{u}{b}DEBUTANT BLIKT TERUG OP VALKENBERGRUN{eu}{eb}
{b}11 mei : 5.45u. Schoten{eb}
Jongens, wat is dat vroeg. Toch als ik bedenk dat ik straks 6 uur ga lopen. Nu ja, dat hoop ik tenminste. Het wordt mijn debuut als ultraloper. In januari heb ik mijn eerste marathon gelopen (Genk). Heb de finish bereikt na 3.16.26 maar door de hellingen, de eenzaamheid (laatste 15 km in mijn eentje) en een te snelle start heb ik enkele wandelpauzes moeten inlassen. Die fout wil ik vandaag niet maken. Rustig starten! Blijven lopen! Zeker de marathonafstand en hopelijk 50 km. Daarna zien we wel.
{b}7.00u. Parking Valkenbergpark Breda{eb}
Hier moet het zijn. Mannen en vrouwen in joggingpak laden hun materiaal uit de wagen. Een wagen stopt: “Ist hier der Valkenbergrun?” We zijn dus in internationaal gezelschap. Wagens met Belgische, Nederlandse en Duitse nummerplaat staan broederlijk naast elkaar. Ultraloop is letterlijk en figuurlijk ‘grensverleggend’.
{b}7.10u. Valkenbergpark Breda{eb}
Gezellige drukte. Startnummer afhalen, betalen, nog wat eten en drinken, toilet, omkleden, vaseline smeren! ’t Is fris, maar dat is prima. Warmte is mijn vijand, kan er echt niet goed tegen. Nog een kwartiertje. Briefing aan de start. Heel duidelijk, goed georganiseerd, EHBO en bevoorrading staan paraat. Gemoedelijkheid en professionalisme gaan hier hand in hand.
{b}7.58u.{eb}
Dadelijk volgt de start. Niemand gaat op de eerste rij staan. Een snelle start is ook niet belangrijk. Zes uur is lang… zeer lang. De eerste rij wordt uiteindelijk toch bezet. Nog een paar seconden … en weg zijn we. De snelle jongens moeten wel estafettelopers zijn. Anders zijn het zelfmoordenaars of buitenaardse wezens. Zo’n tempo houdt niemand 6 uur vol … of toch? Ik start in ieder geval rustig zoals ik me voorgenomen had. Aan een tempo van ongeveer 12km/u leg ik de eerste 20 ronden af.
{b}10.06u.{eb}
Iets langer dan twee uur onderweg. Hier begint voor mij stilaan het onbekende terrein. Ben nog maar twee jaar aan het lopen en heb in die tijd slechts een keer of vier langer dan twee uur aan één stuk gelopen. Mijn record is twee uur en vijfenveertig minuten. In 2002 heb ik gemiddeld 30km per week gelopen en de eerste maanden van dit jaar 45km per week.
Ik voel me in ieder geval nog prima. Het wordt voorlopig niet te warm en ik heb regelmatig gegeten en gedronken. Die les heb ik geleerd tijdens de Dodentocht te Bornem in 2000. Ik deed die een eerste keer mee (te voet) en had tijdens de eerste 50km onvoldoende gegeten en gedronken. Het gevolg laat zich raden: een kanjer van een inzinking halfweg. Met een bevoorradingspost in zicht moest ik volledig leeg op de grond gaan liggen om wat bij te komen. Uiteindelijk toch bij de bevoorrading gesukkeld en na een stevige maaltijd, een massage en anderhalf uur rust weer vertrokken en … moe maar voldaan na 22.5 uur aangekomen.
{b}11.30u.{eb}
Yes! … 33 ronden en wat meters afgelegd. Voor de eerste keer in mijn leven de marathonafstand gelopen zonder stoppen of stappen. En ik voel me nog reuze. Slechts een zestal ronden scheiden me van de 50km. Dit moet lukken!
{b}12.10u.{eb}
Een gevoel van euforie stroomt door mijn aders. Het is me gelukt: 50km zonder onderbreking lopen. Al bijna anderhalf uur langer dan ik ooit gelopen had. Onvoorstelbaar!!!
De euforie duurt welgeteld twee ronden en dan komt de psychologie boven. Mijn doelen zijn bereikt: marathonafstand en 50 km. Totale afstand van 65km is ook perfect haalbaar. Ik ben al 53km ver en heb nog iets meer dan anderhalf uur. Wat nu? Ik heb geen volgend doel om me de pijn in mijn benen te doen vergeten. Hier blijkt dat de geest minstens even belangrijk is als de benen bij het lopen. Ik ben even mijn concentratie kwijt en weet niet meer hoeveel ronden ik afgelegd heb. Mijn vader staat langs de kant om me te bevoorraden. “Hoeveel ronden?” vraag ik. “Zeven” is zijn antwoord. Nu ben ik helemaal de kluts kwijt. Na de volgende doortocht bij het begin van die molshoop stap ik. Mijn benen slaan even in de knoop. Het asfalt zit vol putten en bulten, zo lijkt het. Een boom … even stretchen en wat nu??? Dan zie ik Wilson Dammekens en Jean-Claude Roelens afkomen. Heb juist voor de 50km even met hen samen gelopen. “Mag ik bij jullie aanpikken?” “Natuurlijk, als je kan geen probleem” Dat is de echte spirit van de ultraloper: je loopt met, niet tegen elkaar. Jean-Claude geeft me dan ook de gouden tip: “Je moet altijd vooruit denken.” En inderdaad, in hun spoor probeer ik wat te recupereren en ga ik aan het rekenen. Als ik dit tempo kan aanhouden, is 70km nog haalbaar. Een nieuw doel is geboren!
{b}13.10u.{eb}
Ben net voor de tweede keer even gestopt bij mijn vader om een twix te eten. De chocolade is heerlijk maar mijn keel lijkt te blokkeren. Drinken!!! “Gaat het nog wel?” “Ja, ja. Iedereen heeft het nu moeilijk.” Dit is mijn laatste eten. De volgende twee rondes telkens nog wat drinken en dan het laatste half uur vol doorgaan.
Rondom mij zie ik van pijn vertrokken gezichten. Verschillende lopers stappen of lopen een heel stuk trager dan daarstraks. Het zijn dus toch mensen en geen marsmannetjes. Enkel Lucien Taelman geeft geen krimp. Hij lijkt zelfs nog te versnellen. Die man is niet van deze planeet.
{b}13.30u.{eb}
Nog een half uur. Ik kom stilaan in het goede ritme. Aan de aankomst weerklinken telkens aanmoedigingen en applaus. “Nr. 29, Gert Mertens uit Schoten loopt nog bijzonder vlot. Volhouden Gert.” Zo klinkt het uit de luidsprekers. De adrenaline begint te stromen en geeft me vleugels. Elke ronde kan ik een tandje bijsteken. Mijn laatste ronde wordt de snelste van de hele dag. Nog 4 minuten. Een volle ronde lukt niet meer. Eerst die verdomde bult nog over en dan alles eruit persen om nog zover mogelijk te geraken.
{b}14.00u.{eb}
De hoorn weerklinkt. Shit. Net niet tot bij die mooie blonde official die mijn 55 doortochten onbewust opgefleurd heeft. Ik ga ruggelings in het gras liggen met mijn benen in de lucht. En o wonder, door het waas van mijn vermoeidheid zie ik de blonde fee naar mij komen. “Waarom doe je zoiets?” Tja waarom doet een mens zoiets? Ik weet niet wat voor onzin ik haar verteld heb, maar wat ik wel weet, is dat ik haar naam en telefoonnummer had moeten vragen. Kans verkeken. Maar misschien een reden te meer om volgend jaar terug te komen.
{b}14.10u.{eb}
Mijn restmeters zijn opgemeten en moeizaam stap ik naar de bevoorrading. Ik heb dringend wat cola nodig. De cola is echter op. Dan maar wat thee met veel suiker.
Aanschuiven bij de EHBO-post om me te laten masseren. Het suikertekort speelt me nu echt parten. Ik moet me met de steun van een tentpaal staande houden. Achter mij schuiven Sabine Weihofer en Nina Browder aan … met een fles cola in de hand! “Dürfte ich mal von der Cola trinken?” “Aber natürlich.” Weer diezelfde spirit. Even later biedt ze me spontaan de cola nog eens aan. Bij deze nogmaals: “Danke, Sabine.” En proficiat. Zij werd tweede bij de dames en liep enorm regelmatig een afstand van bijna 62km.
Zelf ben ik nog niet helemaal zeker of ik de 70km wel gehaald heb. Vermoedelijk wel, maar er is toch wat twijfel.
{b}14.20u.{eb}
Op de massagetafel kom ik langzaam bij. De cola begint te werken en de handen van de masseuse doen wonderen. Ook voor haar nogmaals: “Bedankt.”
Ondertussen begint de prijsuitreiking. De resultaten zijn dus binnen. Maar na de massage ga ik eerst mijn vader halen, die nog bij het materiaal zit te wachten. Zonder zijn hulp bij de bevoorrading zou ik de dag nooit zo vlot doorgekomen zijn. Weer die psychologie!
En dan de bevestiging: 70.476km afgelegd. Mijn grenzen enorm verlegd. En vooral de manier waarop: zonder naar de eindmeet te strompelen, maar naar het einde toe zelfs nog versnellend.
Bedankt Jean-Claude voor de tip: “Altijd vooruit denken.”
Een belangrijk besluit voor mij is dat ultraloop een soort van teamwork is. Teamwork tussen de lopers onderling (bewust of onbewust), de organisatie, de mensen van de bevoorrading, EHBO, publiek … Zonder dat gevoel van verbondenheid met al die mensen zou ik het in ieder geval niet volgehouden hebben. En als je dan bedenkt dat al die kilometers ook nog eens voor een goed doel gelopen werden, wat kan er dan nog mooier zijn!
Volgend jaar sta ik er weer, zeker weten!
Gert Mertens
Schoten