Epe 2001: een barre tocht.

6 uur is voor sommigen een uitdaging. Op de baan wordt deze uitdaging nog wat aan groter. Wist Heerde vorig jaar al een extra dimensie toe te voegen, Epe had waarschijnlijk een betere afspraak met de weergoden.

Epe, Zaterdagochtend. Ik kom de kantine van av Cialfo binnen en zie behalve een aantal Duitse collegae nog geen inheemse bekenden. Ik pak dus een inschrijfformuliertje en begin maar vast aan de administratie.
Tweevijftig meneer zegt de dame die de inschrijvingen onder haar hoede heeft. Tweevijftig? Ja, we vinden dat het allemaal niet veel hoeft te kosten en U kunt na afloop de kantine spekken. Wat verdwaasd neem ik mijn startnummer in ontvangst. Ik kon me toch herinneren dat het twee jaar geleden drievijftig was en ik toen gevraagd had om daar iets meer van te maken om een fatsoenlijke verzorging te regelen.
Henk Noor die inmiddels ook ingeschreven heeft stelt echter voor mij de vraag. Het blijkt dat er een tafeltje staat met water en thee, voor de rest moet je zelf zorgen. O.K. geen probleem, had ik -gezien eerdere ervaringen- al op gerekend.

13:00 uur pang! Een legertje lopers zet zich in beweging. Het weer is goed, even boven nul en de baan is licht vochtig. Er zijn opvallend veel vrouwen aanwezig, hoewel het gros van Duitse bodem stamt.
Ik zet een tempo in wat moet leiden naar zo’n 77 a 78km en draai rustig mijn rondjes. Al na een minuut of vijftien word ik gelapt door een mij onbekende loper met singlet en kwart tight. Niet echt de uitrusting om 6 uur bij 2 graden vol te maken. Maar goed ieder zijn pleziertje.
Na een uurtje is hij mij reeds driemaal gepasseerd en ik reken snel uit dat dit zou kunnen leiden tot 82 a 84 km, voorwaar een respectabele afstand op de baan. Ik heb echter zo mijn bedenkingen. Het zal niet de eerste keer zijn dat er heel enthousiast gestart wordt om na twee a drie uur volledig in te storten. De eerste twintig km gaan altijd lekker!
Na twee uur constateer ik dan ook enige terugval, maar aan de stijl is duidelijk te zien dat het hier om een goede en getrainde loper gaat. De snelheid wordt minder maar de souplesse blijft, echt een lust voor het oog.
En dan gebeurt het: sneeuw, wat zeg ik SNEEUW!. En niet zo’n beetje ook. Grote vlokken dalen neer op de baan en in no-time is de hele boel wit. Een schitterend gezicht, maar zwaar klote om in te lopen. De baan wordt glad, de sneeuw zit dik op mijn jas en pet. Er schiet nog even door mijn gedachte dat numero UNO het nu wel heel koud zal krijgen en dan zijn de inmiddels 7 ronden voorsprong zo weer weggewerkt.
Ik begin echter zelf last van koude handen te krijgen, het iedere ronde schoonvegen van je startnummer maakt dit er ook niet beter op. Waarom hebben ze verdomme niet twee nummers uitgereikt, dan hoef je niet ook nog eens op dat nummer te letten. Ik trek nog een paar handschoenen aan, maar ook dat is verlichting van korte duur.
Ik eet een boterhammetje en wil dit even wegspoelen met water. Nou, ik weet niet of iemand wel eens heeft geprobeerd om met bevroren handen een stapel bekertjes uit elkaar te peuteren… nou probeer het maar niet. Gelukkig zijn er wat toeschouwers die de verkleumde lopers behulpzaam zijn en het water en de thee in de bekertjes klaar zetten. Hiervoor bij deze nog mijn welgemeende dank!
Het sneeuwt lustig door en ik denk erover om het voor gezien te houden. Maar goed m’n handen zullen er wel niet afvriezen en je hoeft er per slot van rekening niet op te lopen. Maar dat neemt niet weg dat ze zo langzamerhand vreselijk zeer gaan doen.
Nog anderhalf uur en ik probeer mijn opponent te vinden, de sneeuw belet mij echter om verder dan het rechte stuk te kijken. De snelheid is er uit en ik schakel over op “survival mode”, met dit tempo kunnen de benen het nog wel uren vol houden, maar de rest wil absoluut de kantine in. Ik ben er inmiddels achter dat nummer 1 het ook moeilijk heeft. Hij loopt nog wel soepel, maar moet af en toe wandelen. Ik voel me niet veel beter, maar de gedachte dat hij wel eens permanent kan gaan wandelen sleept me door het laatste uur.
De sneeuwlaag heeft inmiddels dusdanige dikte bereikt dat het over je schoenen vliegt indien je het gebaande pad moet verlaten. Ik probeer het maar te negeren en de aanwezige hoempapa band irriteert meer dan dat het opbeurt.
Het verlossende schot klinkt en na het noteren van de restmeters snel ik naar de kleedkamer. Een warme douche is alles waar ik aan kan denken. Nou, mooi niet! In de kleedkamer aangekomen kom ik erachter dat er nog meer aan een lichaam vastzit dan een hoofd en een stel benen. Na een minuut of vijf zijn mijn tenen weer redelijk pijnloos. Het geheel roept weer herinneringen op, wanner je in de winter van school naar huis fietste –wat bij mij zo’n uurtje duurde- en daarna zeker tien minuten met je handen onder de koude kraan moest om het niet uit te schreeuwen van de pijn. Mijn handen kan ik echter nog niet gebruiken. Ik maak ook kennis met de winnaar Richard Vollenbroek, hij is er niet veel beter aan toe. Al napratend probeer ik de pijn te negeren en met mijn tanden de natte handschoenen van mijn handen te pellen. Het duurt zeker een minuut of twintig voor ik mijn handen weer kan gebruiken om de rest van de kleding uit te trekken en de douche op te zoeken. Nagenoeg koud! tja, sukkel, moet je maar niet twintig minuten zitten leuteren, je doet het jezelf aan jongen.
In de kantine blijkt ook de soep reeds uitverkocht en ik stort mij op de rookworst. De woorden bij het inschrijven klinken nog na en ik besluit de kantine te spekken. Nou niet dus want de worst is ook gratis…maar voor de koffie mag ik betalen.
Wat verbouwereerd zoek ik een plekje en er wordt uiteraard driftig nagepraat. Bij de prijsuitreiking echter komt er wat irritatie boven. Werd er in ’99 al verkeerd geteld, nu maakt men het wel heel bont. Daar ik mijn eigen ronden bij hou weet ik dat ik zo’n 174 rondes heb de speaker vermeld echter 169. Voor de klassering onbelangrijk maar het getuigt van weinig respect voor de prestatie welke de atleten hebben neer gezet. Ik vermoed dan ook dat door de sneeuw er bij heel wat mensen ronden tekort, zoniet verkeerd zijn geteld. Dat was niet nodig geweest als men borst en rug nummers had gebruikt. Het is mij ook niet opgevallen dat er een schaduw telling was, dus controle is nauwelijks mogelijk., tenzij er een camera in de jury wagen heeft gedraaid. Op zich jammer, dat zoiets elementairs als een goed ronden registratie ontbreekt. De goede wil is aan alle kanten aanwezig, alleen de prioriteiten liggen wat verkeerd.
Alles bij elkaar een hele aparte ervaring op een hele aparte dag. Maar ik denk dat een hoop lopers het op prijs zouden stellen als een paar vrijwilligers de verzorging bemannen en de telling op een solide wijze wordt geregeld. Ook als dit een verhoging van het inschrijfgeld zou betekenen.

Tom Hendriks – Ultraned