Een Hollandse pacer in Belgische dienst

Hennie van Velzen liep als pacer voor de 4.15 groep in de Brussel marathon. Een marathon waar al menig loper zich op heeft verkeken en die moeilijk te pacen is.

De Brussels marathon. Een stadsmarathon met bijna 400 hoogtemeters. Als je als laaglander denkt, zoals ik bij mijn eerste keer, het is daar vlak is kom je bedrogen uit. Het zijn hellingen wat parkoers je brengt. En dan niet 100 meter. Nee, soms km’s achter elkaar. Maar die moet je ook weer naar beneden. Je begrijpt dat het pacen van deze marathon niet alleen enige parkoers kennis vereist, maar ook hoe je deze marathon op je bepaalde tempo opbouwt. Zelf loop ik daar als pacer (net als Antwerpen) alweer voor het 5de jaar. En altijd de 4 uur 15 groep. Streef tempo is 6.00 min/km. Zo houden we 2 min over voor bij de drankposten en andere ongemakken. Maar als ik dat streeftempo stug loop op dit parkoers, is binnen de eerste helft iedereen gesloopt voor de tweede helft. Pacing Brussels is dus heel anders als pacing Antwerpen. Het is trouwens dezelfde organisatie en dezelfde groep pacers die ook Antwerpen verzorgt. Twee Belgische Stadsmarathons die groeiende zijn. Ook dankzij de feedback die ze krijgen van de groep pacers onder leiding van Marnix Callewaert en Christ Vandenbroucke.

Nu is het 2013 en het weer is prima. Niet te warm, geen wind of regen. Lopen en genieten dus over het heuvelige naar ook groene parkoers. Het zijn namelijk niet alleen gebouwen die je ziet. Mijn compagnon voor vandaag is weer Mark van Bogaert net als in mijn begin jaren als pacer. Nu paced Mark tegenwoordig liever de 4 uur 30 groep. Een tempo waar hij week in week uit marathons op paced. Ook een zeer ervaren pacer dus.

Het is 09.00 uur als we starten. Wij beginnen pas met meten als we over de startstreep lopen omdat ten eerste je toch je netto tijd krijgt en ten tweede onze gps anders direct een afwijking heeft. Nu loop ik over het algemeen wel op het gevoel van mij benen en laat ik me niet gek maken door mijn gps. We beginnen rustig en niet te snel. Want oh oh oh. Ga je te snel, dan ben je lopend lijk op de alp d’huez van Brussel. De helling op 36 km. Rustig volgen de km’s, maar op 9 km blijkt mijn Garmin al op 9.45 te staan. Dat die dingen iets afwijken is bekend maar zoveel in zo’n korte tijd, nee das te veel. Iets klopt niet. Of de borden of de Garmin geeft verkeerde info. Nu weet ik dat het parkoers al jaren hetzelfde is en 42,2 km is. Dus betaalt het zich vanzelf terug. Van sommige km borden weet ik nog exact waar ze moeten staan. Dus daar kon ik de tijd op ijken met de km borden. De eerste 10 km gaat met een gemiddelde van 6.07 min/km. Een goed rustig begin. Groeien in het tempo heb ik mezelf aangeleerd. In mijn eigen begin jaren als marathonloper analyseerde ik de tijden van lopers bij meerdere wedstrijden. Het mooiste voorbeeld vond ik altijd Uta Pippig. Altijd goed opbouwend. Maar bij een belangrijke marathon probeerde ze het met een snelle start. En je raad het al. Ze kreeg het in het kwadraat terug betaald en stapte uit.

Terug naar de marathon. Van 10 naar 21 km krijgen we weer langdurige hellingen te verwerken, opbouwend in snelheid maar wel rekening houdend met de hellingen. Bij stijgende km’s gaat het tempo omlaag. Gaan we dalen, tempo omhoog. Maar ook weer niet te snel. Het gemiddelde van dit stuk 6.02 min/km. Ondertussen zie ik dat Mark het moeilijk begint te krijgen dat zie aan zijn gezicht. Ik ken hem langer dan vandaag. Na 25 km geeft Mark dit ook aan en stopt, tijdelijk. Want het stuk waar hij stopt komen we 4 km later weer langs. Ik neem de groep op sleeptouw en coach wat debutanten. Na 29 km stapt Mark weer in. Want ja, we zijn er voor de lopers en niet voor onze eigen tijd of prestatie. Hij heeft er trouwens al meer dan 160 uitgelopen dus dat is de kunst niet meer. Mark oogt ook gelukkig weer wat frisser. Gemiddeld tempo tussen 21 en 30 km is 6.00 min/km.

Langzaam komen we bij de helling op 36 km. Is die zo bijzonder dan? Nou, naast de flinke stijging en duur is het vooral de plaats in het parkoers. Ik kan makkelijk praten maar de lopers die hun marathon lopen staan vaak op breken en moeten dan zo’n helling verwerken. Nu zijn gelukkig niet allemaal zo en gaat een kwart van mijn overgebleven groep er aan de voorkant vandoor na deze helling. Wat mij deugd doet. Vanwege de goede opbouw hebben ze de kracht om door te gaan. Zelf boemelen we naar de finish en proberen nog zoveel lopers te motiveren tot aansluiten. Gemiddelde tempo van 30 tot finish is 5.57 min/km. Wat resulteert in een eindtijd van 4:14:14. Mijn gps gaf 43,47 km aan en was dus afwijkend.

Wederom een mooie en goed georganiseerde marathon waar de drankvoorziening uitmuntend is.

Hennie van Velzen