Eind vorig jaar kwam er via Facebook een reclameblokje voorbij van de zesdaagse EMU, niet onopgemerkt want ik zag het wel zitten om nog eens iets geks te doen. Al gauw was op de site te merken dat dit een toporganisatie is en ik steek het niet onder stoelen of banken, een nieuw Belgisch Record op de zesdaagse zag ik wel zitten, Paul Beckers zijn 763km aanvallen…
De inschrijving was snel gebeurd en Deborah zou me komen helpen maar ik schreef haar ook in als loper. Vanaf nu zou ik beginnen trainen, op mijn voeding letten, focussen op dat record! Eind januari was de focus al weg met een zware val op ijs in Olne met de gekende gevolgen “een frozen shoulder.” Alles valt in duigen en de trainingen moeten gewoon worden stop gezet wegens te veel pijn, ik deed nog een ultieme poging in april om toch iets te redden maar het ging helaas niet. Toch was mijn motivatie nog groot genoeg om Hongarije niet uit men hoofd te zetten, desnoods zal ik Deborah wel helpen.
De dag na onze marathon te organiseren in Zétrud-Lumay vertrekken we voor onze lange reis van 1400km, we rijden ieder om beurt en doen het rustig aan in twee dagen. Eens aangekomen spotten we op de camping van het Balatonmeer al enkele lopers en maken we kennis, vanaf hier begint al de magie van een zesdaagse… Iedere loper heeft een kamer in een bungalow die net naast de track van 921m ligt. We hebben een douche, toilet, microgolf, airco, kookplaat, ijskast, kortom grote luxe! (In Antibes 2010 sliepen we bij 38°C in een tent en waren er enkele toiletten voor alle lopers, de stront liep letterlijk in de douches) Om de bungalow in te gaan zijn er 4 trapjes, ik denk direkt aan dag 4 en bevestig een zware koord die later als leuning zal dienen om ons aan op te trekken. Deborah krijgt de kamer met dubbel bed, de Sympathieke Zweed Krister Svensson krijgt de ander kamer en ik offer me op om in de auto te slapen.., zo kan ik mijn rommel overal smijten waar ik wil. De dag voor de wedstrijd loopt het kamp mooi vol en zien we een heel deel bekende gezichten terug, Dee smaakt ook al wat het hier gaat worden en voelt aan dat hier iets gaat gebeuren dat niet uit te leggen is aan iemand die het nooit beleefde.
4 mei 2017, vandaag om 12u gaan we van start, om 09u00 moeten we ons nummer ophalen en krijgen we de laatste briefing. Zoltan zijn woorden: “wij gaan alles voor u doen, jullie hoeven alleen maar te lopen”.
En aftellen maar, we zijn vertrokken, zes dagen lang, Dee en ik blijven wat samen in begin “langzamer, langzamer”, zeg ik, “maar ik ga al zo traag” , hoe trager hoe langer we zullen lopen! In het rondje van 921m zit na de start een bocht naar rechts, stukje bergop, naar rechts, nog wat bochten en dan voorbij al de bungalows en terug afdalen naar de start waar de bevoorrading is. Om de 6u is er een warme maaltijd en voor de rest alles wat je maar kan dromen, als er iets niet is dan krijg je het volgende ronde wel, het is ongezien hoe een heel team zich zo kan inzetten voor iedere loper!
Na enkele uren lopen komt er toch al veel pijn in mijn schouder waardoor ik als eerste op de massagetafel lig, de dokter (Katty) kraakt mijn nek en begint te masseren, bij de naam van de dokter gaan sommige mensen misschien al fantaseren van een aangename ontspannende massage maar Katty was vroeger een Hongaarse kogelstoter en doet nu al 25j deze job, ik kan u vertellen dat dat mens met duim en wijsvinger 5 okkernoten gelijk kan kraken. Hierna is het even wat rondjes bekomen en ondanks haar goede werk besluit ik toch liever om nog 5 dagen met wat pijn rond te lopen.
De uren verstrijken snel en al gauw is het tijd om een slaappauze, het weer is hier eigenaardig, we hebben al de nodige regen gehad. Ik had beter elke dag een stukje geschreven want vandaag is echt niet meer mogelijk om voor mijn geest te halen wat er elke dag gebeurde. Het weer was op de zes dagen zo ontzettend afwisselend, soms 26°C en een uur later 14° minder, dan was er regen en dan was het weer zwoel warm, nachten van 1°C waren zwaar om in de auto te slapen. De ijzige wind zorgde er voor dat we dikwijls onze handschoenen en muts moesten boven halen.
Dee voelt zich elke dag meer thuis, ze gaat voor een marathon elke dag en volgens mij is er maar één loper waar ze niet mee sprak, in elke taal kon ze wel mee wat vele lopers en helpers wisten te appreciëren, bij mij gaat het in feite ook heel de tijd beter dan verwacht. Als de voeten wat beginnen zwellen gaan de schoenen uit en de beentjes in de lucht voor een half uurtje, zo liep ik geen enkel blijnte na zes dagen. Slapen gaat wat minder goed maar daar heb ik dan wel veel op kunnen trainen op ‘niet kunnen slapen’. In de hand steeds een bus met zout water en om de 2u een magnesiumtablet, het resultaat is dat ge best geen windje meer laat want dan zou er wel eens een verrassing kunnen meekomen.
De vierde dag begint eigenlijk pas het echt ultrawerk, ongeacht hoeveel km men al heeft, hier begint de magie van deze kleine ‘community’ , vanaf nu delen we onze energie, we hebben samen iets opgebouwd en gaan nu samen naar het eind, de eerste en de laatste, iedereen is even goed, op enkele asociale lopers na die het hele gebeuren niet begrijpen maar die bij een fenomenale dip dan ook niet kunnen rekenen op de kudde.
Er gebeuren nu ook heel eigenaardige dingen:
– Op loopkousen staat een L en een R , ik leg mijn ene been over het andere om mijn kous aan te doen maar zie dan dat mijn rechtervoet plots links staat, moet ik daar nu de kous met L of R rond doen? Even de voeten terug op de grond om te checken en dan weer verder. 🙂
– Op het scherm staan tussenstanden, je loopt binnen in de tent en zegt “aja, ok ik heb 320km “ dan kom je uit de tent en zeg je “ hoeveel km zou ik eigenlijk hebben?, zal volgende ronde eens kijken.“ En dat kan zo een paar uurtjes duren…
– We beginnen de zotste dingen te zeggen maar die peppen ons op om positief verder te gaan, bij regen denken we dat we druiven zijn want regen is goed voor mooie volle druiven, soms vraag ik de weg aan de bevoorrading of als ze een ijsje aanbieden “sorry, ik ben op dieet”.
– Er was ook een gebouw met toiletten langst de track maar wat vond ik die Hongaarse toiletten toch zo laag, na 2 dagen besef ik tijdens de nacht dat er eerste 2 kindertoiletten waren en die er naast toch wel iets hoger. 🙂
– Elke dag waren er nieuwe dingen op te merken langst het parcours, zo stond er nu ook een paaltje, “TO Paul NR 505km” , men kon ook een muziekje kiezen waardoor we even in een andere sfeer kwamen.
De laatste nacht kregen we krijtjes om van alles op de grond te schrijven, Dee schreef voor onze bungalow “ Never give up” , andere mensen schreven bemoedigende woorden voor hun loper. Om de 100km vanaf 300km kreeg je een vlagje om fier mee rond te lopen, toen ik met mijn vlagje liep van 500km en iedereen zo luid riep en in hun handen klapten, moest een traantje rollen, ook toen ik sms’te naar de mama van Dee dat ze een Nationaal record gelopen had op 48U kwam er een traantje, de emoties lopen soms hoog op en bijna elke deelnemer heeft er wel is last van.
De laatste dag doe ik niet teveel meer omdat alles nog goed aanvoelt en ik toch al aan mijn record zit, maar Dee zegt me plots “o spijtig ik ga net die 300km niet hebben en had ook graag zo’n vlagje gehad” , verdorie Paul waarom hebt gij daar niet zelf aan gedacht… Ik pep haar op en zeg dat ze er moet in geloven, als je er in geloofd zal het lukken! Ik probeer veel rondjes met haar mee te lopen maar moet ze af en toe even laten gaan om dan de volgende ronde terug mee te lopen.
Op een moment wanneer Dee terug een rondje alleen liep kwam ze vol vreugde bij mij, met een smile tot achter de oren “schattie, ze hebben mijn naam op de grond geschreven, GO DEBORAH GO” …. “oh, das super leuk voor jou” en ik til mijn handschoen op vol met krijtp, met een nog grotere smile gaat ze dapper verder. En iets later is het dan zover, met nog een half uur te gaan mag Dee met haar vlag lopen, luid aangemoedigd door iedereen, wat ben ik zo fier op haar, niet alleen voor die kilometers maar ook omdat ze de ‘zesdaagse’ helemaal begrepen heeft, het draait allemaal om het samen zijn, genieten, gek doen, elkaar helpen…
De laatste rondjes lopen we met de Belgische vlag en kan er nog een sprongetje vanaf, we voelen ons goed, Deborah 303km en ik 528km,Dee is daarmee de eerste Belgische vrouw die zoiets doet, wat gaat dat geven als we wel trainen voor zoiets.. we hebben ons hier zeker niet belachelijk gemaakt tussen de top van de wereld. Na 144u volgen vele felicitaties en gemeende lange omhelzingen, ook hier weer waterachtige ogen bij het merendeel.
Na de loop trekken we met Sylvia de topfotografe naar het Balatonmeer, zalig dat koude water. Na de race krijg ik het toch voor elkaar om een blijn op te rapen, eentje op mijn hand van te hard te applaudisseren voor elke deelnemer tijdens de slotceremonie. EMU is een top top top organisatie, dit heb ik echt nooit eerder gezien hoe iedereen staat te springen omdat de lopers niets zouden te kort komen, een ALL-INN 4 sterren hotel met elke dag mogelijkheid tot sporten!! Nooit kregen we zoveel aanmoedigingen, lopers onder elkaar, begeleiders, mensen van de organisatie, voorbijgangers, …
We zouden een heel boek kunnen schrijven over die zes dagen, deze zit weer voor het leven in ons geheugen, hopelijk heeft dit warrig verslag toch een beetje een beeld kunnen geven over wat we beleefd hebben, ik zal volgend jaar alles opschrijven elke dag, want mij zien ze al zeker terug als de gezondheid het wil !!!
Paul van Hiel