Een nachtje doortrekken

Herinnert u zich de nacht van 25 op 26 januari j.l. nog? Het was bar koud aan de Noord-Hollandse kust en Koos Rademaker vertelt wat hij daar deed en waarom hij zelden zo verbaasd wakker is geworden.

{b}Herinnert u zich de nacht van 25 op 26 januari j.l. nog?
Het was bar koud aan de Noord-Hollandse kust en ik zal u zeggen wat ik daar deed en waarom ik zelden zo verbaasd wakker ben geworden.{eb}

Die nacht vol vorst (-5 graden Celcius) en harde wind (kracht 4 à 5) werd voor de derde maal de {i}Dutch Coastal Race By Night{ei} georganiseerd, van Den Helder naar Castricum. En voor de derde maal leek het me aardig hieraan mee te doen. Als ex-ultraloper wil je zo nu en dan toch weer eens een uitstapje maken naar afstanden voorbij de marathon. En ’s nachts hardlopen, zeker aan zee, heeft absoluut zijn charme. Het is geen echte wedstrijd – wel wordt je eindtijd genoteerd, maar er zijn geen prijzen – en de meeste lopers gebruiken deze tocht dan ook om op een alternatieve manier te trainen voor wedstrijden later in het seizoen.

De dag voor de race wordt ik zakelijk gebeld door ene Stella uit Heerenveen of wij ook gamaches of gaiters verkopen. Ze meldt dat ze met een vriendin Mirjam een zware strandloop gaat doen van maar liefst 50 km en dat ze heeft begrepen dat je dit alleen kan overleven door een aantal maatregelen te treffen, waaronder beschermhoezen boven je schoenen te bevestigen waardoor het stuifzand niet in je schoenen kan doordringen. Ik stel haar gerust en bied aan twee modellen mee te nemen omdat ik toevallig ook tot de deelnemers behoor. Eerst reageert ze alsof ik bluf, daarna zeg ik hoe ik in het echt er uit zie en we spreken af elkaar in het vertrekhotel te ontmoeten.

Vrijdag werk ik gewoon en rij dan aan het eind van de middag naar een Stayokay hostel in Egmond aan Zee waar ik me na het finishen in een 4-persoons kamer ter ruste zal begeven. De twee jaar ervoor reed ik na de finish aan het eind van de nacht terug naar Amersfoort en dat was me bijna fataal geworden. Dus ik mocht van het thuisfront niet thuis komen slapen. Ik krijg een entreekaart voor de voordeur en kan die nacht binnenkomen wanneer ik wil. In mijn kamer zijn volgens de receptionist die nacht nog twee andere heren geboekt.
Ik parkeer mijn auto bij het station in Castricum, eet me lekker vol bij een locale Chinees en koop een enkeltje naar Den Helder. De start zal daar zijn om 22 uur. Kom op het perron in gesprek met een Belgische deelnemer wiens vrouw niet naar bed gaat in hun hotel in Castricum, maar manlief later die nacht zal komen ophalen bij de finish. Zo heeft ieder wel iets bedacht voor die nacht.
De conductrice controleert onze kaartjes en vertrouwt me later bij het uitstappen bij eindpunt Den Helder toe dat we eigenlijk 1e klasse zaten. “Maar ik heb maar niets gezegd, want ik zag dat jullie hadden hardgelopen”. Ik kan het niet laten haar toch te melden dat we nog moeten beginnen en die nacht gaan teruglopen naar ons vertrekpunt. Van dat soort verbaasde gezichten kan ik nog steeds geweldig genieten!

In het verzamelhotel in Den Helder is het een drukte van belang van zich verkledende, etende en koffiedrinkende hardlopers en een enkele begeleider. Iemand valt me om de hals en dat blijkt Stella te zijn. Puur omdat ze zo blij is direct iemand gevonden te hebben die blijkbaar aan het signalement (“grijs baardje”) voldoet, en gaiters voor haar heeft.
De organisatie deelt mee dat er 102 deelnemers waren ingeschreven, maar vanwege de barre weersverwachting nog slechts 61 van start willen gaan. De saamhorigheid groeit er alleen maar door en zo worden we in het centrum van Den Helder weggeschoten voor onze 50 km tocht.

Door de stad, de dijk op nabij de boot naar Texel en dan zuidelijk richting vuurtoren. Het is echt donker en nog kouder dan verwacht; velen zijn onherkenbaar en hebben dikke lagen textiel aan, gezicht in een balaclava of vet van de vaseline, mutsen, handschoenen en natuurlijk de verplichte hoofdlamp. Vrijwel ieder draagt een rugzak met noodmaterialen zoals extra kleding en voeding en minimaal 2 liter water. Want drinkposten zijn er niet onderweg, je moet voor jezelf zorgen. Als ik na een 5 km een slokje uit het drinkslangetje van mijn waterzak wil nemen blijkt het tuitje al bevroren te zijn. Dus snel het slangetje onder mijn jack door geleid, zodat het iets meer lichaamswarmte krijgt. Zelf ben ik trouwens ook nog niet op temperatuur. Ik start liever niet al te dik gekleed, uit angst voor zweten. Maar daar komt het deze nacht niet van.

Dan het strand op, een witte sneeuwvlakte. De lampjes zwermen uit, van links naar rechts. De een haalt natte voeten, een ander glijdt uit op een bevroren ijsvlakte en weer een ander zakt weg in mul zand, verborgen door een sneeuwlaag. Wat zeeschuim lijkt is een stapel ijsschotsen. Au! En zo zoekt ieder de komende uren zijn weg. Zo zie je iemand in de toilethouding ineengehurkt, dan weer een loper die terugloopt vanwege een mui, en geen zin heeft in ijskoud water tot heuphoogte. Je hebt na verloop van tijd geen idee meer wie er voor en wie er achter je loopt. Het moet een merkwaardig gezicht zijn, deze zwerm lopers met hoofdlampjes, midden in een poolnacht op een wit strand. De wind neemt in kracht toe en blaast permanent pal in ons gezicht. Het lijkt of ik vaker met m’n ogen moet knipperen om ze te beschermen tegen de snijdende kou. Dat is een foutje realiseer ik me: ik had een bril moeten opdoen.
Het is een kwestie van doorlopen en overleven. Er zit extra kleding in mijn rugzak, maar ik durf niet te stoppen om dat aan te doen uit vrees voor nog meer impact van kou.

De Hondsbossche Zeewering is een verademing dit keer. Eindelijk niet de onzekerheid waar je je voeten plant, maar gewoon simpel recht toe recht aan 7 km asfalt. De zee buldert en stort zich op het asfaltcomplex. Ver voor me lampjes, ver achter me idem. Soms haal ik iemand in die wandelt, soms wordt ik ingehaald door een groepje samenwerkende lopers en lopen we als een kronkelend orgaan samen verder. Zo is er steeds wat te beleven. Na de donkere asfaltstrook dalen we weer af naar de witte strandvlakte. Nu maar wachten tot de vuurtoren van Egmond in zicht komt. En daarna dan de lange laatste 8 km. over mul zand naar de strandtent in Castricum.

Normaliter zou ik uitgaan van 10 km per uur, dus na pakweg 5 uur zicht op de finish. Maar daar is ’s nachts in deze omstandigheden geen sprake van. Sanitaire- en drinkstops, zigzag koersen over het onoverzichtelijke en doodstille strand en een steeds lager looptempo zorgen voor een lange looptijd van ruim 6½ uur. Mijn Garmin meet precies 51,4 km. De trapjes naar de strandtent vallen even moeilijk, maar dan is het leed geleden: warmte, geroezemoes, verwelkoming, soep, drank en eten. Heerlijk! Er zijn 15 uitvallers hoor ik. En diverse gevallen van bevroren ogen. De winnaar was na 5:10 uur al terug. Vlak na me finisht Mirjam Steunebrink, sportarts uit Groningen, o.a. auteur in het blad Runner’s World. Ik ken haar verder niet en kan op dat moment niet bevroeden dat dit spoedig tot het verleden zal behoren.

Al gauw kan ik een lift krijgen van de strandtent naar het station in Castricum en rij vervolgens nog steeds rillend van kou en vermoeidheid in mijn eigen auto naar het Egmondse hostel. Bij de ingang vertrekken net wat gasten naar Schiphol en ik kan me voorstellen dat een net arriverende hardloper met rugzak zo ’s morgens om 5 uur een vreemde indruk op hen maakt. Ik kan mijn geluk niet op als er geen andere bagage of slapers in mijn kamer blijken te zijn. Wel zo lekker rustig, en tegen half zes duik ik het bed in. De bedoeling is vier uur te slapen en dan in de eetzaal te ontbijten.

Na een diepe aanvangsslaap hoor ik de deur opengaan en twee gestalten zetten in het donker hun bagage neer en duiken in een bed. Wat is het toch een komen en gaan van mensen in zo’n Stayokay! Gelukkig kan ik goed slapen en dus ik dompel me in een heerlijke vervolgslaap.

De gasten zijn iets eerder wakker dan ik en ik heb ook zin om op te staan, de heren goedemorgen te wensen en lekker te ontbijten. Ga op de rand van het bed zitten en kijk in de verbaasde gezichten van ……..Stella en Mirjam!!! Als in een stripverhaal roepen we gedrieën tegelijk uit: {i}jij hier???{ei}
Over en weer worden grapjes gemaakt over gemiste kansen en woeste nachten! We douchen om de beurt en zo hoor ik van hen ieder apart alle wederwaardigheden van de afgelopen nacht. Stella was bijna een uur na Mirjam gefinisht en daarna konden ze de weg naar het hostel niet goed vinden, dus voor hen was het een korte nacht.
Hierna heb ik bijzonder gezellig met “mijn” beide dames ontbeten en ik weet zeker dat we elkaar nooit meer zullen vergeten na deze bijzondere nacht!

De moraal van dit verhaal: hardlopen is overal goed voor en Stayokay is goed voor de contacten.

Koos Rademaker
(koos <> rademakersports.nl)

Redactie: dit bijzondere verslag van de Dutch Coastal Race By Night gaat verschijnen in het clubblad van AV Triathlon (Amersfoort). Het leek Koos leuk om aan de vooravond van Texel te laten zien dat er bij een nog veel lagere looptempratuur dan straks op Tweede Paasdag op Texel er ook in die omstandigheden een warme relatie / herinnering met de Stayokay kan ontstaan.