Blijven lopen – een pleidooi, nu ook voor dames !!

Tijdens het Belgisch Marathonkampioenschap in Eindhoven verbeterde Dany Kerckhove uit De Haan het Belgisch record voor dames V65+ (van 3.45.38) naar 3.42.58. Trotse echtgenoot Fernand Vermeesch doet verslag

Vier jaar geleden deed ik via de onvolprezen website ultraned.org een oproep aan alle 60+ers om zo lang als mogelijk te blijven lopen (zie Blijven lopen – een pleidooi https://www.ultraned.org/n_item/f5483_2011_12.php ). Het onmiddellijke uitgangspunt was dat ik in de meeste marathons c.q. ultralopen weinig concurrenten/medelopers van mijn leeftijd ontmoette. Fundamenteler is het feit dat lopen eigenlijk een natuurlijk proces is waar iedere mens voor geconcipieerd is en dat je kunt blijven doen tot op vrij hoge leeftijd. Ik besloot mijn bijdrage toen als volgt ’ Aan alle 50+ers: geef de komende jaren de 60+ categorie een bredere basis, blijf lopen. Aan alle gepensioneerden: start met lopen, als je een fatsoenlijke BMI hebt en niet rookt geraak je, mits dagelijkse oefening, vrij ver. Een bewijs? Mijn echtgenote, die aan beide bovenvernoemde voorwaarden ruim voldoet, startte met lopen op haar achtenvijftigste. Dit jaar liep ze, flirtend met de vieruurs grens, gezwind twee marathons. Niet aarzelen dus, doen’. ! !

Om die echtgenote is het nu, vier jaar later, te doen. Ze heet Dany Kerckhove, is al meer dan veertig jaar met mij getrouwd en is ook de moeder van Pieter, een in een recent verleden niet onverdienstelijke ultraloper. Ze verbeterde vandaag 11 oktober 2015 in Eindhoven het Belgisch record bij de V65+. Een fijn verhaal en een mooi voorbeeld dat navolging verdient. ! !

Mijn madam begon zoals reeds vermeld hierboven pas met hardlopen op haar achtenvijftigste. Ze was altijd al vrij sportief en actief bezig geweest, fietsen, wandelen, turnen …. maar lopen laat staan competitief lopen was er nooit bij. Zat er van thuis uit niet in, werk, kinderen …. een verhaal dat meerdere vrouwen van die leeftijd kennen. Mijn zoon en ikzelf liepen en de mama ging soms eens mee naar een wedstrijd, dat was jarenlang ons stramien. Tot ik haar in de herfst van 2007 kon overhalen om een eindje met mij te gaan lopen. Concrete aanleiding was eigenlijk het wegvallen van een turngroepje waar ze al jaren actief in was én veranderende familiale omstandigheden – kindjes het huis uit, en weer een (part-time) professie. We liepen die eerste keer gezapig van bij ons thuis naar de Vosseslag, een leuk bosparcours van 2 km, eventjes rusten, en dan terug, rustig tempo. Het viel mee. Alras liep ze drie keer per week en de afstand liep op tot 10 km per loopje. Niet snel, maar wel standvastig. Zes maanden later liep ze met een vriendin haar eerste wedstrijd: in de Nacht van Vlaanderen in Torhout, de 10 km – de mannen liepen iets verder die nacht. Ze zat dik onder het uur – 53.50 en … had er enorm van genoten te meer dat haar zoontje die nacht de 100K won in een respectabele 6.55.21!

Trainingen vielen mee, eerste wedstrijdje was een succes, het ingezaaide zaad begon te kiemen, tijd om te oogsten. Ik begon voorzichtig te lobbyen voor iets grotere afstanden, halve marathon, waarom eens geen volledige marathon, werd zot verklaard, maar ze begon toch haar wekelijkse kilometertjes voorzichtig maar gestaag op te drijven. Intussen was er in onze gemeente De Haan een Start to Run opgestart die resulteerde in een informeel loopclubje, de C-runners – De Haan ligt aan de zee, hebt u hem? Drie gezamenlijke trainingen per week, het eenzame lopen werd een sociaal gebeuren, niet onbelangrijk voor haar. In 2009 liep ze drie wedstrijden, namelijk Dwars door Brugge (15 km in 1.17.54), Torhout (10 km, iets sneller dan het jaar ervoor) en een 10 miles lokaal in De Haan.
In 2010 werden zes wedstrijden afgewerkt met onder meer haar eerste halve marathons – Sluis, 1.53.12 en Kasterlee, 1.57.45. We hebben het hier dus over een vrij trage maar gestage opbouw. ! !

Begin 2011 kon ik haar overhalen te starten in Watervliet voor een 27 km waar ze finishte in 2.30.16. De afstand van Watervliet opgeteld bij die van Dwars door Brugge is een marathon, zo kreeg ik het verkocht dat ze dit jaar haar debuut op de marathon zou maken. Op 17 april was het zover, marathon van Antwerpen. Ze parkeerde zich in de groep van 4.15 en finishte in 4.14.13, geen pijn tijdens en na de wedstrijd, genoten, kon duidelijk sneller. Pieter werkte op diezelfde dag én op hetzelfde moment in Londen de marathon af in een fabelachtige 2.19.45! In Londen startten ze twee uur later dan in Antwerpen dus kwam hij 5 minuten na zijn moeder aan, zoiets kun je niet verzinnen. Alla, ze heeft daar de rest van de dag op een wolk verder gedreven met het vaste voornemen haar marathontijd te verbeteren. Dit gebeurde datzelfde jaar in Istanbul waar ze er een aantal minuten afdeed. In 2012 werden drie marathons afgewerkt (Maasmarathon, Torhout en Kasterlee) en schurkte ze tegen de 4-uurgrens – 4.00.56 in Torhout. In 2013 kampte ze enige tijd met ijzertekort en beperkte ze zich tot één marathon, Zeeuws-Vlaanderen. 2014 werd een topjaar, drie marathons met name Zeeuws-Vlaanderen, Torhout en In Flanders Fields én… de muur van vier uur werd twee keer gesloopt, en hoe, 3.52 in Torhout, 3.49 in Ieper. Zeer belangrijk was dat ze steeds fris aankwam en genoot van het lopen onderweg. ! !

Zo belanden we in 2015 en heeft ze al negen marathons gelopen. In april deden we, beiden volwaardig gepensioneerd nu, een citytrip naar Barcelona waar we er de lokale marathon meepikten. Nou moe, 3.45.11, het talrijke en enthousiaste publiek had haar een beetje gestimuleerd, een publieksloopster dus. We vernamen toen dat het Belgisch record voor dames V65+ op 3.45.38 ligt. Klein probleem, ze werd pas vijfenzestig in mei, Barcelona kwam dus drie weken te vroeg, maar het idee was gerijpt om dat record aan te vallen en desgevallend te verbeteren. We liepen in het voorjaar nog Zeeuws-Vlaanderen – moeilijk parcours, geen toptijd mogelijk – en in september In Flanders Fields. Hier finishten we – ik loop nu steeds mee met haar voor drank, eten, ondersteuning, in een nu ontgoochelende 3.49.57. De omstandigheden waren nochtans optimaal – vlak en rechtlijnig parcours, ideaal weer. Voor de eerste keer echter overschatte ze haar krachten, dacht onder de 3.45 te landen, startte te rap, at en dronk te weinig en… kreeg een klopje aan km 32. In haar twaalfde marathon voor de eerste keer de man met de hamer. Een kwartier na aankomst was ze echter al weer gerecupereerd, niet stijf, een hongerklop dus, kan gebeuren. Niet zo erg te meer dat een verbetering van het record niet officieel zou zijn in deze marathon – point tot point en geen startmatten. ! !

Op naar Eindhoven dus, een snelle marathon, veel deelnemers, veel toeschouwers en … officieel Belgisch kampioenschap – intussen is ze ook lid van een VAL-atletiek-club, voorwaarde om op de lijst van recordhouders te komen. Op zaterdag 10 oktober vertrokken we naar Eindhoven waar ik een hotelletje had vastgelegd niet ver van de startlijn. Bedoeling was om te lopen met de groep van 3.45, verstandig te eten en te drinken en de laatste kilometer wat te versnellen. Dit lukte perfect. In een zonovergoten Eindhoven parkeerden wij ons bij een ideaal looptemperatuurtje in de groep van 3.45.00. Om de vijf kilometer een drankje – sport én water, aan 15K één energiebar, aan 30K één gel, daarna wat cola. Ze liep constant op een wolk, publiek was fantastisch. Aan 40K bedankten we de pacers, zetten we de eindsprint in en zweefden over de eindmeet na 3.42.58!!! Belgisch kampioen én… een nieuw Belgisch record bij de categorie V65+. Meer moet dat niet zijn. ! !

Hoeft het nog bewezen te worden? Lopen is een sport die je lang met voldoening en succes kan bedrijven. Welke lessen kunnen we trekken, wat voor adviezen kunnen we geven? Een paar ideetjes. Verstandig omgaan met spijs en drank – iedere kilogram moet je eigenstandig meedragen, de discipline opbrengen elke week van het jaar een 50 km te lopen – de weken voor een marathon opdrijven tot 80 km, geduldig en traag opbouwen, je tijd nemen dus, op training niet te snel lopen – op die leeftijd waar alles iets trager gaat, is kwantiteit belangrijker dan kwaliteit. Wat nog helpt is een stimulerende omgeving, kan familie zijn of een amicale loopclub. En, uiteraard, een zekere aanleg is handig meegenomen. Ik dacht altijd dat mijn zoon zijn loopgenen te danken had aan mij, klopt, maar voor de helft blijkt nu. Die zoon loopt momenteel iets minder intens dan in zijn topjaren, work and family, maar kan en zal als hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt ongetwijfeld nog brokken maken i.c. leeftijdsrecords verbeteren. Blijven lopen heren. O ja, dan hebben wij ook nog een dochter. Eens die haar kinderen – drie – tot zelfstandigheid heeft opgevoed en ze wat minder hard moet werken zal zij ongetwijfeld het record van haar moeder proberen te verbeteren. In 2043 dus, ook dames blijven lopen. En dat wij daar nog bij mogen zijn, met een rollator uiteraard, we moeten serieus blijven. ! !

Fernand Vermeesch
(fernand.vermeesch <> skynet.be)