Marathon Eindhoven, vol sfeer en lawaai

Theo de Jong: “Ik raak aan de praat met Leon, 76 jaar en hij loopt zo meteen nog de 10 km. Een zeer vriendelijk mens met een optimistische maar ook realistische kijk op het leven, mijn kijk op het leven. Lopen voor je plezier, zo lang het nog gaat.”

Vanuit een lawaaierig, overvol en met muziek gevuld Beursgebouw liep ik na de marathon door de drukte naar mijn auto op de parkeerplaats van de TU Eindhoven. In de auto stilte, eindelijk stilte. Geen dreunende discobeats, die mijn trommelvliezen bijna deden schuren als ik vlak langs een langs het parcours opgestelde geluidsbox liep. Geen enthousiast schreeuwend publiek dat zijn best deed de lopers aan te moedigen in hun moeilijke uren maar ook geen leuke muziekbandjes, trommelaars of zingende meisjes meer. Nee, een volkomen stilte, een stilte die ik bijna kon horen.

Overigens goed geregeld dat parkeren vlakbij het Beursgebouw. Ik was al vroeg in Eindhoven. Marijke is voor een week naar Marrakech en ik zette haar om 7:45 uur af op Eindhoven Airport en was dus ruim op tijd om mijn startbewijs op te halen. Ook dat ging snel. En daarna wachten tot de start. Hé, een verrassing, Theo Cloosterman tikt me op mijn schouder. Dat moet eeuwen geleden zijn dat we elkaar gezien en gesproken hebben. Hij ziet er nog steeds niet uit als een marathonloper, maar loopt ze wel. We hebben heel wat bij te praten en dat hebben we, lopend naar de start, dan ook gedaan. En een afspraak gemaakt: Ik loop naar Veldhoven (72 km) en Theo brengt me met de auto weer terug naar Culemborg. Binnenkort maar eens plannen, lijkt me leuk.

In het startvak schuif ik wat naar voren. Even later word ik aangesproken met de vraag of ik veel ervaring heb. Ja, dat gaat best, het is vandaag nummer 141, dus best wat ervaring. Het is zijn eerste, en hij (Bert) is nerveus. We praten wat. Grappig, hij komt ook uit Culemborg. Sterker nog, Bert woont in het verlengde van waar ik woon, op ruim 300 meter. Ik herken hem niet, tot ik hem zie hardlopen. Dan weet ik wie hij is, ik herken zijn stijl onmiddellijk, ellebogen en schouders een beetje hoog en weinig beweging in de armen. Bert wil ongeveer 4:15 lopen en stelt zich op achter de pacers. Al weer heel wat jaren terug waren Henry Okkersen en ik pacer voor de groep voor, ik dacht 3:45. Erg leuk om te doen.

Vandaag wil ik wat sneller starten als anders. De 11:47 op de 100 in Winschoten geeft een verwachting voor de marathon van een tijd binnen de 4 uur. Lijkt me voorlopig onhaalbaar. 6 min per km lijkt me al heel wat. Dan het startschot en we gaan op weg voor 42 km in één grote lus. Andere jaren was het 2 keer 21 km, maar nu één grote ronde, zigzaggend door Eindhoven met lange rechte stukken en veel publiek en veel muziek en lawaai. Hoewel ik gek ben op rondjes, van 400 meter tot 5, 6 km, heeft één grote ronde toch ook wel wat. Je ziet steeds wat anders.

Al gauw zitten er 10 km op in minder dan 6 op de km. Te snel, maar afremmen is moeilijk. Steeds val ik terug op 5:55. Okee, we zien wel waar het eindigt. Heel langzaam haal ik de groep 4:15 in, ik haal steeds meer afgevallen lopers in. Dat begon al bij de 15 km. Daar zag ik ook de eerste lopers wandelen. Voor hen wordt het nog een hele toer om de finish te halen. Bert loopt er gelukkig nog bij, maar verliest bij elke drankpost wel wat meters, hij wandelt om te drinken. Ik blijf hardlopen, pak een kartonnen bekertje, giet het half leeg, knijp het dubbel en giet het achterover en pak meteen een tweede beker. Bert komt weer naast me lopen en krijgt een opkikker van zijn familie langs de kant. Bij 25 km vertraagt hij, ik ga door. Ondanks de frisse wind krijg ik het warm, zeker nu met de wind mee en de zon in de rug. Koukleum als ik ben heb ik me warm aangekleed, eigenlijk te warm. Gelukkig kan ik bij 27 km wat kleding aan Pauline geven die me daar staat aan te moedigen. 35 km aanstaande, het wordt nu aftellen. Volgens Els Aelbers mag je dat pas bij 38 km doen, maar ik doe het nu al. Dat geeft ook aan dat het niet meer gladjes gaat. Het is harken, werken en zwoegen. Ik wil het wel leuk houden dus ga ik over mijn gebruikelijke tactiek in moeilijke tijden. 900 meter rennen, 100 meter wandelen. En ik wandel snel, soms bijna net zo snel als sommige hardlopers. De 900 meter worden 800, maar in de straat met kroegen, met een dikke rij toeschouwers en drinkers ren ik ‘snel’ door. Mensen, mensen, wat een geschreeuw, wat een aanmoedigingen maar ook gelal met bier in de hand. Snel door, het steile bruggetje over en naar de finish. Ook daar weer een dikke rij toeschouwers, echte toeschouwers die ons lopers luid aanmoedigen. Gedragen door het publiek word ik niet, maar het stimuleert wel. In 4:22:34 kom ik over de streep. Ik had sneller gehoopt, maar ben eigenlijk dik tevreden.

Het Beursgebouw is dichtbij. Mijn afgegeven tas vinden ze snel, ook dat is goed geregeld, zoals alles eigenlijk bij deze marathon goed geregeld is. Ik plof neer op een bank en raak aan de praat met Leon. Potverdorie, 76 jaar en hij loopt zo meteen nog de 10 km. Een zeer vriendelijk mens met een optimistische maar ook realistische kijk op het leven, mijn kijk op het leven. Lopen voor je plezier, zo lang het nog gaat. En voorlopig gaat het nog goed. En ook met Leon, in de uitslagen zie ik dat hij in 1:06 is gefinisht. Prima gedaan. Ik teken er graag voor.

Theo de Jong
Theo.marijke(at)planet.nl