Categorieën
Niet gecategoriseerd

Strandloopje

Nitish Zuidema: “Alhoewel het tempo omlaag gaat, is het achter me heel stil. Voor me zie ik plotseling een zeehond, die me aankijkt en dan de zee in gaat. Het is nu hoogwater en het wordt lastiger.”

Dit paasweekend heb ik mee mogen lopen met de JKM. De 100 mijl ditmaal van Naaldwijk naar Den Helder.

Het mooie is dat zo’n loop ’s nachts begint en zeker voor 110km over het strand gaat. Wat minder is de weersvoorspelling die ook nog is uitgekomen. Helaas heeft dat niet goed op mijn moreel gewerkt. Ook een verkoudheid heeft me onzeker gemaakt, maar dat zal me niet in de weg gaan zitten. Ik weet het: Jan heeft vaak onder deze omstandigheden gelopen. En liep niet over het weer te neuzelen.

Eerst werden we opgevangen in Naadwijk door atletiekvereniging Olympus 70. Hier kan je ook je medelotgenoten ontmoeten. O.a. de mensen die ik verleden jaar in Griekenland heb ontmoet. Tevens de plek om je spulletjes voor onderweg af te geven, de rugzak te pakken en de kledingtas af te geven.

De eerste 20km was een aanloop naar Hoek van Holland, waarbij we in de motregen werden begeleid door fietsers van Olympus 70. Uiteraard had ik hier net als 2 jaar terug de laatste positie. De kennismaking met het strand was wennen. De wind stond tussen zee en tegen, wel was het droog. In Kijkduin zie ik iemand op het strand staan. Vanuit de verte herken ik de manier van lopen en ik weet dat het mijn broer Arthur is, die om 1.15 uur ’s nachts nog even is komen kijken. Hij vertelde mij de klassering, wat dus betekent dat hij er al een uur staat. Wow. Ik meld dat ik het nog vind meevallen. Ja hier nog wel!

Even later haal ik een aantal lopers in, helaas moeten ze opgeven. Voor de verzorging in Scheveningen moeten we de bus in; goed idee is lekker warm. Na de lus in Scheveningen gaan we in een grotere groep terug het strand op. Ik stap in een kuil, even later in zee, maar gelukkig kom ik weer in het ritme. Als ik even later langs zee loop met ook water rechts van me, word ik gewaarschuwd door mensen van de meerijdende reddingsbrigade. Gelukkig loopt het goed af.

Bij de Wassenaarse Slag gaat het anders, want vanaf hier gaat het strand in ietwat noordelijker richting en vanaf nu krijgen we de wind helemaal tegen. Op de post smeer ik extra vaseline in mijn gezicht, ik sta met de rug in de wind. Ik heb de rugzak uitgepakt en weer ingepakt en wat ik verder heb gedaan weet ik niet meer, maar het is uitvoerig gefotografeerd.

Hier word ik door een groepje ingehaald en even later moet ik al gaan wandelen. Alhoewel het tempo omlaag gaat, is het achter me heel stil. Voor me zie ik plotseling een zeehond, die me aankijkt en dan de zee in gaat. Het is nu hoogwater en het wordt lastiger. Ik Katwijk zie de tijd op de kerktoren. Kwart voor vier, 10 voor 4, 5 voor 4. Gelukkig verschijnt nu Wilma, helemaal ingepakt. Zij zingt een mantra en weet me weer op te peppen. Gezamenlijk rennen we verder naar Noordwijk. Daar is Luc erbij gekomen en gezamenlijk gaan ze verder. Ik heb een kwartier gepauzeerd bij de post en genoten van het kampvuur 5 meter van de branding. Omdat het water alweer aan het terugtrekken was en omdat de wind iets minder was en omdat het over een uur weer licht zal worden heb ik me voorgenomen door te gaan tot IJmuiden. Ik vul de waterzak en geef ze spullen en vraag of ze dit naar IJmuiden kunnen brengen. Ik ben ze dankbaar dat ze het hebben gedaan.

Alhoewel de vloed voorbij was, was het strand hier heel slecht te belopen. Vanwege de vele muien moest je steeds hoog lopen en dus in het zachte zand. Op naar Zandvoort waar ik veel heb getraind. (toen was het strand beter). Even gesproken met de mensen op de post en gevraagd hoe het met de anderen is. Ook hun aangegeven wie zijn uitgevallen. Ik ben de vrijwilligers dankbaar dat ze op dit vroege uur en zo lang de post willen bemannen. Het is 7.20 uur.

In IJmuiden word ik opgewacht door de fietsers van Suomi en begeleid naar de kazerne, een timmermans-loods. Helaas pas om 9 uur. Ik had ook geen kracht meer om verder te gaan. Ook jammer de start en de 50-mijlers te hebben moeten missen. Nog even eten, douchen en massage. Daar bel ik mijn ouders en vraag ze of ze naar IJmuiden willen komen i.p.v. het eerder afgesproken Castricum. En bedank ik Carel en zijn team.

Alle hulde aan Geert, Rut, Peter, Giel, Luc en Ferry, dat ze het onder deze omstandigheden hebben uitgelopen. En oneindig veel hulde aan Jan en Ron die dit kunstje zo vaak en onder alle omstandigheden hebben gedaan.

Nitísh Zuidema