De JKM 2012 stond voor mij dit jaar vooral in het teken van revanche. Een foutje, ahum, van twee jaar geleden rechtzetten. Toen stapte ik namelijk na 62 km bij Groote Keeten uit en dat was achteraf echt niet nodig geweest. Gelukkig kreeg ik nu dus een nieuwe kans dankzij de vrienden van de JKM en de vele vrijwilligers, die zij bij elkaar hadden weten te krijgen.
Over mijn voorbereiding was ik zonder meer tevreden. Ik had in februari en maart lekker kunnen trainen en zowel het duurvermogen als de snelheid waren mooi op peil. Ook had ik geen last van buikgriepverschijnselen in de laatste week voor de JKM, zoals twee jaar geleden. Natuurlijk op het werk wel de nodige hoestende en niezende collega’s en de kinderen nemen ook allerlei ziektekiemen mee van school, maar op mij had het gelukkig weinig invloed. Alleen een teek wist wat bij me binnen te smokkelen, de Borrelia burgdorferi bacterie, de veroorzaker van de ziekte van Lyme. Ook daar had ik gelukkig geen last van en een antibioticakuur na de 1/2 JKM zal met deze bacterie ook wel korte metten maken.
Dit keer had ik op de ochtend van de wedstrijd met Edwin Otto afgesproken op station Driehuis, vlakbij IJmuiden. We zouden dan één auto op het station laten staan en met de andere auto naar de Timmerfabriek in IJmuiden gaan waar ook dit jaar de vaste verzorgingspost van de 100 mijl was en de start van de 50 mijl. Ik had blijkbaar al enigszins last van wedstrijdspanning, want ik vergat bijna mijn rugzakje uit mijn auto mee te nemen.
In de Timmerfabriek was het klaarmaken voor de wedstrijd; startnummer ophalen, een kop koffie drinken, de juiste kleding aan, zo hier en daar wat vaseline smeren, toiletbezoek, spullen afgeven die naar Den Helder gebracht zouden worden en nog een korte briefing. Organisator Dick de Waal Malefijt vertelde ons onder andere dat van de 100 mijllopers er nog maar 13 van de 26 in de race waren door de zware omstandigheden en dat wij dus ook op onze tellen moesten passen. Er stond een wind uit het noorden met kracht 5 à 6 en ook de temperatuur was met 6 graden niet hoog te noemen. Alleen de toestand van het strand moet ten zuiden van IJmuiden op sommige stukken echt dramatisch slechter geweest zijn.
Vlak voordat, om half negen, Jonathan Knippenberg het startschot loste passeerden Luc de Jaeger-Braet en Wilma Dierx nog de start van de 50 mijl. Als 100 mijllopers moesten zij voor onze start hierlangs zijn om nog in de race te mogen blijven dus dat was een narrow escape. Berekenend lopen is zeker Luc wel toevertrouwd dus een halve minuut binnen de tijdslimiet betekende gewoon nog steeds 100% kans op finishen. Vervolgens mochten zo’n 50 lopers voor de halve afstand achter hen aan richting Den Helder.
Het eerste stuk bestaat uit industrieterrein, de sluizen en weer industrieterrein, maar toch als je zo aan het lopen bent krijg je wel eens heldere ingevingen. We waren ruim twee kilometer onderweg toen ik er ook één kreeg “Waar is eigenlijk mijn autosleutel?”….”In mijn jas, maar waar is mijn jas (schrik!)?” Mijn jas was ik vergeten in mijn tas, die naar Den Helder ging, te doen en lag nog ergens op een stoel in de Timmerfabriek. Gelukkig had ik het telefoonnummer van Carel Schrama, één van de organisatoren, nog van twee jaar terug in mijn telefoon en na enig heen en weer bellen ging ook mijn jas met autosleutel richting Den Helder (opluchting!).
Na de industrieterreinen van IJmuiden en Velsen-Noord begint het parcours bij het inlopen van Beverwijk aangenamer te worden en vanuit Wijk aan Zee mochten wij dit jaar een lusje van een kilometer of vijf de duinen richting Heemskerk in, om aan de totaalafstand van 50 mijl te komen. Dit in plaats van een stuk van 2,5 km heen en weer op de dijk bij Den Helder, zoals bij de vorige editie. Een mooi alternatief naar mijn mening. Na de eerste verzorgingspost op 18,5 km in Wijk aan Zee konden we dan vier kilometer verder eindelijk het lang verwachtte strand op. Dit jaar voor 58 kilometer wind tegen!
Bij de start had ik me gewoon goed gevoeld, maar na een half uurtje tegen de wind in lopen was dat gevoel helemaal weg. In zevende positie was ik het strand op gegaan, maar al gauw werd ik ingehaald door een krachtig lopende clubgenoot, Ron Bakker, met een andere loper op sleeptouw. Vervolgens kwam er vlak voor Castricum aan zee, waar na ruim 32 km weer een verzorgingspost was, een groepje van vijf personen voorbij. Ook in dit groepje, waarin ook de eerste vrouw Anita Joziasse liep, werd in mijn ogen zeer krachtig tempo gemaakt. Met nog 48 kilometer voor de boeg leek dit mij eigenlijk zelfmoord of deze mensen moesten zich wel heel sterk voelen.
Sommigen van deze lopers waren inderdaad sterker dan ik, Ron Bakker kwam ik nog wel een paar keer tegen, maar hij ging sterk door en Anita Joziasse en Xavier Verbruggen had ik lange tijd in het vizier, totdat ik zelf na een kilometer of vijftig een inzinking kreeg. Een moeilijk punt, want de door mij niet bepaald geliefde Hondsbossche Zeewering was al in zicht. Het asfalt loopt er schuin, het is hobbelig en het viel mij dit keer op dat het ook bijzonder stroef is. Aangezien ik mijn voeten niet echt meer hoog optilde was ik bang dat ik nog languit op die stomme dijk terecht zou komen. Na 56 km gunde ik mezelf 200 meter wandelen, na de verzorgingspost op 57 km nog maar eens 100 m en een kilometer later moest ik weer 200 meter het hardlopen verruilen voor wandelen.
Inzinkingen zijn er echter om te overwinnen en dat gebeurde dus ook. Ik moest immers lopend naar Den Helder. Ondertussen was 100 mijlloper Peter Palmans in mijn slipstream komen lopen. Op Texel vorig jaar was hij nog één van mijn kamergenoten in de Stayokay en werd toen zeer knap tweede op de 120 km. Wij liepen hetzelfde tempo en ritme en als het een 50 mijlloper was geweest dan had ik waarschijnlijk niet al het kopwerk willen doen, maar nu was het voor mij eigenlijk vanzelfsprekend dat ik op kop liep. Het feit dat Peter al ruim 80 kilometer meer gelopen had deed alle eventuele redenen tot klagen (pijntjes, vermoeidheid?) verdwijnen. Zo werden de ca. 20 km strand na de Hondsbossche Zeewering nog hele mooie kilometers voor mij. Ook Michiel Diependaal een 50 mijlloper was, na ons eerst even voorbij gestoken te zijn, aangehaakt en zo finishten wij met zijn drieën bij tennisclub Topspin in Den Helder naast de marinekazerne Fort Erfprins.
Het mooie voor mij was dat ik nog best door had kunnen lopen, de slopende wind had mij dus niet kunnen breken. Op het laatste stukje strand en op de dijk bij Den Helder heb ik alvast even naar de overkant gekeken, naar de zandplaat de Hors op Texel………daar ligt volgend jaar mijn volgende revanche!
Hans Jurriaans
(hansjurriaans
PS Uitslagen staan op: http://uitslagen.nl/uitslag?id=2012040604150, waarbij naar mijn mening Ferry van der Ent met 20.20 uur (20 min. buiten de tijdslimiet) op de 100 mijl niet mag ontbreken.
