{u}{b}Zolder-Hoezo nog een keer!{eu}{eb}
Ja, ik zou nog een keer naar Zolder gaan. Vorig jaar hoopvol begonnen maar het wou niet. Een virusje onder de leden. Bij het marathonpunt uitgestapt. Dat is tenminste wat. Nou heb ik in het verleden wel vaker een mislukte marathon opnieuw gelopen en dat werkte altijd als therapie. Dus vol goede moed de plannen smeden voor een tweede beurt. Vrijdag de 13e redelijk goed doorgekomen. Nog wel een vriend opgezocht die met kanker in het ziekenhuis ligt.
En dan zaterdag de 14e. Met mijn vrouw Lineke eerst Jan Willem Dijkgraaf ophalen in Epe en dan naar het zuiden afzakken. Voor dat we het weten zijn we dan alweer in België waar we weer getrakteerd worden op borden en verkeerstekens waar we als ordelijke Nederlanders maar moeilijk aan kunnen wennen. Tegen tien uur komen we toch redelijk gemakkelijk op het circuit aan, dat in tegenstelling tot vorig jaar. Toen was het pezen om überhaupt aan de start te staan. Je zou er maar hyperventilatie aan over houden zeg. Ik herken alles nog van vorig jaar, dus de ruil tussen vijftien euro en een paar startnummers is snel geregeld. Omkleden in een groot werkhok en wat opvalt, iedereen is er weer !! Iedereen praat met iedereen de laatste en voorlaatste nieuwtjes bij elkaar. Om toch de benen maar wat los te lopen, begeef ik me richting start. De meeste lopers komen in de laatste vijf minuten voor de start nog eens aanzetten en ja waar heb ik dat niet eerder meegemaakt. Het weer is somber op dit ietwat sobere circuit, maar het is droog, het waait niet en de temperatuur is in orde. De laatste informatie van de organisatie weet de laatste gelederen van de deelnemers niet helemaal te bereiken, maar alles is duidelijk.
Starten maar en wegwezen. Ik besluit rustig te starten. Na de Elbtunnelmarathon is de aangekondigde verkoudheid aardig doorgebroken bij mij en dat heeft zijn tijd nodig gehad. Dus ook geen Apeldoorn voor mij, bovendien hou je als hovenier zo nu en dan enige vermoeidheid aan je werk over. Overigens zijn Sturm und Drang tegenwoordig ook niet meer van belang. Een kwestie van uitlopen vandaag. Grappen-makend en keuvelend worden de eerste rondjes om mij heen afgelegd. Zoals gebruikelijk de eerste schermutselingen en manoeuvres van wat later volgt. Na een viertal rondjes merk ik dat ik toch een koortslip heb. Vervelend maar de benen beginnen wel wat los te komen. Ondertussen dendert Marc Papanikitas met zijn hoofd ietwat achterover door en razen de rolstoelers voort. Het blijft uitkijken met al die snelheid om mij heen, maar alles verloopt goed. Ik heb overigens geen benul met welke snelheid ik zelf loop. Ik let wel op mijn vrouw Lineke die zo nu en dan een foto maakt en vraagt of het nog gaat. Dat gaat wel, alleen ik moet oppassen mijn mond niet te verbranden aan de hete thee. Ze houden je wel bij de les hier. Het parcours begint nu ook enige technische en tactische attentie van mij te verlangen met al die glooiingen en die puist achter op het circuit. Nog maar zes rondjes ! Het gaat goed. Ik kom er wel.
Wat krijgen we nu ? Zere voeten ? Concentreren Euverman. Ik voel vermoeidheid in me opkomen. Niet zeuren Euverman. Gewoon doorlopen. Zware benen ! Wat is dit nou. Ik krijg toch geen medelijden met mezelf ? Die verrekte puist doet pijn vooral als je er af moet. Die kuitspieren gaan zo naar de knoppen. Ik probeer mezelf op te krikken. Ik heb blijkbaar mijn dag niet. Dan toch maar doorlopen tot het marathonpunt. Wel de benen blijven optillen Euverman en aardig blijven voor de mensen die je passeren. Het laatste rondje wat ik maar met mezelf heb afgesproken breekt aan en ik krijg gezelschap van Carrie van de Beek. Ook hij houdt het zo meteen voor gezien en dat lijkt me verstandig na een blessureperiode. Die puist neem ik snelwandelend. Ik krijg de knieën niet meer overeind.
Toch maar proberen die marathon binnen de vier uur te houden wat nog royaal lukt. Het is me gelukt lekker uitgewoond over de finish te komen. In de kantine toch maar even bijkomen, alwaar Willem Mutze aan de tafel zijn relaas doet. “In Apeldoorn zo lekker gelopen en hier van geen meter” maakt hij duidelijk. Ja, zelfs voor een reus valt het niet altijd mee. Ook Simon Pols heeft zijn dag niet, merk ik. Ik ben in goed gezelschap. Gelukkig ! Dan toch maar even douchen. Zonder dat ik het in de gaten heb beland ik in de vrouwendouche waar overigens meerdere kerels zijn neer gestreken. Nou moeten jullie geen rare dingen gaan denken. Ik ben netjes opgevoed. De douche is wel lekker warm. Dan is het wachten op Jan-Willem en ja hoor daar is die dan. Ruim binnen de vijf uur gefinished. Kom we gaan, richting Venray alwaar we een oude vriend van mij gaan bezoeken. Al meer dan twintig jaar niet meer gezien. Een emotioneel moment.
Genieten van een goed gesprek en een verkwikkende maaltijd. Op naar Zwolle. Jan-Willem thuis brengen en gelukkig redelijk opgeknapt weer thuis komen.
Ja, wat moet je nou met zo’n ervaring. Die therapie van vroeger heeft dus ook niet gewerkt. Je houdt er wel een desillusie aan over en dat is tenminste ook wat waard. Nou weet ik wel dat die verkoudheid iets te lang heeft geduurd en dat ik me op het werk af en toe ook niet ontzie, maar met moeite een marathon uitlopen ! Dan maar weer relativeren en eens kijken of er nog een derde poging nodig is. Hoe zeggen ze dat ook alweer ? Drie maal is scheepsrecht of was het nou die ezel die zich niet voor de derde keer aan dezelfde steen stoot. Als ik er maar niet de kolder van Zolder aan over houdt. We zullen zien.
Bij deze wil ik de organisatie bedanken voor de verzorging en de vriendelijkheid. Ze hebben me ook de 17e plaats toe bedeeld. Dat is aardig, maar iedereen zal begrijpen dat, dat niet klopt. Kan gebeuren. Het ontdekte foutje is met een e-mailtje van mijn kant al doorgegeven want ik wil geen last van mijn geweten krijgen.
Tot wederhoren, Herman Euverman.