Voila Theo, je hebt de aanzet gegeven. Hier heb je hem dan!
Zolder. Nadat ik als eerste de eindstreep bereikte in 3h05′ en luttele seconden zag ik enkele ontgoochelde blikken neen schudden.
Ik begreep het niet, ik won in een nieuw P.R. en kwam relatief goed aan.(velen zullen mijn inzinking en zwalpende aankomst van vorig jaar niet vlug vergeten)
Na 1km voelde ik het al. Het was mijn dag niet. Lucien gaat de eerste 300m mee en roept dan : “Ik zie je wel op het einde van de wedstrijd”
De lichtvoetigheid waarmee ik de laatste wedstrijden relatief vlot won was er niet.
Oorzaak: geen idee. Enkele dagen minder goed geslapen. De vorige wedstrijden niet goed verteerd ? Te snel gestart ? Smog? Alleen moeten lopen ? Wie weet ?
Alleszins ik ga ervoor. Waarom ? Omdat ik nu eenmaal graag mijn best wil doen. Ik voel het een beetje aan als verplichting naar de organisatie, naar mijn coach, naar mezelf.
Ook deze vragen worden me later op de dag voorgeschoteld: waarom winnen met 7′ i.p.v. 2′.
Waarom liep je geen Belgisch record ? Waarom liep je geen parcoursrecord ?
Waarom, waarom, waarom! Verdomme ik weet het niet, ik wil gewoon lopen en mijn best doen.
Het zit me een beetje dwars dat winnen in een persoonlijk record niet meer voldoende is.
De opmerking die ik later aan Jean-Paul Praet maak heb ik in het verleden al meer gemaakt, misschien ben ik geen ultraloper. Dit betekent absoluut niet dat ik het niet mag proberen.
Soit. Na die éne mindere kilometer volgen er nog 25 mindere. Toch loop ik voor een tijd van 2h58′. Ik word moe. Jan beslist dat ik wat trager moet lopen. Het parcoursrecord is ook goed. Tot aan kilometer 40 zit dat erin. Nu krijg ik het moeilijk. Mensen blijven me aanmoedigen, het is lastig om op een vrolijke wijze terug te reageren. Een kreun of een pijnlijke grimas kunnen ze nog krijgen. De beelden van vorig jaar spoken door mijn hoofd, ik geraak in paniek. Ik ben bang. Ik denk aan de woorden van Lucien die hij me in het begin van de wedstrijd heeft toegeroepen. Jan pakt de fiets van de jongen af die gans de tijd bij me rijdt. Er wordt afgesproken om alleen voor de overwinning te gaan. Ondertussen wordt de fiets van Jan terug afgenomen.
De laatste 2km kom ik bij Math Roberts. Ik smeek of ik bij hem mag blijven. God wat is dat heerlijk even naast iemand te kunnen lopen in éénzelfde tempo.
De aankomst. Ik ben heel blij. Ontgoochelde blikken, neen schuddende hoofden. Interviews voor de radio, de krant, de T.V. Aankleden.
Dan nog de dopingcontrole. Wat een klucht. De mannen van de T.V. vragen of ze “het” mogen filmen. Ik vraag “wat?” De dopingcontrole. Ik heb er geen probleem mee. De dokters wel. Ze mogen alleen de handtekening die ik moet zetten filmen. Blijkbaar moesten de eerste 8 komen. Op den duur stonden ze daar met 15. Uiteindelijk zijn er atleten geweest die niet moesten, terwijl er anderen de dans ontsprongen.
Vandaag lees ik dat het misschien de laatste Zolder is geweest.
Het is niet waar hé!
Jaren geleden won ik de laatste marathon van Berchem, de laatste universitaire stratenloop. Enkele jaren later de hernieuwde en meteen ook alweer laatste universitaire stratenloop. De laatste 1/2 marathon op oudejaarsnacht in Westerlo. Op een bepaald moment schreef een journalist naar aanleiding van een wedstrijd waar ik zou starten:
” Mensen laat Marc niet winnen of het is misschien de laatste keer geweest dat je nog kan inrichten”
Heren organisatoren van Zolder. Laat de wedstrijd asjeblief niet verloren gaan. Ik wil zo graag de neen schudders volgend jaar ja laten knikken!
Marc Papanikitas