussen een groep lopers terecht die het ook rustig aan doen. In relatief opzicht lijkt het dan dat je aardig mee komt (en regelmatig mensen inhaalt), maar overall blijf je dan toch in de staart hangen.

Ook de natuur maakte het weer tot een belevenis. De in de wind ruisende donkere en sombere pijnbossen op de heuveltoppen, de door grijze regengordijnen opdoemende vergezichten, de halsbekende afdalingen naar de diep in de rivierdalen verscholen dorpjes gevolgd door net zo steile zigzagpaadjes weer terug naar boven, de stinkende koeienstallen en de charmante armetierigheid van de Ardense dorpjes. Met name het laatste stuk door het donker was spectaculair. Hobbelige paadjes door donkere kloven, afgewisseld met fel oranje verlichte wegen en donkere bossen, waarboven, toen in het westen de wolken begonnen te breken, plotseling de jonge maansikkel te voorschijn kwam.

Bij terugkomst was het zo’n heksenketel in het Chalet (bier, herrie, warm, stampvol), dat ik snel mijn stamppot met worst heb verorberd en me op de winderige parkeerplaats bij de auto heb omgekleed. Met een warme douche nog in het vooruitzicht heb ik de drie uur rijden terug naar huis zonder problemen volbracht. En door dat alles ben ik nu toch een beetje trots op de opgedroogde klei die nog steeds aan mijn schoenen zit. Bovendien bleek dat ik toch nog ruim onder de 10 uur was gebleven, met nog 42 finishers na mij.

André Boom
(ajjboom online.nl)