Kort voor de Spartathlon kwam het slechte nieuws dat tweevoudig winnaar Ivan Cudin moest afzeggen wegens een blessure, net als Jan Prochaska de nummer 3 van 2010. Vanuit Nederlands oogpunt was het jammer dat Jeroen Renes wegens ziekte ontbrak.
De wedstrijd ontwikkelde zich zoals te verwachten was met Yui Sakai die het initiatief nam samen met Tetsuo Kiso en de Portugees Joao Oliveira. Van Oliveira is bekend dat hij een snelle starter is. Daniel Oralek liep een rustige eerste 50 km om daarna naar voren te schuiven in het klassement. Wat meteen opviel was het sterke lopen van Lizzy Hawker die gewoon in de top-5 meeliep. Op de meeste posten werden alleen de beste 3-5 lopers gegeven. Pas bij CP 22 Corinth op 81 km kwam er een overzicht van alle deelnemers. Daar lag Kiso aan kop, vlak voor Sakai, Oralek, Oliveira en Hawker. Tweede dame was Szilvia Lubics op bijna 50 minuten met daarachter Léonie van den Haak die met een dik uur achterstand op Hawker op de derde plek lag. De omstandigheden waren zwaar met temperaturen van tot en met 37 graden. Er waren ’s ochtends 310 deelnemers gestart, waarvan er op het 81 km punt al 138 waren uitgevallen. Daaronder veel Belgen en Nederlanders. Naast Léonie, haalden Jan Suijkerbuijk, Ritchie Limaheluw, Ernst Daniël, Roger Kempinski, Stefaan D’Espallier, Ronald Jansen, Frank Dhondt en Stefan Nullens de 81 km binnen de tijd, waarbij Ernst en Roger het geluk hadden dat de limiet op CP 22 iets werd opgerekt.
Vanaf CP 24 nam Oralek de leiding en viel Sakai weg uit het klassement. Kiso bleef aardig in de buurt bij Oralek, maar Oliveira viel terug. Hawker liep op derde positie met een stuk daarachter Stergios Anastasiadis en Markus Thalmann. Op CP 35 in Nemea op 124 km was er weer overzicht omdat van alle deelnemers de tijd wordt weergegeven. Hier lag Oralek bijna 40 minuten voor op Tetsuo. Hawker lag derde en daarachter liepen Anastasiadis, Thalmann, Stu Thoms en Michael Vanicek dicht bij elkaar. Dit kwartet mannen had daar al een achterstand van 70-75 minuten op Oralek. Bij de vrouwen kwam Léonie hier langs met een achterstand van 70 minuten op Hawker en een voorsprong van 6 minuten op Lubics. Bij CP 35 op 124 km mochten 122 deelnemers door, waaronder naast Léonie, Jan Suijkerbuijk, Ritchie Limaheluw, Stefaan D’Espallier en Ronald Jansen. Op dit 124 km punt waren er dus al 188 lopers/loopsters uitgevallen.
Op weg naar de Sangaspas kreeg Oralek het moeilijk. Hij bereikte met voorsprong CP 47 (aan de voet van de Sangaspas 159,5 km) maar besloot daar om te gaan rusten omdat hij zich heel slecht voelde. Hij kwam met ruim 20 minuten voorsprong aan, maar vertrok met 25 minuten achterstand. Vanaf dat punt maakten Kiso en Thoms er een mooie tweestrijd van, waarbij Kiso het voortouw nam. Het is opmerkelijk dat Thoms zo sterk liep. Thoms was 10 dagen voor de wedstrijd in Griekenland om te trainen en te acclimatiseren. Hij werd echter ziek en heeft serieus overwogen om niet mee te doen. Hawker liep met Kiso en Thoms mee, maar het gebied rond de Sangaspas is ook haar terrein als trailloopster. Thalmann had op CP 47 een achterstand van een half uur op Kiso. Twintig minuten achter Thalmann liepen Stergios Anastasiadis en Michael Vanicek. Lubics kwam als tweede vrouw binnen met een achterstand van 5 kwartier op Hawker en een voorsprong van een kwartier op Léonie. Bij CP 47 op 159,5 km mochten er 92 deelnemers door. Voor Ritchie Limaheluw viel het doek ergens voor de Sangaspas. Ritchie kwam nog wel langs CP 43 op 148 km.
Op CP 52 ( 172 km) in Nestani had Kiso een voorsprong van dik 5 minuten op Thoms en Hawker. Thalmann liep een half uur achter Kiso. Oralek liep daar weer een stuk achter en zou bij die CP weer een lange rustpauze nemen. Anastasiadis en Vanicek liepen hier al 80 minuten achter Kiso. Lubics kwam bij deze post als tweede vrouw langs met een achterstand van 100 minuten op Hawker en een voorsprong van dik 20 minuten op Léonie. Léonie verloor wat terrein op de passage met de Sangaspas, want traillopen is niet haar hobby.(*) Maar vanaf dat punt liep Léonie een ijzersterke wedstrijd. Op CP 52 mochten 84 deelnemers door.
Op weg naar de volgende grote CP 60 in Tegea op 195 km nam Thoms het initiatief en bereikte met dik 5 minuten voorsprong Tegea. Thalmann was opgerukt naar de derde plaats met een achterstand van een half uur. Andreas Falk was opgeklommen naar de vijfde plaats die hij deelde met Vanicek, maar de achterstand op Thoms was al anderhalf uur. Hawker kwam als beste vrouw langs op de vierde stek op 40 minuten achterstand van Thoms. Op dit punt was het wel duidelijk dat ze hele goede kansen had om het record bij de vrouwen te verbeteren. Hawker had 100 minuten voorsprong op Lubics die op haar beurt weer ruim 10 minuten voorsprong had op Léonie. Op CP 60 mochten 78 deelnemers door.
Thoms bouwde zijn voorsprong op Kiso op naar rond het kwartier. Op CP 69 op 226,7 km, 20 kilometer voor de finish, had Thoms 17 minuten voorsprong op Kiso en 35 op Thalmann. De achterstand van Falk en Vanicek was groter geworden. Bij de vrouwen kwam Hawker als vierde langs met een voorsprong van 110 minuten op Léonie, die op haar beurt weer een voorsprong had van bijna een kwartier op Lubics. Op CP 69 mochten 72 deelnemers door.
In het laatste deel versnelde Kiso in een poging om het gat te dichten. Thoms kon ook iets versnellen en wist als eerste Sparta te bereiken. Zijn officieuze tijd is 26.28.19. Kiso werd tweede met 26.36.23. Alleen in 1993 was de winnende tijd langzamer. De weersomstandigheden waren zelfs voor Spartathlon begrippen zwaar. Ter compensatie maakten Thoms en Kiso er een mooie tweestrijd van, het bleef spannend tot het einde. Toen vorig jaar Jan Albert uitstapte was de spanning meteen uit de wedstrijd, hoe mooi de eindtijd van Ivan Cudin ook was. Derde bij de mannen werd Thalmann met 27.14.25.
Bij de vrouwen verbeterde Hawker het parcoursrecord van Sumie Inagaki van 27.39.49 ruim. Ze kwam tot een gezien de omstandigheden ongelofelijk sterke tijd van 27.02.17. Hawker is van buitencategorie. Maar dat kunnen we ook wel zeggen van Léonie van den Haak die in 28.42.36 als tweede bij de vrouwen en achtste in het algemeen klassement binnenkwam. Dat soort tijden wordt door vrouwen zelden gelopen. Dit is echt een bijzondere prestatie van Léonie. Lubics kende een moeilijk laatste stuk en kwam als derde vrouw binnen in 29.45.56.
Jan Suijkerbuijk eindigde als nr. 35 in een tijd van 33.49.03. Na een aantal mislukte pogingen, liep Jan dit jaar een prima ingedeelde Spartathlon. De aanhouder wint! Stefaan D’Espallier maakte zijn debuut op de Spartathlon en haalde de finish als nr. 38 in 34.03.47. Ronald Jansen werd de nr. 60 in een tijd van 35.18.13. Eerder dit jaar liep Ronald de 145 mijl lange GrandUnionCanalRace in 35.47.00.
Volgens de website van de Spartathlon was het op zaterdag 29 september de tweede loopdag minder warm dan vrijdag, hoewel het wel enkele graden warmer werd dan de opgegeven 28 graden. De langzamere lopers/loopsters die de hele zaterdag onderweg zijn krijgen 2 keer te maken met de hitte, wat het voor hen extra zwaar maakt. Tijdens de Spartathlon bijeenkomst benadrukte Jan Albert Lantink dat het uitlopen van de Spartathlon een enorme prestatie is, ongeacht de gelopen tijd. Het halen van de finish is dat wat telt.
Door de sterke prestaties bij de vrouwenwedstrijd is deze Spartathlon een bijzondere editie geworden. Met voor ons als Nederlanders dan natuurlijk als kroon de prachtige prestatie van Léonie van den Haak. De Spartathlon van 2012 zal ook de boeken ingaan als een van de Spartathlons met het hoogste uitvalpercentage. Van de 310 starters haalden er 72 de finish.
Uitslag lopers/loopsters binnen de 30 uur plus vierde en vijfde vrouw:
1. Stu Thoms (GER) (M) 26.28.19
2. Tetsuo Kiso (JPN) (M) 26.36.23
3. Lizzy Hawker (GBR) (W) 27.02.17
4. Markus Thalmann (AUT) (M) 27.14.25
5. Andreas Falk (SWE) (M) 27.58.42
6. Michael Vanicek (GER) (M) 28.28.51
7. Tamas Rudolf (HUN) (M) 28.29.59
8. Léonie van den Haak (NED) (W) 28.42.36
9. Hirokazu Fukumoto (JPN) (M) 29.16.20
10. Hung-Hai Yang (TPE) (M) 29.16.35
11. Daniel Oralek CZE) (M) 29.26.39
12. Gregg Geerdes (USA) (M) 29.38.10
13. Szilva Lubics (HUN) (W) 29.45.56
14. Stergios Anastasiadis (GRE) (M) 29.46.05
19. Annett Bahlcke (GER) (W) 32.10.46
28. Ming-Chu Lu (TPE) (W) 33.32.31
Henri Thunnissen
(*) Léonie schrijft in haar verslag (http://giventofly.nl) over de Sangaspas het volgende: “Ik kwam dichter en dichterbij de Sangaspas. De weg ernaartoe is steil en lang. Ik had besloten om deze weg en de pas te gebruiken om zoveel mogelijk vast voedsel naar binnen te werken en een beetje te herstellen.”
NB. Op de andere hardloopsites Hardloopnieuws en Losse Veter staan ook interessante verslagen. Op Losse Veter staat een erg leuk interview met Léonie. Van harte aanbevolen!