The Dark Side of the Moon

André Boom: “Boven zee doemde een donkere shelfcloud met bliksems op. Maar ach wat zou het? Daar was de Pierewaai al met zijn koffie en gebakken ei met spek.”

De Summer Dutch Coast Ultra Run by Night Editie 2014 was mijn vijfde deelname aan deze door Rinus en Ferry georganiseerde nachtelijke strandloop van Den Helder naar IJmuiden. In 2012 liep ik de wintereditie (90km) en de zomerversie (50 km). In 2013 alleen de beruchte ijskoude winterloop en in 2014 weer zowel winter (75 km) als zomer (75 km).
Elke editie van deze loop is een verhaal apart. In 2012 behoorde ik tot het selecte groepje dat de pittige primeur voltooide in een spiegelglad IJmuiden. In 2013 stapte ik na 45km onderkoeld in de auto na een eenzame dwaaltocht door de bevroren en besneeuwde en door een harde Oostenwind geteisterde kop van Noordholland. Na de zomerloop van 2013 viel ik flauw. In januari dit jaar leek het wel een zomerloop, zo zacht was het. De Summer DCURBN 2014 verliep ook niet zonder slag of stoot.

Meer nog dan in de winter is de zomereditie vrijwel zonder support. Op de 50 km die in Castricum eindigt wordt zelfs niet eens een tijd geregistreerd, simpelweg omdat daar niemand staat. Het strandpaviljoen de Deining, dat in de winter als een gezellige warme huiskamer openstaat voor de lopers, was nu dicht. Rinus had ergens onder een houten trappetje wat flessen sportdrank verstopt voor degenen die doorgingen op de 75 km. Als je in Castricum geen auto had staan was dat trouwens de enige optie, want wat voor zin heeft het om 5 kilometer naar het NS station te lopen om daar vervolgens anderhalf uur op de eerste trein te gaan zitten wachten?

Ook de post aan het begin van de Hondsbossche Zeewering ontbrak. Kortom: 75 kilometer eenzaam bikkelen, terend op de inhoud van je rugzak. En het was nieuwe maan. Pas tegen de ochtend zag ik een smal maansikkeltje opkomen. Daardoor was het echt aardedonker. Veel donkerder nog dan in de winter omdat er dan ofwel geprofiteerd wordt van de hoog aan de hemel staande volle maan, en anders de grijze en nevelige atmosfeer het licht van verre steden en dorpen en de vlammen van Tata Steel oranjeachtig reflecteert. Nu was het, na een dag van zware regenval en onweer, kraakhelder. Ter hoogte van Lange Jaap kon je de vage lichtcluster van de industrie bij IJmuiden al ontwaren. Toen we ter hoogte van Camperduin voor het eerst richting Egmond aan Zee konden kijken zag je een felle witte vuurtoren te midden van rode en witte lichtjes. Ik dacht dat dat Egmond was, maar het bleek IJmuiden te zijn. De duisternis werd nog versterkt door de zwartheid van het strand die het gevolg was van de intensieve regenbuien van die dag. Er was totaal geen reflectie.
Het weer was de 36 lopers die om tien uur in Den Helder gestart waren welgezind: het klaarde breed op en het bleef de hele nacht droog. De buien bleven boven zee hangen wat af en toe leidde tot spectaculaire (weer)lichtshows. De wind, die de hele dag krachtig uit het zuidwesten had geblazen draaide zowaar naar NW en nam in kracht af.

Prima condities zou je zeggen. Maar het viel tegen. Het strand was grotendeels vlak maar zuigend en zompig door de regen van die dag. Door het rugwindje voelde het wat vochtig en benauwd aan waardoor ik niet lekker door kon ademen. De vrije ademhaling wordt sowieso toch al belemmerd door de nogal zware rugzak die op de longen drukt. Maar het ergste was de slaap. Waardoor het kwam weet ik niet, maar ik verging van de slaap. Veel meer dan gedurende de andere edities. Om een uur of twee in de nacht hield ik het niet meer en heb ik ergens tussen Camperduin en Hargen de donkere duinrand opgezocht, mijn regenjack aangetrokken, lichtje uitgedaan en met mijn rugzak als hoofdkussen heb ik een kwartiertje genoten van een onrustig slaapje. Hoe mooi was het om de ogen weer open te doen en als eerste indruk recht omhoog in die fenomenale sterrenhemel te kijken met het gegrom van de branding als sfeermuziek! Ik werd wakker op een andere planeet, helemaal alleen. Letterlijk, want de lopersdwaallichtjes die ik voordien in de verte achter me had gezien waren allemaal verdwenen en ook voor me was het zwart. Maar wat doet het er toe, een loop als deze doe je volkomen in je eentje. 36 Mensen die zich in de loop van vele uren over een verlaten strand verspreid hebben zijn naaldjes in een hooiberg. Door het koele zomerweer waren er bovendien vrijwel geen andere mensen op het strand. In 2012 was dat wel anders, toen liepen we tussen de kampvuurtjes met min of meer aangeschoten feestende badgasten door en lagen er mensen op het strand te slapen (dit jaar dus ook, maar dat was ik zelf).
Net als in de beruchte winterloop van 2013 ben ik bij Petten weer achterlangs de Zeewering gelopen. De reden daarvoor waren de zandopspuitwerkzaamheden waardoor de weg over de dijk afgesloten was. Daarna weer het strand op voor de volgende 20 kilometer tot Castricum aan Zee. Geest en lichaam dompelen zich in een weldadige trance en de uren vliegen voorbij onder de wentelende sterren. Tussen Egmond en Castricum volgde de moeilijkste passage. Met hoogwater moest er op een schuin oplopend strandje van maar een paar meter breed een pad gebaand worden tussen de aanstormende golven en enorme pollen zeewier waarin soms harde voorwerpen verstopt zaten. De flessen sportdrank bij Castricum kon ik niet vinden, dus maar verder op de laatste halve liter drank die ik nog bij me had. Voor ik het wist was ik bij Wijk aan Zee en was daar getuige van het feeërieke schouwspel van een tussen de pieren binnenlopend enorm cruiseschip met volle verlichting. Maar het mooiste was wel de opgloeiende dageraad links achter me boven de duinenrij. Inmiddels was ik bijna op de zonder verlichting lopende blotenvoetenloper Martin gebotst en samen liepen we het laatste stukje strand. Ongelooflijk dat hij met zijn onbeschermde voetzolen over die knisperende schelpenbanken kon lopen.

De laatste 18 kilometer zijn niet de mooiste. Achter het gigantische Corus complex langs gaat het dan richting het sluizencomplex. Martin ging rechtdoor richting station Beverwijk. Zijn blote voeten hadden geen zin in al het asfalt. Bij mij ging het vlammetje weer een beetje uit en ik heb afwisselend stukjes gewandeld en gerend. In IJmuiden heb ik mezelf bij een tankstation getrakteerd op een grote Cappuccino maar die resulteerde in maagkramp. Het laatste stukje van de route ging over een smalle duintrail tussen dichte bossages van doornenstruiken. Boven zee doemde een donkere shelfcloud met bliksems op. Maar ach wat zou het? Daar was de Pierewaai al met zijn koffie en gebakken ei met spek. Ik was geloof ik de achtste loper die daar binnenkwam in een niet-super tijd van 9 uur 50 minuten. Maar wat betekent tijd na een lange nacht vol trance?

Met vriendelijke groet,

André