Verslag Loop van Vlaanderen 18 mei

André Boom: “Net als door de fietsers moesten de beruchte kasseienstroken vanzelfsprekend ook door de lopers getrotseerd worden. Maar over die heuvels lopen ook hele mooie en soms verrassend steile singletracks en beekbeddingen…”

Eikenberg, Koppenberg, Oude Kwaremont, Paterberg. Wie wel eens naar een reportage van de Ronde van Vlaanderen heeft gekeken zal weten dat dit de met kasseien geplaveide hellingen zijn waarop de profwielrenners zich tijdens een ruim 250 kilometer lange omloop mogen bewijzen. Welnu, over een gedeelte van dit parcours wordt door onze Belgische vrienden sinds vorig jaar een schitterende ultraloop georganiseerd die het midden houdt tussen een landschapsloop en een trail, met de toepasselijke naam ‘Loop van Vlaanderen’. Net als door de fietsers moesten de beruchte kasseienstroken vanzelfsprekend ook door de lopers getrotseerd worden. Maar over die heuvels (hoger dan zo’n honderd meter zijn ze niet) lopen ook hele mooie en soms verrassend steile singletracks en beekbeddingen, vandaar het behoorlijke trailgehalte van deze loop. Je zou het niet verwachten, maar op het 50 kilometer lange parcours worden toch nog 925 hoogtemeters ontmoet.

Het weer was droog en zonnig zodat de beekbeddingen goed beloopbaar waren, maar onder regenachtige omstandigheden zou er heel wat geglibberd worden. Nu was het stoffig en vooral warm: met wind mee een gevoelstemperatuur van tegen de 25 graden, niet mijn favoriete weertype voor een wedstrijd. Door de lage luchtvochtigheid was de warmte echter goed uit te houden, hoewel ik in de laatste tien kilometer wel veel tijd heb moeten inleveren doordat ik me gedwongen zag om op steeds meer hellingen te gaan wandelen. Overgaan op de ‘energiebesparende modus’ zal ik maar zeggen.

De loop startte in Oudenaarde, op de Markt vlak bij het ‘Centrum Ronde van Vlaanderen’. Op zo’n mooie zondag is deze streek een Walhalla voor racefietsers en ik verbaas me er nog steeds over hoe de organisatie de route heeft weten te vrijwaren van de pelotons fietsers die daar normaal gesproken en masse rondrijden. Ze gebruikten daarvoor mobiele wegafzettingen in de vorm van met vlaggen uitgeruste MTB-ers. Kennelijk werd dat door de toerfietsers beter geaccepteerd dan afzettingen met hekken, linten, politie en dergelijke.

De 50 kilometer kende 200 deelnemers die om 10 uur van start gingen. Vijf minuten daarna kwamen de, jawel, 1000 lopers van de 25 kilometer. Het gevolg liet zich raden. Net toen we de eerste smalle en met stenen bezaaide beekbedding aan het afdalen waren kwamen de eerste snelle horden van de 25 kilometer over ons heen hetgeen leidde tot veel geroep, geduw en getrek maar wonderlijk genoeg geen enkele valpartij. Toen de snelste groep voorbij was kwam er wat meer rust in de wedstrijd, maar het bleef tamelijk druk zodat zich al snel linten met lopers vormden op de éénpersoons paadjes.

Maar na 25 kilometer hadden wij als 50 km lopers de Vlaamse Ardennen voor ons alleen en konden we gaan genieten van het ongelooflijk mooie landschap dat zo’n beetje het midden houdt tussen Zuid Limburg en het Groene Hart van Zuid-Holland. Oude eikenbossen en golvende heuvels werden afgewisseld door frisse groene weiden met vee. Overal lagen kleine dorpjes verstopt tussen de bomen en de heuvels en allemaal hadden ze mooie kerktorentjes die als bakens boven het landschap uitstaken. Ook de voeten kregen genoeg afwisseling: schots en scheef liggende kasseien, bospaden vol wortels, omgevallen bomen, schelpenpaden, smalle voetsporen, beekjes en een héél enkele keer wat asfalt.

Ruim voldoende proviandposten (om de vijf kilometer!), goede routeaanduidingen en prima verzorging na afloop. Geen ruige trail en een geheel ander België dan wat je in de Wallonische Ardennentrails tegenkomt. Lieflijk en toch geen sinecure met zo’n twintig pittige heuvels die van verschillende kanten beklommen moesten worden.

Mijn ambitie om onder de zes uur te lopen heb ik niet kunnen waarmaken omdat het daar toch net iets te warm voor was, maar ik heb volop genoten van deze ‘ontdekking’. Wat mij betreft volgend jaar weer! De laaghangende boomtak die tijdens de eerste drie beklimmingen van de Koppenberg mijn hoofd raakte was eigenlijk het enige minpuntje die deze loop door de Vlaamse Ardennen voor mij had. Een vriendelijk kopstootje van de Koppenberg zullen we maar zeggen.

André Boom