We maakten ons van tevoren wel wat zorgen over de toestand van de wegen in Duitsland. Er was sneeuw voorspeld, en vakantiedrukte. We maakten ons volstrekt geen zorgen over het parcours. Het kon wat modderig worden, nou ja, geen probleem, gewoon een extra plastic zak mee voor de vieze kleren. Als we maar op tijd voor de start kwamen dan kon ons niets gebeuren.
We vertrokken dan ook redelijk op tijd. Krijn reed al om negen uur voor en na een kop koffie zetten Frans, Krijn en ik om kwart over negen koers naar Bad Salzuflen. Volgens de routeplanner vanaf Borne maar één uur en drie kwartier rijden, dus de start om 12.20 uur gingen we halen. De A1 en later de E30 lag er prachtig sneeuwvrij bij en ook het vakantieverkeer bleef uit. We reden dan ook ruim op tijd Bad Salzuflen binnen; er was zelfs nog genoeg tijd om wat inkopen te doen.
De start in Bad Salzuflen is echt ‘gemütlich’. Er is een grote sporthal waar je je op je gemak kunt inschrijven en omkleden; in de kantine is koffie en vooral veel Kuchen. We begroeten diverse bekenden, waaronder Ben Mol, Jan Willem Dijkgraaf, Gijs Honing, Bert de Jong en Sabine Schneider. We staan ontspannen aan de start, de heenweg is meegevallen, dan zal de rest ook wel gaan.
Wat kan een mens zich vergissen! De eerste vijfhonderd meter gaat het nog wel, maar als het eerste bospad komt, is het meteen al schrikken. Het pad blijkt door de sneeuw spekglad geworden. De eerste die met een rotsmak onderuit gaat, is Ben Mol. Hij heeft zich voorbereid op veel modder en heeft een paar oude schoenen aangetrokken zonder veel profiel. En dat wreekt zich meteen. Even later ga ik zelf onderuit, de stand is 1-1. Ben zal de eerste kilometers nog vaker vallen en vraagt zich serieus af of hij er wel verstandig aan doet om door te lopen. Eén verkeerde val en het hele seizoen is naar de knoppen. Maar dapper ploetert en glijdt hij verder, net zoals de rest van de lopers. ‘Ist ja Wahnsinn’, hoor ik een loper zeggen nadat hij bijna van het pad is gegleden. En dat is het ook.
Het parcours in Bad Salzuflen bestaat uit een aanloopstuk van één kilometer en daarna een ronde van acht kilometer. Je kunt naar keuze één, twee, drie, vier of vijf rondes lopen, wat een eindafstand betekent van 10, 18, 24, 36 of 42 kilometer. Veel lopers houden het na één ronde voor gezien. Verstandig, zonder meer. Na twee kilometer komt een steil stuk omhoog, gevolgd door een even zo steile afdaling. Vlak daarna komt er een spekglad bospad, daarna een nog gladder en smaller onverhard pad parallel aan een secundaire weg met als ‘hoogtepunt’ een spekgladde afdaling naar een nog gladder bruggetje. Dan volgt een glad en glooiend bospad, waarna we een paar honderd meter mogen bijkomen op een asfaltweg. Helaas moeten we daar al snel weer af om op een wat breder maar (het wordt saai) alweer superglad pad te komen met een drankpost. Het lukt mij geen enkele keer om de bekertjes met zoete thee zonder knoeien op te drinken. Ik ben niet de enige met dat probleem. Even ben je niet geconcentreerd op het lopen en je glijdt alle kanten op.
Meteen na de verzorgingspost volgt er een steile klim, die, het wordt voorspelbaar, ook weer uit puur ijs bestaat. We glibberen zo drie kilometer verder tot de volgende verzorgingspost, waarna je naar keuze rechtsaf (naar de finish) of linksaf (nog een ronde) kunt gaan.
Na één ronde waarin ik vier keer ben gevallen, besluit ik toch maar gewoon door te gaan. Ik klok op het 10km punt 1 uur 13. Dat schiet niet op…als het zo doorgaat wordt het meer dan vijf uur. Ik maak me daar maar niet te druk om, ik wil ook helemaal niet nadenken, ik wil gewoon doorlopen. De tweede ronde gaat een stuk minder moeilijk. Ik begin te begrijpen dat je vooral niet moet proberen je voet normaal af te wikkelen, je moet vol op je voet landen om nog wat grip te hebben. Bij een klim is het slim om de voorvoetlanding te oefenen, je hebt dan iets minder kans om onderuit te gaan. Maar al snel word ik overmoedig, zet ik iets te veel aan en bam!, daar lig ik voor de vijfde keer. Behulpzame handen helpen mij overeind en er wordt gevraagd: ‘Geht’s?’ Ja hoor, het gaat wel weer en ik glijd weer verder. Boem! Vlak voor mij valt een loper keihard op zijn rug. Meteen staan er verschillende bezorgde lopers omheen die hem overeind helpen. Ik houd ook even in. Gelukkig staat de loper weer op. Hij kijkt wel wat beduusd, gaat dan toch maar weer gewoon verder
.
Een paar honderd meter verder glijdt mijn voet opeens weg en ik maak een vreemde buiteling, eerst naar achter, dan naar voren. Weer word ik overeind geholpen door een behulpzame loper. ‘Es ist ein richtiges Abenteuer’, zegt hij en ik kan het alleen maar beamen. In het vierde rondje zie ik Henk Harenberg op een heuvel staan. Hij verbaast zich over de zwaarte van het parcours en is het met mij eens dat het eigenlijk onverantwoord is. Ik vertel hem dat ik al zes keer ben gevallen en welja, meteen daarna maak ik weer een tuimeling. Grinnikend steekt Henk zeven vingers in de lucht, om meteen daarna bezorgd te informeren of alles nog heel is. Jawel, niets gebroken geloof ik en ik glijd weer verder richting drankpost.
Na vier rondes begin ik er zowaar plezier in te krijgen. Het is de kunst om je niet te verzetten tegen de gladde paden maar je loopstijl erop aan te passen. Ik ontdek dat je je voeten vooral niet te ver moet optillen, dat je eigenlijk gewoon mee moet glijden met het pad en je je al helemaal niet moet laten verleiden tot enige voorwaartse snelheid, want je gaat geheid onderuit. In feite is het gewoon langlaufen op loopschoenen.
En zo glijd ik rustig door naar de finish. De laatste ronde val ik niet meer, ik heb eindelijk door hoe het moet. Mijn eindtijd blijkt 4 uur 48 minuten en nog wat maar dat is niet relevant. Ik heb deze marathon zonder kleerscheuren of botbreuken doorstaan en daar gaat het om.
Bij de finish blijkt dat Krijn voortijdig heeft moeten opgeven vanwege een rotsmak. Dat is erg jammer, want hij had goede benen en lag voorin het lopersveld. Weg kans op goede klassering en hij wil het liefst even niet aan het lachen worden gemaakt. Niet alleen vanwege de ontgoocheling, maar zijn ribbenkast doet pijn. Frans vond twee rondes ook voldoende en Sabine zit haar teleurstelling te verbijten, na twee rondes en diverse uitglijders vond zij het niet leuk meer. Ben, Jan Willem, Gijs, Bert en Henk hebben zich niet laten kennen en zijn ook dapper vijf rondes doorgegleden. Na afloop zitten ze er in de kleedkamer hoofdschuddend bij. Gekkenwerk, deze marathon. Onverantwoord, de organisatie had hem af moeten gelasten. Maar uitstappen, nee, dat is ook weer niet de bedoeling. Dan maar wat blauwe plekken hier en daar, deze marathon kan worden bijgeschreven. En levert voor de toekomst ongetwijfeld de nodige sterke verhalen op.
Gerry Dumont
PS :De volledige uitslag kan gevonden worden op http://www.lc92.de/html/marathon6.html en een fotoverslag op http://www.xs4all.nl/~fgoddijn/running/badsalzuflen2004/Thumbnails.html