Philip Verdonck vertelt over zijn derde deelname aan de Spartathlon

Het karakter dat Philip betoonde in één woord : unbelievable.

Vrijdagmorgen om 7 uur ’s morgens staan 205 deelnemers klaar voor de 21ste Spartathlon aan de Acropolis in Athene.
Onder hen 4 Belgen ( Alain Ponchelet, Josesh Buteneers, mijn vader William Verdonck en ikzelf ) en één Noorderbuur André Van Zwan.
Opdracht luidt eenvoudigweg(???) binnen de 36 uur de afstand van 246 km tussen Athene en Sparta afleggen rekening houdend dat de 6 eliminatiepunten ook binnen de vooropgestelde tijd bereikt worden.
De eerste uitdaging is het eerste eliminatiepunt, km 82, binnen 9,5 uur bereiken.
De eerste 20 km worden door Athene centrum en zelfs even naast een autostrade gelopen, stinkende uitlaatgassen maken het er zeker niet gemakkelijker op.
Met een nasmaak van diesel en benzine in de mond verlaten we de drukte en kunnen we genieten van de prachtige zichten over de Middelandse Zee zo richting Korinthe.
In de beginfase zorgt de warmte al bij velen voor problemen, meer dan een vierde van het deelnemersveld moest de wedstrijd dan al staken, spijtig genoeg ook de landgenoten Buteneers en Ponchelet. Net als de meesten had ik ook maagproblemen door de grote vochtopname ( om een gedacht te hebben, minimum 15 liter vocht waaronder water, cola en vruchtensap in de eerste 100 km ), maar die was ook nodig om het vochtverlies te compenseren bij een temperatuur rond de 30°C.
Na 7u30′ bereik ik het eerste eliminatiepunt ( km 81 ), dus 2 uur overschot.
We verlaten de kust en trekken richting binnenland de wijngaarden in, het zeebriesje valt volledig weg en zo stijgt de temperatuur nog een paar graden hoger, wat de wedstrijd er zeker niet gemakkelijker op maakt.
Rond kilometer 100 kom ik voor het eerst in de problemen, ondanks toch voldoende opgenomen vocht, opkomende krampen in de voeten en kuiten, niet ideaal met nog een tocht van bijna 150 kilometer te gaan en op ongeveer 60 km van de gevreesde berg, de Sangas.
Ik kom in gezelschap van een Ier, die in 1993 samen met mijn vader deelnam aan de 48 uurloop van Surgères in Frankrijk. Het was zijn eerste deelname in de Spartathlon maar spijtig genoeg zal hij ook de wedstrijd moeten staken. We blijven een 10tal kilometer samen en wandelen op de steilste stukken.
Daarna zet ik mijn tocht weer verder alleen voort.
Om 19u25 na bijna 12,5 uur lopen bereik ik het 2de eliminatiepunt op 124km. De sluitingstijd is pas om 23u00 dus meer dan 3,5 uur overschot aan tijd.
De duisternis valt en wat blijkt, er zijn geen zaklampen meer op deze post ter beschikking.
Tot de volgende post is nog haalbaar maar daarna is verder lopen gekkenwerk zonder verlichting.
Aan de volgende checkpoint weer geen zaklamp, gelukkig staan Joseph Buteneers en zijn begeleider Jean-Marie aan de kant en kunnen zij een zaklamp ter beschikking stellen. Geen minuut te vroeg zo blijkt want één kilometer verder verandert het mooie gladde wegdek in een weg vol putten en scherpe stenen en dit goed voor een 10tal kilometers. Hier in België zouden ze daar zelfs overdag geen atleten over laten lopen.
In Lyrkia op 148,5 van de start in Athene ligt eliminatiepunt 3, de sluitingstijd daar is om 3u00. Ik passeer om 21u27 dus meer dan 5,5 uur op overschot. Dit betekent nog steeds een gemiddelde snelheid van meer dan 10km/u.
Ondanks de ideale looptemperatuur blijven de krampen voor problemen zorgen, zo erg dat op km 157 op minder dan 3 kilometer van de Sangas het zelfs onmogelijk wordt om nog verder te lopen.
Er wordt een kinesist en dokter bijgehaald en men raadt mij aan om de wedstrijd te verlaten.
Ik stel voor om te rusten en een grondige kinébehandeling te krijgen.
Maar ideale omstandigheden om te rusten waren het niet, bij een temperatuur rond de 5°C onder een dun dekentje, en dan iemand die aan je zere spieren zit te wringen.
Na een uur mag ik een poging wagen, tot de voet van de berg.
Als de krampen opnieuw opkomen is het onvermijdelijk STOPPEN want ze willen geen risico’s nemen dat er tijdens de beklimming zich iets zou voordoen.
Gelukkig kan ik toch aan de beklimming beginnen, een klim van 1200m hoogte.
Wie denkt dat er een pad is heeft het mis, enkel lichtstaafjes zorgen voor enige begeleiding.
Voor de rest met een zaklamp in de hand uiterst geconcentreerd stapje voor stapje tot de top.
En voor de afdaling ziet het er niet veel beter uit. Het losse gesteente maakt het eigenlijk onmogelijk om al lopen af te dalen, tenzij je onnodige risico’s wil nemen.
Mijn klimtijd bedraagt een klein half uur, de daaltijd ongeveer de helft, redelijk dus doorgestapt.
Na een warme soep beneden aan de berg snel richting Nestani, het 4de eliminatiepunt. Dat ligt op kilometerpunt 172 en moet voor 7u30 bereikt worden. Om kwart voor vijf meld ik me aan en daarmee is de tijdsoverschot bijna de helft geslonken, toch nog 2u45′ over.
Met in gedachten de warme dag die nog moet komen is mijn droomtijd van 30u00′ in rook opgegaan.
Finishen is de boodschap en hopelijk zonder bijkomende tegenslagen.
Het voorlaatste eliminatiepunt ligt in Tegea op ongeveer 50 kilometer voor Sparta. Mijn passage om 8u00 , 3 uur voor sluitingstijd brengt me weer wat dichter bij Sparta.
De laatste 50 kilometer worden op één dezelfde baan gelopen, die naar Sparta, maar met veel kronkels en golving. De meesten wandelen vanaf hier de klimmen op en schakelen over op loopsnelheid ( als je dat zo nog kan noemen tenminste ) op de vlakke stukken ( zijn die er wel ??? ) en de afdalingen, onder luid geclaxoneer van voorbijrijdende auto’s, bedoeld als aanmoedigingen.
Met nog een marathonnetje te gaan komt ons zonnetje tevoorschijn over de bergen en weldra loopt de temperatuur snel richting 30°C en meer.
De vermoeidheid begint door te wegen ( hoe zou dat komen ??? ) en elke kilometer lijkt er wel tien.
Kilometer 222,5, het laatste eliminatiepunt en meteen ook de laatste tijdcontrole. Wie hier doorkomt voor 15u30 mag zijn weg verder zetten richting Sparta.
Mijn doorkomst is rond half één ’s middags maar dan gebeurt het onvermijdelijke.
Bij het aannemen van een beker cola zak ik door de benen en gaat het licht uit.
Toevallig dezelfde kinesist en dokter als voor de Sangas ter plaatse.
Onmiddellijk grote paniek daar en een ambulance komt ter plaatse.
Net voor ze me op de brancard willen leggen kom ik bij bewustzijn en weiger om mee te gaan naar het hospitaal. Er volgt een hele discussie maar men kan mij niet overhalen om me te laten onderzoeken in een ziekenhuis. Ik vraag omgewoon even mijn bloeddruk te meten en die blijkt 9 over 9,5 te zijn, te laag dus en de reden van mijn bewustzijnsverlies. Een combinatie van inspanning en warmte wellicht en ik stel voor om wat te rusten en opnieuw uit voorzorg voor eventuele krampen een kinébehandeling.
Na anderhalf uur blijkt bloeddruk weer normaal en ik mag mijn weg verder zetten wel tijdelijk op afstand gevolgd door ziekenwagen en meewandelende verplegers.
Met nog iets minder dan 5 uur voor het einduur(19 uur) moet ik nog (maar) 24 kilometer af leggen, onder zeer zware omstandigheden. De gevoelstemperatuur loopt op tot bijna 40°C. Aan elke controlepost bijna een halve liter vocht innemen, ook al is de cola of het water zo warm dat je plastiek bekertje bijna niet kan vasthouden, drinken moet !!!. De finish nadert !!!
De kilometers tussen elke drinkpost duren nu zo lang dat het overslagen van een drinkpauze hoogstwaarschijnlijk nog in laatste instantie zou leiden tot opgave.
Zoals het spreekwoord zegt, de laatste loodjes wegen het zwaarst, de laatste kilometers kunnen tellen.
In de laatste kilometer is er zelfs begeleiding van een politievoertuig en van vele meefietsende kinderen.
Vroeger was het zelfs de gewoonte dat per atleet er iemand meeliep die een olijftak in de hoogte stak maar dat is ook al weer verleden tijd zeker.
Eindelijk na 33u46’en 45seconden en onder een luid applaus van de vele opgegeven atleten en van de plaatselijke bevolking stopt de klok bij het aanraken (of kussen) van de voet van het Leonidas standbeeld. Volgens de traditie drink je dan eerst het water dat aangereikt wordt van twee Griekse maagden, met als volgende de overhandiging van de olijfkroon op het hoofd en de speciaal ontworpen medaille.
Dan gaat de weg richting verzorgingspost voor ontsmetting van de voeten en eventuele medische behandelingen.
De dokter en de kiné komen me persoonlijk, zelfs met tranen in de ogen, feliciteren met de woorden “unbelievable”, ongelooflijk na zoveel tegenslagen er toch nog in slagen om te finishen, formidabel. Ook ikzelf moet even de tranen bedwingen als ik deze mensen moet bedanken, want zonder hen had ik het misschien niet gehaald.
Pas nu ook verneem ik dat mijn vader William (die op dat ogenblik ook niet op de hoogte was dat ik nog in wedstrijd was en intussen de aankomst bereikt had) de wedstrijd heeft moeten staken na kilometer 181, wegens tijdstekort (door de opgave van de andere atleten liep hij in allerlaatste positie met maar 10′ overschot).
Na een tijdje dringt me pas door dat ik er als enige Belg en zelfs enige Beneluxer in geslaagd ben om de Spartathlon 2003 tot een goed einde te brengen.
Drie deelnames, drie maal gefinished.
Ondanks alle tegenslagen is de maandenlange voorbereiding dan toch niet voor niets geweest.
Van de 205 gestarte atleten finishten er 84 met op rang 42 (al speelde plaats en tijd geen rol meer)
mezelf. Onder hen ook 6 dames (3 Duitse en 3 Japanse).
Bepaalde Japanse atleten waren zo onder de indruk van mijn wedervaren dat er een kans bestaat dat ik eind april mag deelnemen aan de SakuraMichirun, een zeer bekende 250km wedstrijd in Japan eind april volgend jaar.
Persoonlijk mag ik zeggen dat ik door deze prestatie mentaal een stuk sterker ben geworden en dat ik mijn pijngrens een heel stuk verlegd heb, dat belooft voor de toekomst.
Als men je net na de wedstrijd vraagt of je bij de volgende Spartathlon weer op het appel zal zijn denk je bij jezelf NOOIT MEER, maar wellicht als de gezondheid het toelaat en alles meezit sta ik er volgend jaar wellicht weer voor mijn vierde deelname en hopelijk 4de finish.

Hopelijk zijn de Belgen dan goed vertegenwoordigd in het Olympische Jaar.

Graag zou ik langs deze weg een persoonlijke bedanking willen doen aan de begeleider van Joseph Buteneers, nl. zijn broer en begeleider Jean-Marie voor het begeleiding tijdens en na de wedstrijd.

Hopelijk tot volgend jaar,

Philip Verdonck