Geen zicht op geen strand

André Boom: “In de felle lichtbundels van hoofdlampen werden te midden van wolken opwaaiend schuim menselijke gestalten zichtbaar die zich op het glijdende zand van het duin moeizaam staande probeerden te houden op de rand van een zwarte diepte…”

‘Geen zicht op geen strand.’ Met deze bemoedigende woorden stuurde mede-organisator Rinus vanaf de eerste post aan het begin van de dijk bij Petten de lopers weer de nacht in. Deze vijf woorden vormen een perfecte karakterisering van de nu al historische 5e editie van de DCURBN. In het holst van de nacht bulderde de storm. Het schuimende water stond tot aan de weggeslagen duinen. In de felle lichtbundels van hoofdlampen werden te midden van wolken opwaaiend schuim menselijke gestalten zichtbaar die zich op het glijdende zand van het duin moeizaam staande probeerden te houden op de rand van een zwarte diepte waarin het ziedende zeewater kolkte. Ver voor hen uit rende de latere winnares in een tempo alsof haar leven er van af hing. En dat was ook zo, want ze zakte bijna weg in het drijfzand.

Is dit heroïek? Welnee, dat woord was al gereserveerd voor de Halve van Egmond die datzelfde weekend, comfortabel overdag en bij afgaand tij zou plaatsvinden. Deze nacht was er niemand heroïsch bezig. Dit waren ervaren, nuchtere types van weinig woorden. Ultralopers die een trail van 100 kilometer of meer een ‘mentaal spelletje’ noemen.

Dit is de Dutch Coast Ultra Run by Night. Oftewel de langste strandloop ter wereld. Ooit begonnen als een reactie op de scherpe tijdslimieten bij de Jan Knippenberg Memorial. De afstanden en het afzien zijn voor deze mensen geen probleem. Ze houden vol, ze bijten zich vast. Alleen zijn ze niet altijd even snel. Vandaar dat er 5 jaar geleden door Rinus en Ferry een wilde loop van ruim honderd kilometer van Den Helder tot ergens in Zuid-Holland werd georganiseerd waarbij ‘tijd geen rol speelde’. Inmiddels is deze loop uitgegroeid tot een fenomeen en is er ook een zomereditie bij gekomen. En kan er gekozen worden uit afstanden van 25, 50 en 100 kilometer.

Beruchte edities zijn er inmiddels geweest. Regen en wind, sneeuw en ijs. Maar altijd was er dat strand. Dat mooie, brede strand, al dan niet verlicht door de eerste volle maan van het jaar.

En dan, eindelijk, dit jaar ‘the Perfect Storm’. Aan de zuidflank van het sturende IJslandlaag Christian was een ware optocht van zeer sterk uitdiepende randstoringen op gang gekomen. Opgejaagd door een krachtige straalstroom trokken deze snel uitdiepend en met een sterk windveld het Noordzeegebied op. Twee daarvan, ‘Elon’ en ‘Felix’ geheten, waren van plan om juist op 9 en 10 januari de noordwestkust van Nederland op stelten te zetten met een volle windkracht 8 uit het zuidwesten en uitschieters van 9 á 10 Beaufort. Het hek was van de dam, de DCURBN zou gedoopt gaan worden tot volwassenheid.

Natuurlijk hield de organisatie de weersontwikkelingen goed in de gaten. En natuurlijk werd de loop niet afgelast. Het is tenslotte geen Berenloop. ‘Hier doen we het voor, maar iedereen moet wel doordrongen zijn van de risico’s. Bij enige twijfel: begin er niet aan’. Dat was het adagio, de strijdkreet. Velen begonnen er wel aan, en die hebben misschien wel de nacht van hun leven gehad. Je moet er bij geweest zijn om je er een voorstelling van te kunnen maken. Golven waar strand hoorde te zijn. Oren die gaan fluiten door het constante gebulder van de wind. Lopers die met moeite treintjes proberen te vormen, steeds door de windvlagen tegen elkaar aan geworpen. Een lucht vol zand en schuim waarin het moeilijk ademen is door de druk van de wind.

Van de velen die begonnen hebben velen, waaronder ondergetekende, niet de beoogde afstand gehaald. Slechts enkelen hebben de volle honderd kilometer afgelegd, enkelen 75 kilometer (IJmuiden), de meesten de 50 kilometer (Castricum aan Zee) of de 25 (Petten). Maar iedereen die er bij was heeft een enorme prestatie geleverd, ongeacht de afstand. Elke kilometer die onder deze omstandigheden is gemaakt is memorabel.

Het is voor iedereen goed afgelopen. Dat is niet alleen te danken aan de ervaring van de door de wol geverfde deelnemers maar ook aan de uitstekende organisatie door Rinus, Ferry, Henri, Peter en al die anderen. Er is eigenlijk maar één minpuntje. De Deining en de Pierewaai zijn té warm, te gezellig, te uitnodigend. Het contrast met de ontberingen op het strand is zo groot dat je amper de kracht en de motivatie kunt vinden om je uit je luie stoel te hijsen en weer de gierende nacht in te gaan. Maar misschien is ook dat wel een deel van het ‘mentale spelletje’.

Nederland heeft altijd moeten strijden tegen het water. Inderdaad, dat is heroïsch. Iets van die strijd kon je ervaren bij deze editie van de DCURBN. En daarom was het voor mij de eerste ‘echte’ Dutch Coast Ultra Run by Night.

André Boom