WiBoLT 2013, Samen kom je verder

Ernst Jan en Renske Vermeulen: “Toch heeft het lopen in het donker en in de regen ook wel weer zijn charmes. Je zit opgesloten onder je capuchon in je eigen kleine wereldje en het enige wat je hoeft te doen is je ene voet voor de andere te zetten.”

Het zal juli 2012 geweest zijn dat we op Internet voor het eerst iets lezen over de WiBoLT. De combinatie afstand (320km), hoogtemeters (11.700), tijdslimiet (90 uur) schrikt ons in eerste instantie echter af. Als we een week of twee later een mail krijgen waarin Wilma Vissers het heeft over de gouden looptip van het jaar en dat zij zich reeds heeft aangemeld, ligt het boek WiBoLT opeens weer open op tafel. Als Wilma dit aandurft dan wij toch zeker ook. Actie is nu snel vereist. Het betreft namelijk een zogenaamde Einladungslauf met slechts 50 startplaatsen. Voordat we het zelf weten staan we op de geïnteresseerde lijst. Nu nog even afwachten of Michael Esser (de organisator) een stel “groentjes” als ons gaat uitnodigen. Een paar weken later is het zover en wordt de geïnteresseerde lijst omgezet in een lijst voor definitieve deelname.

Vanaf nu staat ons loopleven in het teken van de WiBoLT. Van de namen die op de deelnemerslijst staan trekken we via de DUV na wat hun resultaten in het verleden zijn geweest. Er zijn deelnemers bij met veel ervaring op dit soort lange lopen, maar zeker ook deelnemers met een meer bescheiden loop verleden. Nu komt het er op aan om kilometers te gaan maken, maar nog belangrijker is het om uren te maken die je op je benen door brengt, of het nu hardlopend is of wandelend. De allereerste perfecte training op dit gebied was de Dutch Coast Ultra Run by Night. Tijdens deze loop kreeg Renske na een kilometer of 30 door de kou de benen niet meer goed rond. We hebben daarna de resterende 70km grotendeels wandelend afgelegd, waardoor we totaal 17 uur onderweg zijn geweest. Dat is nog eens uren maken. Gedurende de winter hebben we regelmatig onze geplande hardloop dag vanwege de kou omgezet naar een wandeldag.

Eind maart, het blijft bijtend koud buiten maar wij hebben een etappeloop in de planning over de Rheinsteig. Dezelfde route als de WiBoLT maar dan in omgekeerde richting en in 8 dagen. Deze loop heeft voor ons twee doelen. Eén het maken van hoogtemeters, wat toch altijd moeilijk is in Nederland en twee kennismaken met de route van de WiBoLT. De Rheinsteig blijkt een prachtige loop te zijn. Het gaat bijna continue berg op, berg af en maakt lussen waar een slang nog duizelig van zou worden. De uitzichten over de Rijn zijn fenomenaal. De route blijkt uitermate goed gemarkeerd, waardoor tevens het besluit valt om voor de WiBoLT geen GPS aan te schaffen. Dit moet lukken met goed opletten en het gebruik van de Forerunner 310XT wanneer het donker is. Een week na Limburgs Zwaarste 100km lopen we voor ons zelf nogmaals een 100km. Ditmaal moet een deel van het Veluwe Zwerfpad er aan geloven. We lopen met z’n tweeën, puur op elkaar gericht, zonder afleiding van anderen. Dit zal tijdens de WiBoLT ook het geval zijn. We gaan ongetwijfeld heel weinig andere lopers treffen tijdens het lopen. Half mei hebben we nog vier dagen achter elkaar om te trainen, deze bestaat uit een lange dag wandelen, volgende dag een lange duurloop en de volgende twee dagen nogmaals hetzelfde recept.

Wij zijn er klaar voor, het gas gaat er af.

Nog een week of twee voordat de WiBoLT van start zal gaan. De spanning neemt toe. Hoe gaan we het logistiek regelen? Wat nemen we wel, wat nemen we niet mee? Renske struint het Internet af op zoek naar verslagen van extreem lange lopen met nuttige tips. Renske komt een verslag van Mig tegen. Hij vindt een stuk gegrilde kip in zijn dropbag maar ook een pot appelmoes. Dat laatste bevalt hem erg goed. Tip voor ons, appelmoes gaat mee. Verder hoe reizen we naar Wiesbaden, hoe terug uit Bonn? Met de auto of met de trein? Moeten we nog een hotel boeken in Wiesbaden, of in Bonn of zetten we onze tent ergens neer? Allemaal vragen die ons bezighouden en beantwoord moeten worden voordat we gaan afreizen. Voor de start mogen we elk twee dropbags afgeven die de organisatie naar de twee grote VP’s (verzorgingsposten) op 105km en 220km zal brengen. Hier zal tevens een mogelijkheid zijn om te slapen. De dropbags hebben de omvang van een plastic tas en daar gaat niet al te veel in. Dus geen slaapzak mee, maar een lakenzak. Schone hardloopkleding, handdoek, reservebatterijen, drinken en eten voor het volgende traject en that’s it.

Op dinsdag 28 mei rijden we met de auto naar Bonn, we parkeren de auto 3 meter van de plek waar we na de finish kunnen slapen. Vervolgens gaan we met de trein en bus naar ons hotel in Wiesbaden. Nog snel even wat eten en dan heerlijk slapen tot de volgende morgen. In de ontbijtzaal treffen we slechts één andere loper, de Fin Jussi Riku. Even lekker kletsen over wederzijdse ervaringen. Voor ons hotel ligt een prachtig park. Thuis hadden we bedacht om daar woensdag lekker te kunnen relaxen. Maar de praktijk, regen, regen en nog eens regen….. Gelukkig kunnen we onze hotelkamer tot vlak voor de start aanhouden. Daarmee ziet de rest van de dag er als volgt uit. Lekker op bed liggen, rugzak en dropbags nogmaals inspecteren, startnummers ophalen en dropbags afgeven. Bij een woktentje nog wat eten, terug naar het hotel, nog even liggen, loopkleding aan, rugzak van +/- 7kg op en dan naar de start. Eindelijk….

Het regent nog een heel klein beetje als we naar de start toe lopen. Van de 71 lopers die nog op de startlijst stonden blijken er uiteindelijk 58 van start te gaan. Er volgen wat fotomomentjes en een korte toespraak door Michael Esser en off we go. Het is zowaar droog geworden als we onze eerste meters lopen. Het plan is als volgt. De grote VP’s liggen op 1/3 en 2/3 van de route en de cut off tijden hier zijn na 30 respectievelijk 60 uur. We willen deze VP’s bereiken na maximaal 24 uur lopen en daar dan 6 uur de tijd nemen om te eten, douchen, slapen, eten en de rugzak aanvullen met eten en drinken uit de dropbags. We gaan het zogenaamde ‘ecolopen’ toepassen. Dat houdt in : wandelen zodra het omhoog gaat.

Het begin is als elke andere ultraloop, er wordt veel gekletst en gelachen. Zo lopen we de eerste vlakke kilometers langs de Rijn. Dan gaat het de stad uit en begint het klimwerk. De paden worden onverhard. Hier merk je wat de regen met de route heeft gedaan. Blubber die aan je trekt bij elke stap die je wilt maken of je juist plotseling loslaat waardoor je over het pad glijdt alsof je een deelnemer bent aan Spel zonder Grenzen. Om de vijftig meter tref je wel een plas aan waar je behoedzaam om heen moet laveren om de voeten een beetje droog te houden. Dit kan een leuk tochtje gaan worden. Als we later in een bos terecht komen worden we geconfronteerd met nog een andere hindernis waarvan we er nog tientallen zullen gaan tegenkomen. Omgevallen bomen die dwars over het pad liggen. De meeste zijn zo gedrapeerd dat de kruin op het pad ligt en je daar een weg doorheen moet zien te zoeken. Voordeel hiervan is wel dat we nu niet meer naar het Boomkruinenpad in Drenthe hoeven.

Na een snelle eerste verzorgingspost (17,5km) waar we nog even een praatje maken met Eric Tuerlings gaat het verder, we gaan onze eerste nacht in. Hoeveel zullen er nog volgen? Het is mooi droog en er staat nauwelijks wind. Zoals gewoonlijk zakt het tempo in het donker wat. Later komen we Eric nog een keer tegen en als de duivel, zoals hij bij zijn eigen Keufelskopf is, vraagt hij geniepig of het een beetje te doen is. We antwoorden dat het goed te doen is. Eric zegt gniffelend, dat er nog pittige stukken gaan komen en wenst ons succes. Nog geen kilometer verder moeten wij ons een weg zien te vinden door het naar beneden stromende water. Al met al duurt het dan ook een behoorlijke tijd voordat we bij de verzorgingspost zijn op 54km. Hier nemen we de tijd om het nodige te eten en te drinken. De verzorgingspost is in de openlucht en al snel merk je dat je behoorlijk afkoelt, dus maar gauw weer verder. De beklimmingen en afdalingen zijn in het begin nog niet al te technisch dus als de ondergrond het toelaat maken we vaart.

Rond half vijf begint het te dagen in het oosten en voor je het weet loop je in een bos waar de vogels een prachtig concert ten gehore brengen. We zijn Assmannshausen gepasseerd hier wordt het Rijndal een stuk smaller. Oftewel het klimmen en dalen volgen elkaar nu in rap tempo op. De uitzichten op de Rijn zijn hier ook werkelijk verbluffend. Het is aardig weer en de zon laat zich zo nu en dan zien. Dat is ook hard nodig want ik ben gister in korte broek vertrokken en het was de afgelopen nacht toch een stuk kouder dan ik had ingeschat. Mijn knieën zijn wat stram geworden en de zonnewarmte doet ze goed. Genietend van de prachtige route en de aanmoedigingen van de vele wandelaars die zich op de Rheinsteig bevinden zijn we eigenlijk onverwacht snel bij de 1e VP (105km) waar een mogelijkheid is om te slapen. Het betreft hier de jeugdherberg op de Loreley. We bereiken dit punt om 12:30 uur na 18,5 uur lopen. Sommige lopers gaan door om zoveel mogelijk kilometers bij daglicht en met nu nog goed weer, af te kunnen leggen. Wij houden ons aan ons voorgenomen plan om de route in drieën op te delen en op tijd rust te pakken zonder in het rood te gaan. De verzorging is hier prima en we kunnen op een rustig 6 persoonskamer wat slapen. Na zo’n 2 uur slaap wordt het wat onrustiger op de kamer. Lopers komen en lopers gaan. Van slapen komt nu niet zo veel meer en we besluiten om maar op te staan. Nog even wat eten en om 17:30 uur zijn we weer op pad. “Keep on track”, zoals Mig zei.

Het is nog steeds bijzonder goed loopweer. Het traject waar we nu lopen kent bijna geen vlakke stukken, je gaat omhoog of je gaat omlaag over prachtige, soms redelijk technische singletracks. We kunnen mooi nog de nodige kilometers afleggen nu het tot na 22:00 uur licht zal blijven. In de schemering zien we veel reeën, die altijd een extra dimensie geven aan het lopen in de natuur. Een prachtige zonsondergang kleurt het landschap oranje rood maar belooft niet veel goeds voor de verdere ontwikkeling van het weer. Avondrood water in de sloot (Rijn). We gaan onze tweede opeenvolgende nacht in, de stilte valt over het landschap. Het tempo zakt. Het wordt nu snel een stuk kouder en de wind begint behoorlijk aan te trekken. Ditmaal ben ik wel in een lange tight vertrokken. Gisternacht was toch echt te koud als je in dit tempo loopt, en die stramme knieën wil ik niet nog een nacht.

Even buiten Filsen worden we verrast door een verzorgingspost. Die hadden we niet verwacht. Hier beseffen we allebei goed wat een geweldige prestaties de vrijwilligers neerzetten. Om 00:30 uur ‘s nachts zit hier iemand in dekens gehuld al vanaf 16:00 uur ‘s middags te wachten om een stel malloten, die zo nodig een stukje moeten lopen, van een hapje en een drankje te voorzien. De twee lopers voor ons zijn al 2 uur eerder gepasseerd en het zal wel even duren voordat hij de loper(s) na ons zal kunnen begroeten. Bij deze hulde voor al deze vrijwilligers! We hebben nog maar net dit verzorgingspunt verlaten of de eerste druppels beginnen te vallen. Gauw de regenjas aan, meteen ook lekker warm zo’n jas. De regen wordt heviger dus ook de regenbroek maar aan. We zijn net op tijd want dan gaan de hemelsluizen open. Waar de paden gedurende de dag ervoor redelijk begonnen te drogen, worden ze nu weer in snel tempo omgetoverd tot kleine stuwmeertjes en baggerdepots. Met deze neerslag houdt je de voeten ook met Goretex schoenen niet droog. Toch heeft het lopen in het donker en in de regen ook wel weer zijn charmes. Je zit opgesloten onder je capuchon in je eigen kleine wereldje en het enige wat je hoeft te doen is je ene voet voor de andere te zetten. Zo raak je in een soort trance die je het lopen doet vergeten. Je gaat in de vormen van de bomen en de struiken zelfs zaken ontwaren die er niet zijn. Zo zie ik een oud vrouwtje achter een opengeklapte kofferbak van haar auto zitten in afwachting van lopers die ze moet verzorgen. Olifanten lopen er ook rond in de bossen van Duitsland, net zoals dat er geparkeerde motoren staan. Hallucineren heet dat? Of gewoon slaaptekort?

We zijn nu vlakbij de Marksburg, een imposant kasteel boven het plaatsje Braubach. Hier raken we de route kwijt, pikken hem weer op en raken hem weer kwijt door een verkeerde interpretatie van hoe de route zou moeten lopen. De trance is weg. Het zicht is, door de in de zondvloed weerkaatsende hoofdlamp, beperkt tot een meter en de spanning tussen Renske en mij loopt op. Omdat we er allebei een andere theorie op na houden van waar we naar toe moeten. Toch maar weer terug naar het laatste punt waar we een markering hebben gezien. Ja, dit lijkt goed. Weer een splitsing van het pad.” Linksaf” roep ik tegen Renske, “ik herken het hier”. Ik loop in een flink tempo omlaag naar Braubach, waar we bij een verzorgingspost binnen kunnen zitten. Als ik beneden ben en kijk waar Renske blijft zie ik haar niet. Zeker even plassen. Na 5 minuten is ze er echter nog steeds niet, zolang hoeft plassen toch niet te duren. Op het roepen van haar naam komt geen enkele reactie. Allerlei negatieve gedachten spoken door mijn hoofd en als een dolle ren ik al roepende weer terug omhoog. Nog steeds geen enkele reactie. Ze zou toch niet….. shit man wat kun je jezelf gek maken. Op het punt waar we uit elkaar zijn gegaan tref ik Renske weer aan. Wat waren we blij elkaar weer te zien. Renske bleek het pad naar rechts te zijn ingeslagen op zoek naar een markering met de gedachte dat ik hetzelfde zou doen met het pad naar links. Nadat ze was teruggekomen bij het punt waar we uit elkaar waren gegaan en mij daar niet trof was bij haar ook enige paniek uitgebroken. Schreeuwend en met haar stok op een metalen bord rammend om mijn aandacht te trekken. Zonder succes, het was haar wel gelukt om de stok in tweeën te breken. Halverwege de tocht, de eerste 100 mijl zaten er nu op, mocht Renske verder met één stok. Achteraf was dit het enige moment dat ik even getwijfeld hebt aan het slagen van deze onderneming. Bij het verzorgingspunt in Braubach (160km) treffen we de Duitser Frank Nicklisch en de Belg Arno Lux. Vanaf hier zullen we deze twee regelmatig treffen of gezamenlijk lopen. Even de natte kleding uit en het nodige eten en drinken en dan back to the track. We gaan de tweede 100 mijl aanpakken.

Langzaam wordt het weer wat lichter, het regent niet meer zo hard, maar het blijft druilerig. In Koblenz kopen we wat broodjes, drinken een heerlijke kop koffie en eten een bakje yoghurt bij een bakker langs de route. Het tempo is er behoorlijk uit, we wandelen lange stukken maar vinden eigenlijk dat we toch ook weer eens moeten gaan hardlopen. We doorbreken de lethargie van het wandelen, door elkaar uit te dagen. Oké hardlopen tot dat bankje daar. Tot die boom daar. Nog 100 meter er bij tot dat bord. Op deze manier komt de gang er weer een beetje in.

We lopen nu van Koblenz naar Rengsdorf een deel van het traject dat ik me goed kan herinneren van der Rheinsteig en waar ik van te voren erg tegen opzag. Dit moet je dus nooit doen, want dan wordt het ook zwaar. De route is hier weer wat glooiender en zeker niet technisch. Ik heb op dit deel regelmatig een dip. Renske die, om de verveling te doorbreken, haar Ipod heeft opgezet , loopt hier echter een behoorlijk constant tempo over wat langere stukken. Ik probeer haar zo goed en zo kwaad als het gaat te volgen. Op een gegeven moment begint het bij mij ook weer te marcheren en kan ook ik het nodige tempowerk verrichten.

In de buurt van Rengsdorf treffen we de Duitsers Thomas Ehmke en Michael Frenz. Twee bikkels die de afgelopen winter hebben deelgenomen aan de Spine Race in de UK. Een race die ik met de nodige interesse heb gevolgd. Grappig dat we in dit deel van de race gelijk met hun oplopen, blijkbaar zijn wij wel aardig goed in dit soort loopjes. Samen met Thomas en Michael drinken we een paar koppen koffie bij een restaurant dat zich spontaan als verzorgingspost heeft opgeworpen. De serveerster is erg geïnteresseerd en volgt de race zo goed en zo kwaad als dat gaat via de GPS live tracker. Na deze break volgt een lange afdaling. De heuvels die daarop volgen zijn er veel meer dan ik me van de Rheinsteig kan herinneren. De 2e VP is daardoor verder weg dan gedacht. De nacht is alweer gevallen als we om 23:00 uur de 2e VP (220km) met slaapmogelijkheid in Feldkirchen bereiken. Het tweede stuk hebben we niet in 24 uur maar in 29,5 uur afgelegd. Mijn voeten zijn versierd met grote, kleine, dikke en dunne blaren. Renske heeft nergens last van. Er zijn inmiddels al aardig wat lopers afgehaakt. De regen en de afstand hebben hun tol geëist. Voor ons douchen, eten, drinken en dan kunnen we ons te rusten leggen, we vallen in een diepe slaap. Op verzoek worden we om 04:30 uur gewekt. We hebben 4 uurtjes geslapen. Rugzak weer aanvullen, nog even wat eten, koffie en we kunnen beginnen aan de laatste 100km.

We hebben nog 30,5 uur om de finish te halen. In de wetenschap dat de route na Unkel weer wat eenvoudiger gaat worden zijn we er van overtuigd dat we de finish op tijd gaan halen. Het weer is vandaag saai en koud. In Linz (260km) is de laatste verzorgingspost. Hier horen we dat Renske als eerste dame loopt. Er komt nu een doelstelling bij. Zorgen dat Renske als eerste dame de finish haalt. Hoewel dit meer een doelstelling is voor mij dan voor Renske. In het Siebengebirge loop je over grote brede boswegen. Dat maakt het lopen erg eenvoudig en eentonig, ik val bijna in slaap. Zodra het bospad overgaat in een singletrack waar je goed moet opletten, ben ik weer bij de les. Dan komen er twee wandelaars ons tegemoet lopen. Ze roepen: “koffie, cola, thee, gevulde koeken..”(maar dan op z’n Duits). Is dit een grapje? Nee, het zijn twee supporters en hebben ons herkend als mede-WiBoLT lopers. Uit hun rugzak wordt een thermosfles thee te voorschijn getoverd en wat al niet meer. Leuk zo’n spontane verzorging on track. Zij geven aan dat de tweede dame ver achter ligt en dat Renske zeker als eerste dame zal gaan finishen. Bij een restaurant aan de route drinken we maar weer eens koffie en doen ons verhaal aan twee dames die erg nieuwsgierig zijn naar het reilen en zeilen van die ‘vreemde’ hardlopers op de Rheinsteig.

Bij het vallen van de duisternis lijkt het erop dat we nog op zaterdag zouden kunnen finishen. We doen ons uiterste best, maar het kost teveel kracht om lang te blijven hardlopen. Als we eindelijk Bonn bereiken, waar we nog zo’n 3 km tegen een keiharde koude wind in moeten lopen blijkt dat het toch wel zondag gaat worden voordat we finishen. Desondanks zullen we ver binnen de limiet de eindstreep bereiken. Door de wind en de kou zijn er nauwelijks mensen op straat in Bonn. Alles bij elkaar een beetje een troosteloos geheel. Na de brug over de Rijn worden we opgewacht door Christoph Hoffmann die we kennen van Limburgs Zwaarste. Hij leidt ons in Bonn naar het eindpunt. Blij, opgelucht dat het er opzit en relatief fit gaan we over de eindstreep. Onderweg werd Renske af en toe al emotioneel, alleen al bij de gedachte dat wij samen de finish zouden gaan halen. Maar nu we deze werkelijk bereikt hebben blijven de traantjes weg, jammer. Felicitaties van Michael de organisator en de andere aanwezige worden in ontvangst genomen.

We hebben onze grenzen weer flink verlegd en willen nu wel heel graag slapen…….

Renske en Ernst Jan