We gaan weer eens met z’n drieën op stap. Jan, Ruud en ik. Het is voor ons een makkelijke reis naar Zolder in België. Nog geen 4 weken geleden reden we een groot deel van dezelfde weg (toen naar Genk). Afslag No 27 en dan bordjes ‘circuit’ volgen. Hé, we zien daar al een trimmer lopen, of zou hij ook deelnemen aan de 50 km? Dichterbij gekomen zien we Patrick Kloek met rugzak. ”Zal ik stoppen?“ vraagt Ruud. ”Néé, doorrijden!“ zegt Jan, ”Concurrentie en die moet afgemat worden.” Ja, dit grapje werd inderdaad gemaakt, maar zo gaat het er in ons ultrawereldje gelukkig niet aan toe. Patrick is er nu bijna en heeft dan al 12 km gelopen. Voor ons is dit niet vreemd, het gebeurt zo dikwijls dat Ruud en ik naar een training of wedstrijd rijden en Jan er naar toe loopt.
Op het circuit aangekomen zijn er al veel deelnemers aanwezig. Snel inschrijven en dan het sociale contact onderhouden. Eén van de leuke dingen in het hechte ultrawereldje.
Hé, Carrie van de Beek is er ook weer, een langdurige rugblessure verhinderde hem lang te lopen. Hij gaat het vandaag weer eens proberen. Zijn langste trainingsafstand is slechts (of al?) 30 km geweest. Verder is natuurlijk de hele vaste kern aanwezig.
Iets over elf wordt het startschot gelost. Het heeft wel iets, om op zo’n autocircuit te lopen. Naast een groot aantal lopers staan er ook een aantal wheelers aan de start.
Gelukkig zijn dat er niet zoveel. Nou, laten we zeggen voor mij gelukkig, want ik blijf omkijken of ik hun toch niet voor de wielen loop. Hoewel hun stuurmanskunst heel goed is, hebben zij toch duidelijk meer moeite met het aansnijden van de bochten. Wij zijn na een paar rondjes hier wel aan gewend en houden niet meer in, ook al staan er remsporen op de baan van de auto’s die op het laatste moment voor iedere bocht vol in de remmen moesten om niet in de grindbak te belanden.
Ik ben van achteruit heel snel gestart. De een na de ander haal ik in. Om dan van ze weg te lopen. Daar zit natuurlijk de grote fout. Och, iets uitproberen daar is niks mis mee. Maar te overmoedig, is zoals zoveel woorden die met ’te’ beginnen niet goed. Willem Mutze inhalen, dat kan, hij doet vandaag snelwandelen. Jan-Willem heeft de laatste tijd niet zo’n sterke serie staan, dat kan ook. Ben Mol, ja met Ben weet je het nooit, gaat hij er voor, of niet, dat kan. Gijs Honing, na zijn reis naar India ben ik al een paar keer voor hem geëindigd, dat kan. Bert de Jong heeft last van zijn schouder, dus dat we die inhalen, dat kan ook nog. Maar dan Vincent, loopt altijd een heel strak schema en heeft mij al dikwijls voor het einde van de wedstrijd weer ingehaald. Toen ik die inhaalde had het lichtje moeten gaan branden. Erger nog het brandde, maar iets in me zei: ”vandaag knallen”. En ik liep ook van Vincent weg.
Mijn rondetijden worden steeds ietsje sneller. Jutta Jöhring, de Duitse ultra-atlete die vandaag het lopen aan haar levenspartner Peter Ludden overlaat, roept me in het Nederlands toe: ”Theo, je gaat te snel“.
Kijk, wanneer een vrouw je zegt dat je te snel gaat, moet je toch reageren. Maar ik overmoedige, dram maar door. Ik blijf lopers inhalen. Eerst Theo de Jong, het kan niet. Dan Peter Ludden, het kan niet. Vervolgens Cees van de Woude, het kan niet. Dan Jan van de Erve, waar ben ik mee bezig? Met Jan is het even stuivertje wisselen. Spoedig komt hij mij weer voorbij om daarna weer de beurt aan mij te laten. Jan staat daar namelijk even met een kapotte radiator.
Toch, heb ik die rondetijden van 19 à 20 minuten langere tijd volgehouden . Ik ben zelfs lopers en loopsters gaan dubbelen. Meestal word ik alleen maar gedubbeld.
Maar ook zelf wordt ik gedubbeld. Het was al schrikken, dat de wheelers met grote snelheid voorbij kwamen maar ook Marc Papanikitas heeft vandaag de turbo aangezet. In een flits is hij mij voorbij, zou dit nu allemaal komen omdat je op een autocircuit loopt? Bij mij schijnt het wel invloed te hebben. Ik denk terug aan de 6-uurs loop van Texel, die tweede paasdag 2001 op een wielerbaan werd gehouden. Ik liep toen een P.R.
Langzaamaan moet ik de tol betalen voor mijn te snelle start. Eerst krijg ik last van een opkomende kramp. Toch ook een van de kenmerken bij een te hoge snelheid. Het dwingt me om mijn snelheid aan te passen . Maar dit gebeurt toch iets te laat.
Ik neem nu ook iets meer de tijd om het parcours te bekijken. Hier en daar zie ik stukjes rubber aan de baan gekleefd. Straks toch even Marc Papanikitas zijn schoenen bekijken.
Hoewel de baan een paar jaar geleden een mooie opknapbeurt heeft gehad, liggen er toch enkele hele zware betontegels niet vlak. We kunnen daar Jan Nabuurs met zijn power toch niet de schuld van geven. Hoewel, Jan heeft het enkele jaren geleden toch gepresteerd om er enkele straatklinkers uit het wegdek te lopen. Of was dat toen ook bij wijze van spreken?
Ja hoor, daar komen ze allemaal weer aan: eerst Cees, dan Peter, dan Theo. En dan Vincent. Die kijkt mij aan, we hoeven elkaar niets te zeggen, we weten het allebei.
Het is prachtig zoals hij een wedstrijd kan indelen. Nog maar kortgeleden met ultra’s begonnen en dan op zijn leeftijd zo’n strak hoog tempo lopen, daar heb ik grote bewondering voor.
Hoewel ik de laatste ronden veel in moest leveren, kom ik toch op voor mij schitterende tijd uit: 4 uur 45 min en 54sec. Een nieuw P.R. Dus toch.
Maar ja, tevreden? Niet helemaal. Wanneer je bedenkt dat er waarschijnlijk toch meer ingezeten had. En ik me aan de snelheid van Vincent gekoppeld had. Maar we hoeven gelukkig niet lang te wachten voor een herkansing. De snelheid is er, de inhoud laat niet lang op zich wachten hoop ik.
Na een ijskoude douche, moeten we toch vrij lang wachten op de prijsuitreiking. Maar die is dan ook de moeite waard. Met prachtige tombolaprijzen, een paraplu, 2-liter pakken drinken. En dat voor 15 euro, en met daarbij een goede organisatie maakt het voor ons niet moeilijk om ook een volgende keer weer in België te lopen.
De hierna geplande vergadering en prijsuitreiking van de Marathon en Ultra Cup 2003 verloopt heel gemoedelijk Zonder slag of stoot worden bestuurders gekozen. Het ontstane applaus geeft de kandidaten geen mogelijkheid om nee te zeggen tegen hun functie. En zo hoort het ook.
Jan 3 uur 35 min. en 35 sec., Theo 4 uur 45 min. en 54 sec., Ruud 5 uur 17 min. en 23 sec.: we liepen alle drie een P.R.! Onder invloed van het autocircuit? Wie zal het zeggen. Maar vol verwachting kijk ik uit naar de wedstrijd op het autocircuit in Zandvoort. Of moet hier nog een organiserende vereniging voor gevonden worden?
Theo Kuijpers