Categorieën
Niet gecategoriseerd

Le Trail des Piqueurs

Arnold van der Kraan: “Buiten de lopers van de trail des Piqueurs komt er vermoedelijk nooit een sterveling. Het is dat lintjes een route aangaven anders zou ik nooit geloofd hebben dat de trail hier langs liep…”

Gelokt door een fantastische beklimming van een met granietzuilen bedekte helling had ik me ingeschreven voor de Trail des Piqueurs in het Franse gebied Livradois in de Auvergne rond het dorpje Saint Jean des Ollieres. Dat ik die helling nooit heb gezien is wel een beetje jammer.

Een week voor de trail bekeek ik nog wat foto’s en filmpjes van de race van vorig jaar. Ook kwam ik nog een verslag tegen van Gideon Zadoks. Hier werd ik toch wel een beetje nerveus van. Door iemand op de atletiekvereniging werd de trail nog het best verwoord met de opmerking: ‘Vind het overigens meer lijken op een survivaltocht dan een hardloop-evenement!’ Het werd allebei.

De start was om 5 uur ‘s ochtends. Ervoor was er nog een briefing door de organisatie maar daar heb ik niets van begrepen. Voor de zekerheid had ik nog wel even gevraagd hoe de markering was. Die markering was over de gehele route uitstekend aangegeven dus dat gaf geen problemen. Het zonnige weer van de dagen ervoor was verdwenen evenals een deel van de temperatuur. Met 5 graden en flinke regen, maar gelukkig weinig wind, mochten we starten. De trail begon in het donker met een afdaling over een weideveld. Daarna volgde een nog goed te belopen nat bospad. Ik zat gelijk aan de staart van het peletonnetje van net 50 lopers. Iedereen liep met een regenjasje, maar ik had een regenponcho van 1 euro om. Voordeel daarvan is dat ook mijn rugzak (officieel waterdicht, maar in werkelijkheid niet echt) droog blijft.

Na zo’n 5 km kwam het eerste serieuze obstakel, een helling bestaande uit granieten zuilen die soms los lagen. Vooral onderin was het lastig om steeds een goede steen te vinden waar ik op kon staan. Hogerop werd het steiler en konden ook de handen worden gebruikt om evenwicht te houden. Wat olielampjes zorgden nog voor een sfeervolle aanblik. Bovengekomen volgde het eerste padloze gedeelte. De lintjes vormden een zigzagroute tussen de bomen. Daarna volgde weer een makkelijker gedeelte met normale paden en af en toe een stukje asfalt door een dorpje. Nu werd het licht en droog. Alleen de paden bleven goed nat. Nadat we een meertje waren gepasseerd begon een lastig stuk door een bos. We volgden vooral een beekdal, waar het pad af en toe dwars door het beekje heen liep. Hier waren ook de eerste modderige gladde hellingen. Daarna volgde weer een open stuk waar voor het eerst de mooie omgeving was te zien. Na de verzorgingspost ongeveer halverwege de eerste ronde volgde een langer stuk door het bos, ook weer vooral langs een beekdal. Ook nu weer liep het pad soms dwars door het beekje en soms liep het beekje over het pad. Daar was dan een pad op de steile hellingen verzonnen door de organisatie. Maar veel moeilijker werd het in het eerste rondje van 38 km niet. De lol begon pas in het tweede rondje.

Na 6:15 uur lopen was ik terug in Saint Jean des Ollieres. Daar zocht ik eerst het toilet op en daarbij heb ik, denk ik achteraf, een richtingwijzer over het hoofd gezien en ben ik waarschijnlijk over de wandelroute doorgelopen die ook met rood-witte lintjes was gemarkeerd. En daardoor heb ik de beruchte helling van de foto’s en filmpjes op de website gemist. Maar niet getreurd er kwamen nog andere leukere hindernissen. In het begin waren dat vooral modderige paden. Een voordeel van als laatste lopen is dat heel goed zichtbaar is waar andere lopers zijn weggegleden. Dat kon ik dan mooi omzeilen. Nadeel was soms weer dat er geen goed stukje meer over was. Ondanks dat het al weer even droog was stroomde het water nog steeds vrolijk over de paden naar beneden. Een tijd lang dacht ik dat ik een steentje in mijn linkerschoen had onder mijn grote teen en een beginnende blaar bij de 1 na kleinste teen, maar bij het uittrekken van de schoen om het vermeende gemene steentje te verwijderen bleek dat door alle nattigheid mijn binnenzool naar voren was geschoven. Die heb ik weer zo goed als kon recht gelegd. Om daarna die zeiknatte modderige schoen weer goed aan te krijgen was nog een hele opgave. Maar nog steeds geen al te grote problemen.

Maar dan kwam het sprookjesbos van het beekje de Martinanches. Het begon nog leuk onderaan het dal. Eerst passeerde ik een wat norse parcourswachter en liep toen tegen het water van de Martinanches op. Deze was hier vrij breed en aan de overkant was wat onduidelijk hoe ik verder moest. Dus ik kijk de man vragend aan hoe verder, maar die keek terug met een blik van ‘jij wil naar de overkant, zoek het maar uit’. En daar had hij wel gelijk in. Even later hield het paadje dat er nog was helemaal op en wat overbleef was een mooi met mos overdekt bos op steile hellingen langs het beekje en grote rotsblokken op de route. Ik vond het net een sprookjesbos. Buiten de lopers van de trail des Piqueurs komt er vermoedelijk nooit een sterveling. Het is dat lintjes een route aangaven anders zou ik nooit geloofd hebben dat de trail hier langs liep. Het eerste stukje liep langs het beekje met verschillende klauterpartijen over de rotsen. Ook het snelstromende beekje moest weer een keer doorgestoken worden. Maar bij het volgen van het beekje raakte ik ineens de lintjes kwijt. Na 100 ondoordringbare meters zonder lintjes ben ik omgedraaid. Na het passeren van het beekje draaide de route gelijk terug steil de helling op en dat had ik gemist. Takken en boomstammetjes gaven de nodige houvast om op de gladde steile helling naar boven te komen. Een keer gleed ik weg toen ik net met beide handen aan een tak en een stam hing. Mijn gezicht kwam in de modder terecht en bij het dichtknijpen van mijn ogen bleek ook mijn linker wenkbrauw enig houvast te bieden, maar toch niet voldoende om boven te komen. Na elke 5 passen omhoog moest ik even stoppen want mijn hartslag galmde door het bos heen. Zulke steile hellingen liggen mij gewoon niet.

Na een stukje hoog op de helling evenwijdig aan het beekje gelopen te hebben liep de route weer naar beneden. Nu hing er ook een touw bij. Weer gleed ik uit en de kramp sloeg in mijn been. Daar hing ik dan, wachtend aan het touw tot de kramp weer wegtrok. Andere steile stukjes naar beneden hadden geen touw en aan de sporen van mijn voorgangers kon ik wel zien dat niet iedereen overeind was gebleven. Ik liet het er niet op aankomen en gleed zittend over de modder naar beneden. Na nog een passage van het beekje en een steile helling met wat touw omhoog was ik eindelijk boven op een normaal pad. Over dit stukje van circa 1,5 km heb ik zeker een uur gedaan. Eigenlijk was dit stukje wel voldoende als leuke dag vulling. Of misschien 2 van deze stukken met een picknick tussendoor. In deze trailachtbaan was ik ook aardig misselijk geworden. Dat kwam het tempo in de rest van de race niet ten goede.

Ook na de Martinanches hield de lol niet op. Gewone paden, modderige paden, bospaden en geen paden wisselden elkaar af. Af en toe was er nog een parcourswachter maar verder liep ik daar alleen rond en volgde het spoor van lintjes. Nog een flink regenbuitje zorgde voor nog wat extra water op de modderige paden. De poncho maar weer snel tevoorschijn gehaald, maar die bleek in het eerste gedeelte wat extra gaten te hebben gekregen dus het was even zoeken naar de juiste voor armen en hoofd. Misschien is op dicht begroeid terrein een poncho toch wat minder handig.

Echt vlak was het nergens, maar omhoog betekent ook weer naar beneden en op de flauwe hellingen omlaag liep ik nog best lekker. Al bleef ook een flauwe helling nooit lang zonder hindernis, vaak lag er wel weer een boomstam over het pad. Ergens rond km 60 na weer een gladde afdaling richting een beek zag ik aan de overkant een steile wand bedekt met een grijs modderlaagje. Niet veel later zag ik daar ook een touw hangen en vrij snel daarna ook de lintjes. Dat touw was zeker 30 meter lang waarvan de eerste 5 meter over de grijze gladde wand. Blijkbaar waren al mijn voorgangers heel boven gekomen, en zelf onderin het dal blijven was ook niet echt een optie dus moe en misselijk pakte ik het touw, zette mijn voeten loodrecht op de wand en ging voorzichtig omhoog. Ook dit lukte weer en de tocht kon weer door. Hier passeerden de laatste 2 lopers mij zodat ik nu helemaal achteraan liep. Na een spontane overgave ging het ineens weer en bij de laatste verzorgingspost kwam ik de andere 2 lopers weer tegen. Vandaar liepen we de laatste 7 km naar de finish gelijk op. Er wachtte nog een lastige passage over de Cascade de la Cruche, een mooie waterval. Wij moesten daarlangs of doorheen omhoog, ook weer zonder pad. Over de rotsen naar boven ging nog wonderwel gemakkelijk nu de misselijkheid weg was, maar met het laatste stukje touw bovenin sloeg mijn hartslag weer op hol en was het weer mis. Maar met nog maar 3 km tot de finish was nog wel vol te houden. Na 71 km en 13:23 uur lopen was ik dan toch bij de finish, als laatste. De organisatoren stonden daar nog enthousiast op ons te wachten maar alle andere feestgangers waren al van het dorpsplein vertrokken.

Zelf reed ik terug naar mijn hotel 12 km verderop. Ik ging gelijk maar op bed liggen. Met het hotel had ik het wel erg getroffen. De eigenaren waren Engelsen, handig om me verstaanbaar te maken, en ze waren ook nog eens bijzonder gastvrij. En ook wel wat bezorgd toen ik ziek en bleek terug kwam van de loop. Na een uurtje werd er thee op bed gebracht en even later was ik daar wel weer aan toe. De volgende ochtend had ik alleen nog maar spierpijn en voelde me wel weer goed. Buiten begon het te sneeuwen en door een witte wereld reed ik naar het vliegveld terug naar huis.

Een geweldige trail, maar misschien iets te lollig. Ik heb onderweg nog wat foto’s genomen die staan op https://picasaweb.google.com/oldboys2009/TrailDesPiqueursMaart2012?authkey=Gv1sRgCIPp9Yuf4fbBZw#
Het zijn niet veel foto’s want de eerste ronde was alles steeds nat en de tweede ronde liep ik vaak rond met modder aan mijn handen, maar ik heb wel geprobeerd enkele hindernissen in beeld te vangen.

Arnold van der Kraan