The Coal Miner’s Trail 45 km

Paul van Hiel speelt voor everzwijn, een van zijn specialiteiten…

Oef, na die zware trail vorige week waren men benen toch wel wat stijf… Maar vooral die tenen van mijn rechtervoet waren nogal geaccidenteerd. Heel de week dan maar niet lopen, donderdag waag ik me dan toch even aan 4km en de benen voelen wel sterk aan, maar wat is 4km. Vrijdagnacht, mijn laatste antibioticapilletje is binnen (die vervelende abces weet je wel) en ik slaap als een roosje, eindelijk na zoveel slapeloze nachten. Vol goede moed en motivatie dan maar richting Genk. Mijn voet doet nog volledig pijn dus mijn trailschoenen blijven thuis.

Deborah die heeft deze week wel al kunnen trainen, alsof het voor haar niets is zit ze de dag na een trail touwtje te springen… De bedoeling is om vandaag samen te lopen en hopen dat die voet niet te veel parten gaat spelen. In Genk was het nog even zoeken want ik neem een verkeerde afslag maar toch staan we netjes op tijd tussen een gezellige bende om er weer een mooie herinnering van te maken. De sfeer zit super.

Voor de start een korte briefing, het zou de hele nacht zitten regenen hebben en naar het schijnt ligt het parcours er loodzwaar bij, ik kijk even naar het profiel van mijn oudste afgesleten joggingschoenen en denk er het mijne van. We zien wel, zwaarder dan vorige week kan toch niet. 4 rondjes moeten we doen van iets meer dan 11km, we moeten over twee molshopen per ronde en zouden zo aan 860 hoogtemeters komen. Ik zie de hoopjes in de verte liggen en ze lijken toch onschuldig.

En plots….bam…en in een milliseconde beslissen mijn benen om er vandoor te gaan… ik neem de kop van de wedstrijd, de benen voelen super. Pat Vandebeek loopt naast me en verschiet toch wel dat ik zo vooraan loop. Toch kan hij nog een grapje maken en gaat om één of andere reden op de grond liggen. Een blik achter mij vertelt dat Deborah niet volgt dan maar niet samen lopen vandaag. Tot km 4 ergens hou ik de kop en dan komt Pat me terug voorbij gevolgd door wat andere lopers. Na 5km ergens een eerste bevoorrading, snel een bekertje drinken en weg. Ondertussen zien we die molshopen rechts van ons en ze zien er toch wel al wat indrukwekkender uit, oeps, moeten wij daar over.

Strompel strompel, ik voel me opgesloten in mijn eigen lichaam, alsof niets nog gaat lukken. Helemaal boven roept een supportster ” goed zo mijnheer” waarop haar dochter, ”mama, die mijnheer ziet wel knalrood hé” .. oeps, ik voelde het ook, alsof ik elk moment kon openbarsten… doseren Paul, gas terug nemen. Een paar lopers halen me in, Ghislain moet ik ook laten gaan, het loopt plots stroef en ik moet de bosjes in. Wat een opluchting, plots krijg ik terug de kracht om door te gaan. Nog veel te warm gekleed en zweten als een otter maar het loopt terug goed.

Rondje één in 1u03, te snel volgens mij en het speelt in mijn hoofd om me te laten afzakken, gelukkig komt Stefan naast me lopen en spreekt wat moed in, na een babbel geeft hij terug ritme. 2 de maal die terrils over, het gaat beter maar ik doseer. Die tenen doen pijn maar snel lopen gaat beter af. Het weer is zalig en het parcours ligt er allesbehalve zwaar bij, met mijn versleten joggingschoenen ben ik niet één keer geschoven. 2de ronde op, we zitten op cruisesnelheid, de tijd gaat eigenlijk enorm snel voorbij door het mooie afwisselende parcours, weer een mooi stukje natuur ontdekt. In de verte zie ik die terrils weer liggen, ze worden steeds maar hoger en zwaarder, maar nu we zo ver zijn keren we niet meer terug.

Yves is ondertussen uitgestapt, nog enkele deelnemers konden niet meer verder door blessure of andere obstakels. De derde ronde loopt in feite nog redelijk vlot en ik verlies weinig tijd. Mijn plaats lijkt ook veilig want in de verte zie ik geen andere loper afkomen. De vierde ronde is een feit, zalig gevoel, weer finishen, de lopers van de kortere afstand zijn mikpunten om naar toe te lopen. Net voor de eerste beklimming zie ik Deborah dapper voor me lopen, eindelijk kan ik haar dubbelen, “zie je wel dat we samen gingen lopen”… Ze gaat nog goed vooruit en moet in de beklimming zelfs een beetje gas terug nemen omdat ik even dood zit. Wat peptalk en ze schreeuwt me verder, ik raap terug moed bijeen en pers er nog uit wat er in zit (lees dit niet verkeerd). De donkere wolken komen steeds dichter en een onweer barst los, voor de zoveelste keer dit jaar speel ik watereendje, grrrr, ben het beu die regen. Het valt met bakken uit de lucht en door mijn pas te versnellen komt Ghislain terug in mijn zicht, ik kan hem nog net in de laatste 500m inhalen en finish in 4u19’06 en een mooie 7de plaats.

Deborah ziet het nog zitten om in die regen een ronde te lopen, het parcours is ondertussen even wat zwaarder geworden, respect voor alle lopers die na die bui nog een ronde moesten. Ik ga Deborah ergens opwachten en hoor iemand afkomen, die persoon heeft bijna zijn Ultraloop uitgelopen want 3 mensen hebben hem zien een ander (korter) parcours nemen, foei. Dan hoor ik Jack en Els in de verte aankomen, tijd om me even in de struiken te verstoppen. Even een everzwijn nadoen (een van mijn specialiteiten). Ze blijven plots staan, wist ik veel dat Jack juist een heel verhaal gedaan had over everzwijnen en hoe gevaarlijk ze konden zijn. Na lang aarzelen doen ze nog een paar stappen, hehe, ze konden er mee lachen als ik uit de struiken sprong.

Even later komt Deborah afgelopen, yes, weer eentje op haar palmares, na vorige week een hele zware 50km doet ze het weer, 45km op 6u06’54. Weer een medaille rond onze nek. Een super organisatie, Deborah bedankt de organisatie dat ze gewacht hebben tot iedereen binnen was, ongeacht hun tijd. Op het parcours was niet één gelletje of papiertje te vinden, zo moet het, respect voor uw omgeving. We hebben ons heel goed geamuseerd ondanks we die molshopen toch wel even vervloekt hebben.

Als beloning voor haar goede prestatie trakteer ik Deborah op nog een fikse wandeling in La Roche enkele uren later. We wandelen nog een stuk van de lus van vorige week en merken op dat elk gelletje weg is, op enkele lintjes en bordjes na hebben ze toch wel alles proberen opruimen, gelukkig maar. Het moet niet gezegd dat we goed geslapen hebben zeker, de storm die die nacht onze auto doorheen schudde heeft ons niet gedeerd. Zondag dan maar uitwandelen…met de nodige hoogtemeters en paddenstoelen plukken. Dezelfde avond maak ik ze klaar in een groot omelet dat we verdiend hebben. Of het eetbare paddenstoelen waren? Na het eten van dat omelet hebben we uren gelachen.

Op naar de volgende.

Paul van Hiel