Soms zijn er belangrijkere zaken in het leven dan de wedstrijd op zich…

Kevin Simons kiep de 6 uur in Aalter: “Een halve ronde later zei Els Aelbers, kom Kevin, je hebt je ingeschreven dan moet je er het beste van maken. Loop wat mee met mij.”

Vooreerst aan al de mensen die de 6u of 24u tot het einde volhielden een dikke chapeau en petje af. Aan de mensen die opgaven, je was heus niet de enige. Van de 31 starters op de 24u zijn er 20 gestopt, op de 6u was ook al meer dan 15% van de deelnemers gestopt.

Ik was zaterdag al aanwezig voor de 24u. Mijn vrouw had stiekem een hotel gereserveerd, omdat ze wist dat ik erbij wou zijn. Ik praatte dan ook al met veel mensen, zo ook met het entourage van Wouter Van Rie. Normaal ging ik updates geven tot 0u30, maar uiteindelijk werd het 2u ‘s nachts en sliep ik pas om 3u. Wouter was bezig aan zijn eerste 24u, net zoals Xavier Verbruggen, Pascal van der Veer. Ondertussen was ik ook al fan geworden van Wouter Van Rie, toen ik hoorde dat Xavier (verwonderde me wel een beetje) opgaf, was ik dus benieuwd wat hij ging doen. Zijn doorzettingsvermogen werd beloond en hij werd 3e op het BK mannen, 4e overall BK en 6e overall (alle lopers). In de ochtend zag ik Rinus van der Wal aan het ontbijt van het hotel verschijnen. Hij ging zich bezinnen of een 24u wel iets voor hem was.

Goed. Mijn eigen wedstrijd dan maar. Het plan was om binnen de 3u 28km te halen én snel te starten, dan kon ik nadien wel wandelen en zo 48km in totaal halen, de afstand van vorig jaar. Ik ging ook kleine passen nemen met een hoge cadans (ongeveer 220 per minuut, 110 enkel), want hierdoor zou ik ergonomischer lopen én laag over de grond glijden waardoor ik de snelheid langer kon volhouden. Ik kieperde ook elke halve ronde water over mijn hoofd (op het einde zelfs 3x en 1x in de helft), maar nog geen 200m verder was het allemaal al opgedroogd.

Het eerste uur ging goed met rondetijden van 11m28, 10m38, 10m45, 10m37 en 11m09. Het tweede uur ging al wat minder goed, de cadans begon ik te verliezen, ik begon meer en meer te gaan lopen zoals de anderen, een lagere cadans, meer afzet op de voeten. Het resultaat was dan ook dan ik snel meer en meer energie begon te verbruiken. Maar goed na 2u5m had ik toch al 20 km. En toen besloot ik om het voor bekeken te houden. Nog 4u wandelen aan 6 km/u, dan zou ik minder last hebben van de warmte.

Een halve ronde later zei Els Aelbers, kom Kevin, je hebt je ingeschreven dan moet je er het beste van maken. Loop wat mee met mij. De Franstalige Belg Benoit Declercq liep ook samen met haar. Er wou eerst een kuitkramp zich laten voelen, maar gelukkig bleef het bij gewoon een paar spiercontracties. Aan de bevoorradingspost zei Benoit dat het tempo te snel ging voor hem, hij was dan ook bezig aan een 24u. Ik liet Benoit en Els achter en had een rondetijd van 15m21. 8 km/u was ideaal om op 3u 28km te halen.

En zo startte ik toch terug met lopen. Het derde uur werd er nog wel redelijk gelopen, maar ook al redelijk wat gewandeld. Na 3u stond de teller op 26 km, goed de marathonafstand gingen we wel halen. Ik kreeg ook ergens een dip van vermoeidheid, even wat slaapwandelen (3 sec ogen toe en dan weer open), maar al een geluk dat de dip beperkt bleef tot enkel het heuveltje.

De bewolking, die via het weerbericht was beloofd, net zoals 22 graden die 27 graden was, kwam er uiteindelijk toch door. Ik zette me nog eens aan om wat sneller te gaan. Als een hijgende reutelende hond liep ik verder. Het deed me denken aan mijn zoon die na het krijgen van het RSV virus moet puffen. Hij reutelt dan ook gemakkelijk. Maar een half rondje verder moest ik toch weer in die zon, dus ging ik maar wederom wandelen.

Het vierde uur kon ik ook nog wat lopen. Het entourage vroeg of ik iets nodig had, een stuk of 10 ijsblokjes zei ik al lachend. Mijn plusdochter riep me blijkbaar al een paar keer maar kon me niet inhalen, nochtans had ik geen wondertempo. Uiteindelijk hoorde ik haar en ze kwamen met een ijszak. Ik zette het onmiddellijk op mijn hoofd, maar nog geen 500m verder was het ijs al gewoon lauw water. Maar goed, ik voelde me wel verfrist. Een verademing.

Ik meende ook dat ik het vijfde uur redelijk wat liep, maar als ik de rondetijden bekijk, moet ik daar ofwel geslenterd hebben ofwel veel gewandeld hebben. En toen werd ik mottig en kreeg ik steken in de spieren. Eten of drinken zou leiden tot overgeven. Het laatste uur zou ik dan wandelen, want als ik niet kon eten of drinken, dan kon ik ook niet lopen, want dan ging ik waarschijnlijk nadien een bloeddrukval krijgen. Tyana, de plusdochter, zei dat ik dan misschien beter stopte, maar ik moest nog minstens een rondje doen voor de marathon afstand. Ik riep: “Of ik nu hier een uurtje mottig ben of in de kantine, mottig blijf ik toch”, en ik wandelde verder. Ondertussen wandelde ik samen met de neef van Lien Wauters, Hans Van der Taelen, een trail loper. Hij was naar hier gekomen op vraag van Lien, maar net zoals bij Juan, was rondjes lopen niets voor hem.

Aan de drankenpost had ik per ongeluk gezouten chips genomen. Een gewente om elke ronde iets te eten. Het drong pas 300m verder door dat ik chips gegeten had. Maar nog voor het einde van dat rondje, stak het wandelen me tegen en liet ik de Hans achter. Terug aan de drankenpost nam ik terug gezouten chips en het werkte want mijn mottigheid verdween. Toen ik net de finish passeerde vroeg het entourage of ik iets nodig had. Een pakje gezouten chips. Ik liep nog verder want ik wou in feite de schaduw op de helling bereiken. Ik wou alleszins niet in de zon eindigen op de piste. Toen ging het eindsignaal…Op de piste… Shit dacht ik, maar aan de buitenkant van de piste stonden bomen…Schaduw…

Mijn partner kwam af met het pakje chips. Kees van Helmond vroeg of hij ook wat kon krijgen. Met plezier, een gans pakje chips ging ik toch niet opeten. In de kantine kreeg ik nog geen 20cl Fanta op. Tijdens het douchen en onderweg naar huis dacht ik maar aan één ding: is het me dit allemaal waard? In de zon loop ik écht niet met plezier én lopen moet voor mij plezant blijven.

Het plezier dat ik heb in Steenbergen of het Amsterdamse bos, dat heb ik niet in Aalter. Het ligt niet aan de organisatie, want iedereen supporterde wel eens voor jou, maar het is gewoon té warm. ‘s Avonds bleef de vraag nog hangen. Ik ging het even laten rusten. Mijn haren bleven uren in goosebumps modus staan en ikzelf had kou… ‘s Ochtends deed ik eerst Ayden weg naar de onthaalmoeder, daarna reed ik door. Ik kreeg het warm en stond in de file. Nou even airco lager zetten dacht ik, maar hij stond blijkbaar al maximaal. Ik richtte dan maar de blazers op mezelf. 9u 24 graden te Zaventem… Wegenwerken… Man man man… Hoe ze het doen, ik weet het niet, maar geef mij maar mijn coconnetje. De koelte, terwijl buiten de zon schijnt. In Leuven was het 22,5 graden, maar ik zocht toch de schaduw op. Daar is het goed uit te houden, maar met de zon op je gezicht… Ik zal het nooit snappen waarom mensen uren op een strand gaan liggen voor wat zon…

Ondertussen brak ik weer één van de gezondheidsexpert regels… Mijn ontbijt bestond uit 3 stukken pizza (oorspronkelijke diameter 46 cm) en een ijs, ijs, ijs, ijskoude cola… De enige wedstrijden die ik nog ga lopen in Juli en Augustus zijn de Wolventocht (een wandeltocht van 30 km) en de Dodentocht (waar ik ‘s nachts al zoveel km’s afleg dat ik in de ochtend aankom. De rest houd ik voor bekeken. Ooit moet ik het probleem ‘hitte’ wel oplossen, maar de komende jaren zal je me meer te zien krijgen op de voorjaars en najaars wedstrijden… Klavertjevier marathon zal voorlopig de laatste keer zijn dat ik mijn lichaam zo laat afzien. Daar zal ik niet snel starten omdat ik twee weken ervoor de Doto verorberd zal hebben…Dus ik ben gedoemd om weer 5u20m hitte te trotseren… Aan al de mensen die het presteren, een welverdiende chapeau, maar geef mij maar koning Winter…

Kevin Simons