Beuken langs de zee (JKM ’04)

Herman Euverman in de JKM

De verbeelding en de werkelijkheid. Een twee-eenheid of niet?
Probeer je eens voor te stellen hoe het is om de JKM te lopen, als je denkt te nodige ervaring te hebben in het lopen van dit soort wedstrijden. Je zult er achter komen dat de werkelijkheid altijd anders is. Ja, je kan een goede dag hebben en daarmee je goede vorm bevestigd zien. Dat is mooi meegenomen, vooral als je wedstrijd met overleg doorstaat. Hoe het ook zij, wil je de JKM uitlopen dan is een stuk realiteitszin op zijn plaats.
Nou zat ik na een dip rond Zolder weer aardig in de lift en had ik me voorgenomen niet op tijd te lopen, de laatste week ontspannen voorbereiden was er niet bij. Een knallende ruzie met een leidinggevende op het werk is niet erg bevorderlijk als mentale training in de voorbereiding. Maar goed, het zij zo en om deze JKM te laten lopen is ook niet alles. Dus hier komt hij dan!

Om zaterdag half zeven in de ochtend stap ik bij Jan Willem Dijkgraaf in de auto, die het wel gezellig vindt dat ik meereis en daarover een afspraak met mij heeft gemaakt. Een sproeiregen begeleidt onze reis die voorspoedig verloopt en vrij makkelijk vinden we de atletiekbaan van atletiekvereniging De Noordkop.
Het is een gezellige drukte in de kantine. Men waant zich in een reunie.
In de kleedkamers wordt er over de kleding, gewikt en gewogen. Er schijnt forse tegenwind op het strand te staan. Dat wordt dus geen gemakkelijke tocht vandaag, maar ach, we zien wel. Het is droog buiten, maar de meeste mensen blijven zoveel mogelijk binnen staan. Het is buiten fris. Als we dan toch buiten staan worden we vriendelijk verzocht om toch maar eens aan de start te komen zodat men aan de wedstrijd kan beginnen. De zoon van Jan Knippenberg doet ons met een bel in beweging komen. De eerste paar kilometers lopen we op afspraak geneutraliseerd naar de aanleghaven van de boot naar Texel. Lekker keuvelen en dan niet in de gaten hebben dat we nu echt begonnen zijn zodra we op de zeedijk zijn aangekomen. Wat maakt het uit, het spel is begonnen.

Martien Baars volgt het peletonnetje op de fiets. Ik sluit aan bij Cor Butter en Gerard Bergevoet. We leren elkaar wat beter kennen. We duiken de duinen in die opgesierd zijn met narcissen. Gijs Honing sluit zich bij ons aan. Bert de Jong
begeleidt hem op de fiets. Cor, die in Callantoog woont, vertelt ons het nodige over de omgeving. Vlakke stukken, duinen en bossen, afwisselend maar hier en daar wel erg toeristisch. Veel volk op de been tijdens Pasen. Ik kan het niet nalaten om na de vierde verzorgingspost iets te versnellen om eens te zien of ik het groepje lopers in de verte kan bereiken. Het duurt even maar dan bevind ik me in goed gezelschap. Theo de Jong en Jan van de Erve vergezellen mij nu. Even later pikken we Henk Harenberg op. Het loopt nu wel lekker. Ik ben optimistisch. Langs de Hondsbosse Zeewereing halen we Jan Willem in die reeds het lopen met een snelle wandelpas afwisselt. Doet hij vaker. Als we bijna bij hem zijn en ons hoort, versnelt hij wat. Doet hij ook vaker. Henk heeft het moeilijk. Theo doet verslag over de wondere wereld der vogelaars en doet ons verbazen door het onderscheid tussen een Veldleeuwerik en een Boomleeuwerik te kunnen maken. De bossen achter Schoorl zijn prachtig. Jammer dat ze in Schoorl geen marathon meer hebben. Ik herken de wegen nog. De heuveltjes zijn pittig. Toch genieten.

We halen te snel gestarte lopers in. Een bemoedigend woordje is voor hen op zijn plaats. Henk zijn we kwijt. Bij Bergen aan Zee het strand op. Ja hoor, wind! Normaliter draai ik mijn hand hier niet voor om, dus ik zie wel. Jan probeert de kar op sleeptouw te nemen en Theo kruipt achter zijn rug. Ik probeer te volgen, maar al gauw kost het mij iets teveel moeite en loop mijn eigen tempo. Gelukkig is het water zakkende, dus het strand is hard. Ik weet niet hoelang het lopen heeft geduurd, maar ik ga toch maar een eindje wandelen. Alle spieren in mijn benen trekken strak. Geheel onverwachts doemen achter mij Cor en Gijs op die kop over kop elkaar het strand over trekken. Ach, waarom zou ik niet mee doen. Op de Hondsbosse Zeewering voel ik kramp in mijn rechtervoet opkomen en bevallen mij de tempowisselingen niet, dus toch maar weer voor mezelf lopen. Ik blijf wat achter de heren hangen en herstel wat om daarna een tweede poging te wagen ze van dienst te zijn. De dood of de gladiolen noemen ze dat. Dat wordt dan net niet de dood, maar die bloemen kan ik wel vergeten. Ik moet zeggen, die Gijs heeft sterke benen zeg. In dit soort wedstrijden is hij gewoon niet te houden. Ik ben weer op me zelf aangewezen en ga wat uitproberen. Een wandeltechniek die ik van Willem Mütze heb afgekeken. Valt niet mee. Ik moet mijn kop proberen helder te houden.

De mensen bij de drinkposten zijn vriendelijk en houden me op hoogte van de afstand zodat ik kan uitrekenen of ik de limiet kan halen. Moet kunnen dacht ik zo. Heb nog ruim de tijd. De jongens van de reddingsbrigades komen af en toe buurten. Toch fijn die belangstelling. Het is wel oppassen met al die vliegers hier op het strand. Met de muien heb ik minder moeite. Het kost alleen een paar meter meer. De afwisseling van lopen en wandelen, die ik al geruime tijd toepas, bevalt goed en je komt ook nog wat vooruit. Warm wordt je er niet van. Zou eigenlijk wel moeten met de frisse omstandigheden, maar we leven nog. Een drinkpost wijst mij op een streepje in de verte waar ik van het strand afmoet. Lange Jaap, de vuurtoren van Kijkduin, is ook wel een aardig mikpunt. Ik geniet alvast van een kopje warme thee. Ik verwonder mij eigenlijk dat ik al zeer geruime tijd niet ben ingehaald. Ik kijk af en toe achterom. Geen lotgenoot te bekennen, of toch ? Ik zal het alleen moeten doen, dat laatste stuk. Zie ik iemand voor mij lopen ? Warempel. Een lotgenoot in de verte. Ik moet van het strand af van een hoogst aardige dame. Ik vraag haar naar de afstand. Wat, nog maar twee kilometers, goh dat is een meevaller zeg. Je bent dan zeker blij dat je me ziet, zegt ze. Ja anders had ik een probleem aan mijn ogen, antwoord ik haar. Die laatste kilometers gaan lopend met opgeheven hoofd. De wind is geen hinder meer en de gedachte aan de voltooiing stemt mij tot genoegen. De finish op het voetbalveld van de FC Den Helder. Ik ben er!!

Een schitterende tocht, goed georganiseerd, vriendelijke organisatie, koude douches, gratis taxi terug. Prachtig ! De tijdslimiet versterkt echter wel het berekend lopen. Niet onoverkomelijk en je moet als organisatie ergens een streep trekken, maar het zou meer op reizen dan op sport moeten lijken. Sportief dat men Regina van Geene heeft laten finishen en in de uitslag heeft opgenomen. Heeft ze wel verdiend. Jammer voor Ria Buiten dat ze doorliep naar Kijkduin. Nu kwam ze tot mijn verbazing achter me binnen. Ze nam het hele voorval blijkbaar luchtig op. Jammer voor de mensen die het niet gehaald hebben. Gelukkig wist Jan Willem de weg wel te vinden, zodat ik op tijd met hem weer naar huis terug kon.
Ik groet een ieder en we komen elkaar vast weer eens tegen. Dat lopen blijft tenslotte een leuke bezigheid.

Tot wederhoren, Herman Euverman.