Namibia Desert Challenge en Swiss Iron Trail T141

Hans Lems: “Ik werd op de T141 3e bij de M50 en 17e overall. Niet slecht voor een Nederlander wonend op -6 meter vind ik zelf.”

Weer terug in eigen land na 2 loopevenementen; de Namibia Desert Challenge (NDC) en de Swiss Iron Trail T 141.

De NDC is een zeer leuke instapwoestijnrace. 220 km lopen in 5 dagen. De busreis van Windhoek naar de start was er een met letterlijk en figuurlijk hobbels. Slechte gravelwegen en een bus die halverwege bijna op z’n kant ging door een klapband en vastgelopen remmen. Daar sta je dan midden in de woestijn met 24 deelnemers en een chauffeur. De ANWB? Die had het even te druk. Na ruim een uur kwam er een assistentie pick-up met wat gereedschap die het gevaarte weer aan de praat kreeg. Echter ….. na 10 km liep de boel weer vast. Met wat ducktape en tie-raps de remleiding weer gerepareerd en 4 uur later dan gepland toch nog heelhuids op de plaats van bestemming, Sossusvlei Lodge, aangekomen.

We werden opgewacht door een enthousiaste organisatie en getrakteerd op een heerlijke maaltijd. Vlak bij de lodge was een eenvoudig tentenkamp opgezet. Gelukkig vaste (en schone) douches en toiletten aanwezig. Het tentenkamp was het vertrekpunt voor iedere dag. Je loopt dus niet zoals bij de MDS met eigen bepakking van A naar B enz. De 5 loopdagen zagen er globaal als volgt uit: om 6 uur op, om 7 uur met de bus naar een startpunt, een etappe lopen tussen de 40 en 50 km met zeer goede verzorgingsstations, finishen en terug met de bus. ‘s Avonds een fantastische maaltijd, verzorgd door zeer vriendelijke en enthousiaste locals. De loopstages varieerden qua ondergrond van mulzandpaden tot ellenlange asfaltwegen, van eindeloze zanderige steenvlaktes tot rotsachtige gebergten. De laatste 2 dagen werden de bekende red dunes overgestoken, met als climax Big Daddy; een duin van 340 meter hoog. Zandkappen over je schoenen vereist. De laatste avond werden we getrakteerd op een afscheidsdiner met de beelden van de week. Al met al een zeer geslaagde week en een aanrader voor ieder die een woestijnloop wil doen. Klein minpuntje …….. de kleine koepeltentjes in het basiskamp, waarin het slapen regelmatig niet echt comfortabel was. Mocht je er over denken om mee te doen denk dan aan een goede warme slaapzak tegen de soms zeer koude nachten en oordoppen tegen het gesnurk van mededeelnemers en het gejank van jakhalzen.

Krap 3 weken later op weg naar Zwitserland voor de T141, Een ongeveer 145 km lange bergtrail met 8. 500 hoogtemeters. Er was ook een T201 km ,maar die vond ik als eerste bergtrail boven de 100 km een beetje te gortig. De T201 start in Davos 12 uur eerder dan de T141, die om 12 uur ‘s nachts in Samedan start. Je start dus in het begin van de nacht; niet echt een voordeel.

Wachtend op de start zagen we in de hal in Samedan de deelnemers van de T 201 doorkomen, die al 60 km achter de rug hadden. Enkele zagen er op dat moment al niet erg fris meer uit. Voor hen nog maar 145 km te gaan. Wij zouden om 12 pm aansluiten met ongeveer 75 deelnemers. Ik had mij voorgenomen om heel rustig te starten. Mijn enige bergvoorbereiding was immers maar 4 dagen lopen in de buurt van Garmisch Partenkirchen. De eerste nacht goed doorgekomen, niet gevallen. De dag daarop ook niet echt veel problemen; zeer wisselende weersomstandigheden van zon tot korte sneeuw / hagelstormen. Je moest dus regelmatig je kleding aanpassen. Af en toe even de route zoeken, die over het algemeen goed uitgezet was met fluorescerende vlaggetjes. Aan het eind van de eerste dag de tweede nacht in zicht. Om ongeveer 7 uur ‘s avonds de helft van de race bereikt. Een gemiddelde van 3,5 km per uur. Sneller was voor mij niet te doen met dit soort beklimmingen; je praat dan niet over slingerende bergpaadjes, maar over routes die recht naar boven en beneden zijn uitgezet bezaaid met losse stenen en wortels. Aan het begin van de tweede nacht was de vraag even slapen/ rusten op beschikbare slaapmatten of eten en drinken laden en doorgaan. Ik koos voor het laatste. Naderhand gebleken een goede keuze, want de meeste T 141 en T 201 lopers hadden na een paar uur slaap/ rust geen puf / zin meer om verder te gaan. Gedurende de tweede nacht wel wat dode momenten gehad; daar loop je dan om 2 uur ‘s nachts door de Zwitserse bergen in de mist op zoek naar het volgende vlaggetje en weer een steile beklimming waar maar geen einde aan lijkt te komen.

Om 6 uur het einde van de tweede nacht ….. gelukkig! Nog 50km te gaan. Een uurtje of 12. Mijn benen draaiden wonder boven wonder nog heel goed, zeker na al die afdalingen. Wat heel irritant werd was het constante hongergevoel; ik kreeg het niet meer weggegeten. De verzorgingsposten waren voor mij onvoldoende en mijn Powerbarrepen kwamen zo langzamerhand mijn neus uit. Patat, pannenkoeken, milkshakes, dat was waar ik trek in had. Uiteindelijk het punt van de laatste 20 km bereikt. Volgens een Zwitserse arts die mij controleerde was het “nog een beetje omhoog en naar beneden en dan nog een laatste klimmetje met als slot een 5 km afdaling tot Davos”. Als een Zwitser dat zegt bereid je dan maar voor op het ergste. Inderdaad; 7 km voor de afdaling naar Davos nog een klim naar 2.300 meter. Over die laatste 20 km heb ik dik 6 uur gedaan. De 5 km afdaling verliep vrij redelijk hoewel enige ledematen lichtelijk begonnen te protesteren. Niet gek na meer dan 42 uur lopen. Bij de finish wacht dan je vrouw; toch wel een emotioneel moment. Ook zij had 42 uur meegeleefd, meegedacht en was, waar mogelijk met het Zwitsers openbaar vervoer, naar tussenstations gereisd ter ondersteuning. Hulde!!!

De volgende ochtend een felicitatie- sms van Datasport ….. 3e bij de M50 en 17e overall. Niet slecht voor een Nederlander wonend op -6 meter vind ik zelf.

Groet,
Hans Lems
Wateringen