Categorieën
columns

De moeilijkste paden bieden het mooiste zicht

Geschreven door Gino Casier
dinsdag 08 februari 2011 10:05

Op toevallige momenten, op feestjes ter ere van of op bewuste ontmoetingen groeten we elkaar graag met een “Hoe gaat het?”. We kennen allemaal de stelling dat domme vragen niet bestaan, alleen domme antwoorden bestaan. Dus antwoorden met “slecht” op de vraag “Hoe gaat het?” is “not done”. Neen, in 99% van de gevallen antwoorden de mensen gewoon met “goed”, om het dan drie zinnen verder in een op gang gekomen gesprek te hebben over de stress die ze hebben op het werk, over de kinderen die het bloed van onder hun nagels halen, over de overtollige kilo’s die alsmaar meer op hun gemoed gaat wegen en zo veel meer menselijk leed. Maar voor de rest gaat alles goed, dank u.

pad
Nu moesten we gisterenavond naar een feestje met de originele naam “ongeveertig”. Inderdaad enkele min of meer veertigers hadden iets te vieren en wij mochten daar bij zijn. Bij zo’n gelegenheden kom je natuurlijk heel wat kennissen tegen die je vriendelijk begroeten met een “Hoe gaat het”? Tegendraads zoals ik ben antwoord ik dus niet met “goed”. K’heb net een weekje de vroege shift er op zitten, na het werk moest ik bij aanvang van de dagelijkse training serieus aan de choke trekken om mezelf op gang te krijgen en in gang te houden en tussendoor zorgde ik nog voor de fourage in het gezin. Dus antwoord ik heel eerlijk, moe, k’ben moe. Lap, en hoewel ik van mezelf vind dat ik absoluut niet goed kan sjotten, heb ik hiermee de perfecte voorzet gegeven voor een resem dooddoeners. Loop je nog altijd zo VEEL? Je zijt toch wel echt verslaafd aan dat lopen hé, een echte loopjunkie? En vele andere varianten die alleen verdoezelen wat ze eigenlijk echt denken, jongen, gij zijt echt goe zot. Soit, die gedachten moeten ze niet verzwijgen, ik heb voldoende zelfkennis om te beseffen dat ik niet tot de mainstream behoor. Maar waar ik het wel steeds meer van op mijn heupen krijg is de steeds meer gehoorde repliek “daar kiest ge zelf voor hé”. An sich hebben ze gelijk, maar de denkpiste dat er achter zit is gemeengoed voor het maatschappelijk denken. Dromen behoort alleen toe aan kinderen, volwassenen moeten zich laven aan de realiteit. En als ge dan toch een droom nastreeft dan is de keuze voor het nastreven ervan alleen gerechtvaardigd als de kans op slagen dicht de 100% benaderd. Opofferingen om je doel te behalen kunnen alleen nog door de beugel als er financieel iets tegenover staat, want wat heb je er nu in hemelsnaam aan om op het hoogste schavotje te staan pronken met een lege beker en een boeket bloemen die na een week al verwelkt zijn.

Dus kom niet af op een feestje met je verhaal dat je een zware vermoeiende week achter de rug hebt en dat er morgenvroeg nog een deftige training op het programma staat. Daar heb je immers zelf voor gekozen. Begrip vraag je niet, je doet enkel je verhaal en je krijgt onbegrip. Je hebt immers gekozen voor een sporttak, waarin je dan trouwens nog een bescheiden niveau haalt, dat je financieel ne rien de kluts, nul de botten of te wel genen rotten frank oplevert. Dus behoefte aan één of andere vorm van decompressie is voor ons atleten/ultralopers onbetaalbaar. Dus zaag niet of stopt ermee.

Wel, s’morgens heb ik dan toch terug de juiste keuze gemaakt. Ik heb genoten van de groene omgeving en de vrijheid dat de natuur te bieden heeft. Tijdens het afzien dacht ik aan het hogere doel dat ik voor ogen heb. Hoewel ik alleen op pad was, werd ik omgeven door vele andere lopers en loopsters elk op hun eigen ritme. Dag op dag zal ik er zelf voor kiezen, en bij moeilijke momenten zullen er genoeg zijn om mij daar attent op te maken, maar dat zal mij niet van de wijs brengen. Nu weet ik het zeker, ik ben een ultraloper, altijd onderweg, er blijvend voor gaan, en goed bewust van mijn keuze, en stop nu met zagen en loop ze jongen.