De 100 km van Torhout

Veerle Beernaert: “Waar is de tijd van mijn eerste marathon toen alles al een week gepland was en klaar lag. Nu niets van stress, sporttas maken, pannenkoekjes en pasta eten, nog een beetje drinken en we zijn er mee weg.”

Zou ik de Nacht lopen of niet? Dit was de vraag die de laatste 2 weken door mijn hoofd speelde. Ik was in ieder geval ingeschreven om te starten op de 100 km maar 10 dagen vóór de Nacht kreeg ik op mijn laatste lange duurloop na 38 km last van mijn rechterknie. Het toeval wilde dat ik op diezelfde dag naar de osteopaat mocht en die kwam algauw met het verdict: frictiesyndroom tengevolge van overbelasting. Ik had in de maand na Steenbergen slechts 40 km gelopen dus had die overbelasting duidelijk te maken met de 177,4 km die ik in Steenbergen liep. Het bewijs dus dat een 24-uurswedstrijd veel van je lichaam vraagt.

Of ik de Nacht ging kunnen lopen was een dubbeltje op zijn kant. Ik ben niet blessuregevoelig en misschien kon dit nog herstellen in die laatste 10 dagen. Aquajoggen, fietsen, wandelen en traagjes lopen mocht maar dit laatste zou ik niet doen… dat eerste trouwens ook niet. De maandag vóór de Nacht ben ik dan een klein toerke van 7 km gaan testen en ’t liep een beetje stroef in ’t begin… ik was constant aan het denken of ik nu iets voelde of niet en ik voelde eigenlijk van alles (hamstrings, knie, kuiten…) But it’s al in the mind, Philippe liep mee en ik probeerde me te focussen op andere dingen en na 5 km liep ik vlotter en pijnvrij. Mijn besluit stond vast: ik zou starten en zien waar ik uit kwam.

De week vóór de Nacht had ik nachtdienst – van woensdag tot woensdag, 7 nachten van 10 uur – en als ’t druk is in ’t ziekenhuis dan ben je echt versleten na die week maar wonder boven wonder hadden we nog maar zelden zo een kalme week. Eigenlijk was dit perfect, ik besloot om het nachtritme aan te houden tot na de Nacht en dit is me goed gelukt, op donderdag mocht ik naar een feestje voor een pensioen en zo kon ik lekker lang blijven plakken. De huishoudelijke taakjes zoals strijken en was plooien werden opgeschoven om ’s nachts uit te voeren. ’t Is eens iets anders, hé.

Op vrijdag ben ik dan in bed blijven liggen tot rond 14u en toen was het tijd om alles in gereedheid te brengen: eten, drinken, fiets klaarmaken, kledijkeuze… Waar is de tijd van mijn eerste marathon toen alles al een week gepland was en klaar lag. Nu niets van stress, sporttas maken, pannenkoekjes en pasta eten, nog een beetje drinken en we zijn er mee weg. Wel grappig toen ik mijn borstnummer ging afhalen. De nummers van Start2Run lagen aan dezelfde tafel als die van de 100 km en toen vroeg die vriendelijke meneer aan mij: is ’t voor Start2Run of toch maar de 100? Er was veel bekend volk in de sporthal, teveel om namen te noemen… bang om iemand te vergeten.

Om 20u klonk het startschot en we waren vertrokken, voor hoelang? De tijd zou het uitwijzen. Ik liep samen met Koen, Kristof en Philippe en mijn gedachten dwaalden constant af naar mijn knie. Ik loop al jaren met een kniebandje aan mijn linkerknie (dit is waarschijnlijk ook iets wat tussen mijn oren zit want last heb ik eigenlijk niet meer aan die knie) en ik nam het besluit om het bandje te veranderen naar de rechterknie. Dit gebeurde aan de tweede drankpost na 10 km en wonder boven wonder vanaf dan begon het steeds beter en beter te gaan… nogmaals it’s al in the mind. Nuja, zonder training ga je er ook wel niet geraken 😉

De kilometers gingen voorbij en aan het station van Lichtervelde besloot Koen om een beetje trager te gaan lopen. Nadien zag ik op de foto’s de reden: enkele supporters (Berry, Nico, Veerle, Christ, Inge…) stonden aan de Goede Herder klaar met een Omerke… De doortocht aan de grote markt na 22 km was de moeite, volle ambiance, honderden supporters, schitterend gewoon.

Nadat we terug aan ’t station van Lichtervelde gepasseerd waren moest Kristof afhaken maar toen hadden we al 37 km, dit jaar zou en moest hij finishen. We bereikten de marathonafstand na 4u23′ (Kristof zou enkele minuutjes later aankomen), meer dan 6 minuten trager dan het jaar ervoor maar dit was absoluut niet van belang, ik liep nog altijd vlot, had niets van last en ik amuseerde me. Nog vlug een zoentje gegeven aan Philippe die een douche ging nemen om dan nadien mee te fietsen en even verderop stond Veerle klaar om een rondje (van 9,5 km) mee te fietsen. Eén rondje werden er twee en drie… en Veerle werd niet moe en die andere Veerle ook niet. Merci, mateke, het doet enorm veel deugd om een beetje babbelinge te hebben in de eenzame uurtjes. Na het eerste rondje kwam Philippe er bij fietsen en zo liep ik verder, op ’t gemak, zoals altijd, alsmaar verder en verder… Eigenlijk ben ik geen moment moe geweest, ik had op geen enkel moment het gevoel dat ik wilde slapen. Ik voelde wel in de benen dat Steenbergen toch iets is geweest wat niet te onderschatten is. Als ik de benen had gehad van vorig jaar in combinatie met de frisheid in het hoofd van dit jaar dan had ik ongetwijfeld een heel sterke tijd gelopen.

Na 75 km zag ik in de verte het silhouet van een vrouw die traagjes vooruit ging. Bij het naderen zag ik dat het Dora was (de Belgisch Kampioene van vorig jaar), ze had net een serieuze dip en het ging moeizaam. Ik liep er vlotjes voorbij. “Brons wordt zilver”, dacht ik. Valerie Turlot, de eerste Belgische was niet meer bij te halen, ze had toen al bijna een uur voorsprong genomen.
Het werd terug licht en het bleef goed gaan maar de snelheid was toch aan het zakken. De eerste 50 km had ik een tijd van 5u15′, de volgende 50 gingen een pak trager. In de laatste ronde moest ik een sanitaire stop inlassen en ik kreeg het lintje van mijn broek niet open. “Je hebt alle tijd”, zei Philippe: “er kan nu niets meer mislopen, ’t is maar 5 km meer.”

Aan km 98 (een punt aan de Goede Herder waarop je de lopers kon zien die nog een klein lusje moesten doen) hoorde ik dat Dora op komst was. Oei, dit mag ik nu toch niet meer uit handen geven en ik stak een tandje bij. Ik finishte dolgelukkig net beneden de 11 uur: 10u59’47”! André stond klaar om de finishersmedaille te overhandigen, super gewoon! Vier minuutjes later kwam Dora eraan, ze had zich mooi herpakt, chapeau. Velen zouden opgeven na zo een dip.

Philippe en ik reden naar huis om enkele uurtjes te gaan slapen en om drie uur was er de “céremonie protocolaire” in de Mast. Ik mocht dit jaar 5 keer het podium beklimmen (4 medailles: zilver BK, goud BK dames 40, goud Vlaams Kampioenschap en goud VK dames 40 en 1 beker). Tijdens de Brabançonne was het terug eventjes slikken… Kippenvelmoment!
Johan Watthy werd verdiend Belgisch Kampioen bij de heren gevolgd door Nid en Gert Mertens. Ludo Depoorter werd Belgisch Kampioen in zijn categorie. Aan iedereen een dikke proficiat.
Nomaals een dikke merci aan de vele supporters, medelopers, fietsers. Philippe wil ik speciaal bedanken, je bent een ventje uit de duizend!

Hopelijk tot volgend jaar….

Met vriendelijke groeten,

Veerle Beernaert.