Amsterdam Marathon

Ondanks een topveld geen scherpe tijden in Amsterdam. Abdi Nageeye haalt de Olympische kwalificatie-eis, Michel Butter en Khalid Choukoud net niet. Met link naar de uitslagen.

Waar marathons als die van Eindhoven en Rotterdam echte publiekstrekkers zijn, is het bij de marathon van Amsterdam anders voor wat betreft de hoeveelheid toeschouwers. Dit jaar met het relatief koude en miezerige weer stond er zelfs bijna helemaal niemand langs de kant van het marathonparcours. Voor de echte toplopers geen bezwaar. Er was dit jaar een sterk en evenwichtig deelnemersveld aangetrokken. Met daarnaast de spannende strijd van de 3 Nederlandse marathontoppers Michel Butter, Khalid Choukoud en Abdi Nageeye die in Amsterdam de Olympische kwalificatie-eis van 2.11 wilden lopen. Bij de vrouwen was het veld op niveau en deed Olympisch kampioene Tikki Gelana mee, die haar comeback maakte. Gelana werd bij de marathon van Londen in 2013 door een wheeler aangereden en beleefde een aantal mindere seizoenen. Ze leek na 2 jaar eindelijk weer haar oude vorm te hebben. Het beloofde dus op meerdere fronten een interessante wedstrijd te gaan worden.

Het begon allemaal goed met een eerste 5 km in 14.42. Op weg naar een tijd van onder de 2.05 wat gezien het deelnemersveld en de weersomstandigheden reëel was. Maar de tweede 5 km ging in 15.10. De derde 5 km ging weer in 14.50 en de vierde 5 km in 15.00. De tussentijden wisselden daarmee te sterk. Daarbij liepen de hazen vaak een tiental meters voor de anderen waardoor de favorieten niet konden profiteren van de hazen. Halverwege kwam het veld door in 1.02.57. Bij een vlakke race was een tijd van net onder de 2.06 nog mogelijk, maar gezien de hazen niet optimaal ingezet werden was het wel duidelijk dat ook dat te hoog gegrepen zou zijn. Het werd een afvalrace waarbij de Ethiopiër Chala Dechese op 32 km een heuse demarrage plaatste. Onverstandig maar het zorgde wel voor de schifting. Dechese werd teruggepakt en op 38 km plaatste Bernard Kipyego een versnelling en liep weg bij de anderen. Kipyego wist met een eindsprint zijn PR van vorig jaar in Amsterdam te verbeteren en kwam tot 2.06.19. Zijn tweede overwinning op rij. Zijn trainingsmaatje Ezekiel Chebii werd tweede in 2.07.17, Mike Kigen werd derde in 2.07.45 en Chala Dechese werd vierde in 2.08.25.

Van de Nederlanders startte Khalid Choukoud verrassend langzamer dan Michel Butter maar sloot al snel aan bij het groepje met Butter. Abdi Nageeye startte zoals door hemzelf aangekondigd wat sneller op weg naar een schema van <2.10. Nageeye kwam halfweg in 1.04.48 door. Nageeye verloor in de tweede helft tijd maar wist toch ruim binnen de Olympische limiet van 2.11.00 te finishen met zijn tijd van 2.10.24. In het eindklassement werd hij daarmee achtste. Michel Butter en Khalid Choukoud kwamen halfweg door in 1.05.18. Maar 30 km ging het tempo teveel naar beneden, waardoor hun schema 11 seconden boven de 2.11 kwam te liggen. Butter versnelde fraai, maar miste met zijn 2.11.08 de limiet net. Choukoud kwam tot 2.11.34. Jammer dat 2 goede lopers daarmee geen toegang krijgen tot de Olympische marathon. Choukoud en Butter kondigden aan komend voorjaar nog een kwalificatie poging te ondernemen. Koen Raymaekers finisthe in 2.16.13 als vierde Nederlander. Ronald Schroer liep 2.17.52, de Belg Willem van Schuerbeeck 2.19.40, Colin Bekers 2.25.35, Imo Muller 2.25.38, Thijs Feuth 2.26.51 en Jeroen van Damme 2.29.06. In Nederland wordt er bij de mannen een erg strenge eis van 2.11.00 gehanteerd. Laat duidelijk zijn dat een marathonloper met een tijd van 2.15 weinig te zoeken heeft op de Olympische marathon, maar een eis van 2.11 is te streng. Een Olympische marathon heeft een compleet ander verloop dan een strak geregisseerde stadsmarathon. Zonder hazen ligt het begintempo vaak veel lager en ontbrandt de strijd later pas. Daarmee halen andere lopers en loopsters een hoge klassering dan in een stadsmarathon. Bij de Olympische spelen van 2012 was een tijd van 2.11 goed geweest voor een 4e plek, in 2008 een 8e plek en in 2004 voor een 2e plek. Op Frankrijk na (2.10.30) zijn de kwalificatie-eisen in de andere Europese landen soepeler met eisen tussen de 2.12-2.17. De norm van 2.12.15 die in Duitsland wordt gehanteerd is streng maar wel realistischer. Bij de Olympische spelen van 2012 was een tijd van 2.12.15 goed geweest voor een 8e plek, in 2008 voor een 10e plek en in 2004 voor een 4e plek. Maar zelfs over de reële Duitse kwalificatie-eis was recent veel te doen. Na het net missen van de limiet door Michel Butter zal in Nederland de discussie over de limiet van 2.11 weer oplaaien. Michel Butter gaf na zijn finish zelf aan niet te verwachten dat hij coulance krijgt. Dat ligt ook niet voor de hand en is inmiddels bevestigd door de Atletiekunie. Bij de vrouwen won de Keniaanse Joyce Chepkirui in 2.24.11 voor haar landgenote Flomena Cheyech 2.24.38. Zij verloren in de tweede helft veel tijd, want kwamen halfweg door in 1.10.26. De Australische Milly Clark werd derde in 2.29.07 en liep als een der weinige deelnemers een negatieve split. Tiki Gelana stapte na ca. 20 km uit. Ze had toen al veel achterstand op de koploopsters. Inge de Jong werd de beste Nederlandse loopster in een tijd van 2.37.08. De Belgische Hanna Vandenbussche liep 2.42.53, Mireille Baart 2.49.26, Patricia Schreurs 2.52.52 en Natasja Janssen 2.58.40. De omstandigheden leken goed, maar de deelnemers bleken toch wel last te hebben gehad van de regen in combinatie met de vrij lage temperaturen en hoge vochtigheidsgraad. Maar ja ideale omstandigheden tref je bijna nooit. De uitslag van de marathon, met in totaal 12.349 finishers, is inmiddels op de website te zien: http://www.tcsamsterdammarathon.nl/uitslag-2015/ Henri Thunnissen