Paaswinterwedstrijd

Irene van Wijk: “Na 7 keer zou ik nu, op mijn 60e, mijn laatste 60 lopen. En o, wat was ik er klaar voor. Hellingen getraind, zand, kracht, duur. Topconditie. Maar ook: winter. Al heel lang. Zo lang dat zelfs ík uiteindelijk ingehaald werd door de griep.”

Achteraf hadden we het vooraf kunnen weten. Dé constante van de 60 van Texel is dat elke versie volkomen anders is dan alle vorige. En als je dan weet dat ze al diverse varianten lente-, een echte hoogzomer-, een paar halve, en een hele echte herfstversie gehad hebben, hoe kun je dan nog verbaasd zijn over een wintervariant.

Tot in de details geregeld: heldere vorstnachten, wit bevroren ochtendweiden, lege winterakkers, kale Slufterstruiken. Om zeker te stellen dat het, ondanks de winterzon, echt de hele dag als -10 zou aanvoelen en elke kans op zoneffect te ontkrachten, werd de winterwind gedurende de dag steeds harder aangezet. Op het KNMI-kaartje met de maximale windstoten van 1 april is het ook duidelijk welk gebied de hardste windstoten van de dag had: de kust van Noord-Holland met natuurlijk Texel. Uit de meest effectieve windhoek, zodat 60 procent van de route verzekerd was van optimale terugduwwind. Voor de kou maakte dat gelukkig niets uit want windkracht 5 in de rug is nog steeds steenkoud.

Dat bood de lopers een mooie gelegenheid elkaar nu eens hun winteroutfit te tonen. Die kekke jasjes, bonte mutsen en allerhande handschoenen hadden we in Texel nog niet voorbij zien komen. Vooraf de benen scheren hoefde niet, want de winterbroek kon lekker aan. Het leverde me nog een persoonlijk primeurtje op: een wedstrijd lopen met een jasje aan. In 20 winters nog nooit gedaan. Ook leuk voor mijn jasje.

Zo’n winterwedstrijd heeft ook een veel bredere doelgroep. Gebruikelijk is dat de lopers de prestatie leveren. Dat moeten ze ook makkelijk kunnen want daarvoor hebben ze getraind. Maar deze vriesvariant vroeg ook enorme prestaties van de vrijwilligers en fietsers. Ongetraind! Want wie gaat er vooraf “8 uur stilstaan in de ijskou ” trainen, of “7 uur stapvoets fietsen met pooltegenwind”? Je zou wel gek zijn. Het levert je niets op, zelfs geen betere conditie.
Een loper kan stoppen. Dan wordt ie lekker met de warme bus naar Den Burg gebracht. Maar een sporthulp moet door, tot het bitterkoude einde. Zonder prijzen en aandacht. Dus petje af (als het niet zo koud was).

Natuurlijk waren er ook constanten: de persoonlijke aandacht, de geweldige organisatie, de supporters (echt waar, ondanks de kou). En de lammetjes. Kennelijk hebben ze op Texel ook winterlammetjes.

Helaas heb ik zelf ook een constante: elke keer wat. Eerst vier keer niks maar toen: in 2009 geen lucht, later opgelost door de longarts, in 2011 een langdurige blessure, na 2 jaar verholpen met een nieuwe loopstijl en krachttraining dank zij mijn wonder fysio Andres. En 2013? Na 7 keer zou ik nu, op mijn 60e, mijn laatste 60 lopen. En o, wat was ik er klaar voor. Hellingen getraind, zand, kracht, duur. Hartslag lager dan ooit bij een prima snelheid. Topconditie dus.

Maar ook: winter. Al heel lang. Zo lang dat zelfs ík uiteindelijk ingehaald werd door de griep (krant 4 april: epidemie duurt nu al 15 weken). Ik was hem jaren voorgebleven maar op goede vrijdag (hoezo goed?) had hij me te pakken.
Natuurlijk ben ik direct actief gaan rusten, op de bank, in de auto naar Texel, in het hotelbed. De griep wilde de koorts nog wel even ophouden maar de rest zeer zeker niet. Dus liep ik voor het eerst met longspierpijn, tophartslag bij slakkegang en de klimkwaliteiten van een potvis. Daar viel voor mijn arme fietser geen peptalk tegenin te brengen.

Het zal wel overgaan hoor, maar nu ben ik nog boos. Als ik langs de brug rijdt en denk aan al die vervelende hellingtrainingen. Als ik denk aan de Zandvoortcircuitrun in de storm en kou. Had ik dat maar niet gedaan dan was ik (misschien) niet ziek geworden. En natuurlijk ook op mezelf omdat ik niet kan genieten van toch wel helemaal uitlopen.

En de twijfel is toegeslagen. Misschien toch nog een poging wagen? Je kunt toch niet afsluiten met drie keer “wat”. Albert gaat misschien ook wel weer. Die had ook zo’n topconditie dat hij zomaar won in zijn klasse M55. Terwijl hij dat helemaal niet gemerkt had omdat hij lief anderhalf uur op mij ging staan wachten, samen met al die andere kanjers van AV’23. Dus moet hij nu terug om zijn titel te verdedigen. En dan wél de prijsuitreiking meemaken. Zo vaak komt dat tenslotte ook niet voor.

Dus wie weet wie er meedoen in de ongetwijfeld weer heel nieuwe 2015-Texel-variant.

Irene van Wijk
(irenevanwijk freeler.nl)