Voorwoord Martien Baars. Over twee weken slaat men de tenten weer op in het Mheenpark, voor de 24 uur van Apeldoorn. En als men het over topprestaties over 24 uur heeft, komen de gedachten onvermijdelijk op de loper die als eerste en enige de 300 km barrière slechtte: Yiannis Kouros. Nummer vijf in onze mini-serie ‘Volkskrant klassiekers’ gaat over Yiannis, in gesprek met Rolf Bos bij de RUN ’99 in Winschoten. Kouros verhaalt daarin vooral over de Spartathlon. Praktische tip: die Spartathlon is dit jaar op 1 (+ 2) oktober, iets later dan normaal vanwege ondermeer de Olympische Spelen in Athene (in de laatste twee weken van augustus). De Australische Griek Kouros heeft overigens serieus geprobeerd om een ultraloop als demonstratiesport in het programma van Athene opgenomen te krijgen, maar dat is helaas niet gelukt. De inschrijftermijn van de Spartathlon loopt tot 31 mei, zie voor de voorwaarden etc: http://spartathlon.webvista.net
{i}de Volkskrant van 18-09-1999, Pagina 47, Sport katern{ei}
{b}Voorbij de marathon{eb}
{i}door Rolf Bos{ei}
WINSCHOTEN – Volgende week wordt in Griekenland voor de achttiende keer de Spartathlon gehouden. Een 246 kilometer lange hardloop-wedstrijd tussen Athene en Sparta, in het spoor van de klassieke boodschapper Pheidippides. De Griekse hardloper Yiannis Kouros (43), viermaal winnaar van deze voet-race en houder van vele wereldrecords op ultralange afstanden, rent niet mee. ‘Het traject komt niet overeen met de beschrijvingen van Herodotus.’
{i}Doch op het laatst naderde Apollo hem en schonk kracht aan zijn knieën en bevleugelde zijn voeten.
Homerus, Ilias. {ei}
Het schoeisel van Yiannis Kouros vloekt met alle moderne sportwetten. Het zijn afgesleten Laser-schoentjes, de zolen bijna geheel afgevlakt, de veters gereduceerd tot rafelige draden. De Griekse ultraloper heeft zojuist 100 kilometer hardgelopen in het vlakke Oost-Groningse land en hij laat zich masseren in Cultureel Centrum De Klinker in Winschoten.
Kouros ligt er ontspannen bij en zegt: ‘Ik vertrouw de moderne sportschoenen niet. Ik loop altijd op oude exemplaren. Thuis heb ik een hele voorraad. Deze zijn vijftien jaar oud.’
Het was een grote verrassing Yiannis Kouros het afgelopen weekeinde in Winschoten te zien lopen tijdens de jaarlijkse 100 kilometer-wedstrijd, die dit jaar ook als Europees kampioenschap gold. De afstand is eigenlijk te kort voor deze ‘Gouden Griek’, die pas op trajecten voorbij de honderd kilometer tot zijn volle wasdom komt. De atleet uit Tripoli op de Peloponessos bezit de al dan niet officiële wereldrecords op de 12, 24 en 48 uur, de 6 dagen, de 1000 kilometer plus de 1000 mijl.
In kringen van lange-afstandsatleten wordt Kouros gezien als een bijkans mythisch fenomeen. Een ‘nieuwe Griekse god’, die, of de duvel ermee speelt, ook nog eens de zoon van een timmerman is. Na zijn race loopt hij ’s avonds met ontbloot bovenlichaam door de gangen van De Klinker en wordt hij door talloze andere ultralopers op welhaast devote manier de hand geschud: ‘Yiannis, you’re the greatest.’
‘Iemand die Yiannis Kouros kent, gaat in reïncarnatie geloven’, schreef de overleden Nederlandse ultraloper Jan Knippenberg in 1988 al in zijn prachtige boek De Mens Als Duurloper. ‘Kouros komt uit Griekenland, net als Pheidippides. Hij loopt ook als deze held uit het verleden. Door diens oude route werd hij bekend.’
Pheidippides was de boodschapper, de Hemerodromou, die in 490 voor Christus van Athene naar Sparta werd gestuurd om militaire steun te verkrijgen tegen het Perzische leger dat Athene bedreigde. Volgens historicus Herodotus arriveerde de ijlbode de volgende dag in Sparta. De Spartanen waren weliswaar genegen te hulp te schieten, maar, helaas, de maan stond nog niet goed in het zwerk.
De Atheners klaarden de klus vervolgens zelf. Ze versloegen de Perzen bij Marathon, deze week exact 2489 jaar geleden. Om dat heuglijke nieuws in de stadstaat te melden werd Pheidippides (ditmaal volgens de geschriften van Plutarchus) van het slagveld naar Athene gestuurd, een afstand over ruim veertig kilometer. ‘Verheugt U, wij hebben gewonnen’, riep hij op de marktplaats, waarna hij dodelijk neerzeeg.
Niet die ruim veertig kilometer (waarop de moderne marathon is gebaseerd) werden de onvermoeibare boodschaper fataal. De goede man had dus ook al – vergeefs – op en neer naar Sparta gelopen, door onbegaanbaar berg en dal. Tussendoor had hij, als soldaat, bij Marathon waarschijnlijk ook nog op de Perzen ingehakt.
Yiannis Kouros, de verre nazaat van Pheidippides, zegt op de massagetafel in Winschoten: ‘We moeten dus naar Sparta lopen, dan omdraaien en weer terugkeren naar Athene. Vanaf die stad moeten we vervolgens naar Marathon draven, vandaar weer terug naar Athene. Pas dan doen we de prestatie van Pheidippides recht. Bovendien loopt het moderne parkoers van de Spartathlon anders dan Herodotus beschreef in zijn Historiën.’
Ooit zal hij de Spartathlon op correcte wijze lopen. Heen en terug, misschien zelfs inclusief de slinger naar Marathon. Bijna 580 kilometer. Met één verschil. Kouros is niet van plan om, net als de boodschapper in 490 voor Christus, aan de voet van de Acropolis dood neer te vallen. ‘Maar ik breng dan ook geen goed nieuws.’
De Griek mag de Spartathlon nu als een historische dwaling zien, in de jaren tachtig liep hij wel mee in deze race over 1140 stadiën. Britse luchtmachtofficieren organiseerden in september 1983 voor de eerste maal een foot-race in de voetsporen van Pheidippides.
Yiannis Kouros uit Tripoli, op het laatste moment ingeschreven, zegevierde in een onwerkelijke tijd van 21.53.42. De andere lopers kwamen vele uren later binnen.
Kouros: ‘Ik kwam om vijf uur ’s ochtends al in Sparta aan. Ik moest de officials wakker maken, die moesten op hun beurt de burgemeester weer uit zijn bed halen voor de officiële huldiging.’ De winnaar kreeg vervolgens een olijftak in zijn handen gedrukt. Jonge Spartaanse maagden reikten een beker aan met water uit de Eurotas-rivier.
Wie was deze onbekende timmermanszoon uit de landstreek Arcadia? Had hij, zoals sommige Britse lopers suggereerden, vals gespeeld en een deel van het parkoers per auto afgelegd? Want die tijd, dat kon toch niet? Te bewijzen viel er niets, de lopers leggen immers een groot deel van het parkoers in de nacht af. Pas nadat Kouros in 1984 een aantal andere ultraraces en opnieuw de Spartathlon (ditmaal in 20.25 uur) wist te winnen, verstomde de kritiek.
Kouros: ‘Ze vertrouwden het niet, omdat ze me niet kenden. Het was mijn debuut op een ultraloop. Wat dat betreft was er niets nieuws onder de zon. Spiridon Louis, de winnaar van de eerste olympische marathon in 1896, werd ook met de vinger nagewezen. Hij zou een deel van het parkoers per ezel hebben afgelegd.’
Pheidippides, Spiridon Louis, Yiannis Kouros – je zou, net als Knippenberg, in reïncarnatie gaan geloven. Kouros, die als tiener uit een arm gezin in Tripoli al aan atletiek deed, trad als twintigjarige jongeling in 1976 in de voetsporen van zijn twee illustere voorgangers. Hij draafde tussen Marathon en Athene, legde de 42.195 meter af in 2 uur en 43 minuten.
Later zou hij de klassieke afstand nog lopen in 2.24 uur, maar zijn werkelijke talent openbaarde zich pas na 1983, toen hij zich aan het ultralopen ging wijden. ‘Ik voelde me nooit moe als ik finishte bij een marathon, ik wist dat er verderop ook nog iets lag.’
Voorbij de horizon lag inderdaad ‘nog iets’ in het verschiet. Yiannis Kouros verbrijzelde in de jaren tachtig en negentig alle records op afstanden die langer waren dan honderd kilometer. Zelfs het bijna honderd jaar oude zesdaagse-record, gelopen door George Littlewood in 1888 (623 mijl, 1320 yards) moest er aan geloven. In 1984 in New York, tijdens de New York Road Runner’s Club Six Day Race, legde Kouros 635 mijl en 1023 yards af.
Meermalen won hij de jaarlijkse 1011 kilometer lange wedstrijd tussen Sydney en Melbourne, steeds met zo’n grote voorsprong, dat de organisatoren tijdens latere edities een ‘handicap’ voor Kouros inbouwden. Dus startte de Griek acht en zelfs twaalf uur later dan alle andere lopers, en won hij toch nog. ‘Ik was het er niet mee eens. Een ultraloop wordt daarmee gedegradeerd tot iets uit de supermarkt.’ Het door de handicap verhoogde startgeld vergoedde overigens veel.
Werden Kouros in ultraloop-kringen na zijn verpletterende debuut tussen Athene en Sparta al bijna goddelijke kwaliteiten toegedicht, in oktober 1997 werd hij definitief in het Pantheon geplaatst. In het Australische Adelaide liep hij binnen 24 uur 303.506 kilometer, het equivalent van zeven marathons binnen een etmaal, 27 kilometer verder dan welk ander mens dan ook. ‘Dit record blijft eeuwen staan’, zei Kouros na afloop.
De moderne Helleen liep dit bovennatuurlijke record op een atletiekbaan met de gewone lengte van vierhonderd meter, monotoon rondje na monotoon rondje. Zijn bereikte afstand van 303 kilometer, berekende ultraloop-statisticus Andy Milroy, ligt 9 procent hoger dan die van de beste concurrent. Alsof je de marathon in 2.06 aflegt, daar waar de concurrentie blijft steken op 2.18.
Waar hij aan denkt, tijdens zo’n martelende omgang? ‘Het is een spirituele reis, waarbij je in een soort van extase geraakt. Afwisselend beleef je een gevoel van vreugde, van totale vrijheid, maar dan is er ook weer de pijn en de slaap die je moet overwinnen.’
Tijdens de Spartathlon (‘Op een gegeven moment hallucineerde ik, dacht ik echt dat ik Pheidippides was geworden’) en 24 en 48 uurs-wedstrijden slaapt hij nooit. Hij blijft stug doorlopen in een ongekend tempo van twaalf, dertien, veertien kilometer per uur.
‘Bij wedstrijden over 1000 mijl slaap ik wel. In 1988 liep ik die afstand binnen tien dagen in Flushing Meadow, New York. Daar werd ik de eerste vier nachten wakker gehouden door de steeds maar weer overkomende verkeersvliegtuigen. Maar op een bepaald moment is je lichaam toch bijna dood. Dan loop je tegen een muur en moet je wel een uurtje plat. Het blijft daarna een constant gevecht tussen lichaam en geest.’
Het geheim van de ultraloper zit niet in de voeten, het ligt in de geest opgeslagen, zegt Kouros. ‘Je kunt voor deze lange wedstrijden niet trainen. Je moet vooraf natuurlijk wel veel kilometers lopen, maar na 12 of 24 uur rennen dient de geest het toch van het lichaam over te nemen. Het lopen kun je trainen, de juiste geest heb je, of niet. Daarmee moet de pijn worden verdrongen.’
Tijdens het lopen denkt hij aan muziek, aan poëzie. De atleet, die net als veel andere Griekse topsporters door het leger wordt ondersteund, maakte twee albums met Griekse muziek. ‘Entechno’, instrumentaal, in de stijl van Mikis Theodorakis. De artistieke ijlbode, die musicologie en Griekse literatuur studeerde in Melbourne, heeft nog een groot aantal niet uitgevoerde composities liggen. ‘Ik heb echter geen tijd om de studio in te gaan.’
Bij de EK in Winschoten wilde hij zich de afgelopen week testen over 100 kilometer, maar dat pakte niet goed uit. Hij werd, na tien rondjes langs Heiligerlee en Winschoterdiep, slechts vijftiende, nog achter de Nederlandse kampioen Wim Epskamp.
Kouros: ‘Ik startte snel, had een goed gevoel, maar een oude blessure in de lies gaf problemen. Die klinkers en vele bochten bevielen me ook niet. Ik loop altijd op asfalt.’
Aan uitstappen heeft hij niet gedacht (‘ik stop nooit’), hij finishte toch nog in 7.25 uur. De historisch onjuiste Spartathlon laat hij volgende week schieten, misschien loopt hij dan een 24 uurs-race in Ohio. Veel getraind? ‘Pas de laatste twee weken, duurloopjes tot twaalf kilometer, tweemaal per dag. Er zijn maanden dat ik helemaal niet loop.’
Kouros is 43 jaar, hoe lang denkt hij nog door te lopen? ‘Nog zeker twintig jaar. Een ultraloper moet oud zijn, een jonger iemand kan het mentaal niet opbrengen om deze lange afstanden af te leggen.’
Daar staat hij, Yiannis Kouros, op zijn afgetrapte schoentjes in de hal van De Klinker. Hij heeft zojuist 100 kilometer gelopen, hij doet, met ontbloot bovenlichaam, enkele rek- en strek-oefeningen tegen een hek. Zijn kleren liggen verderop, in de richting van Scheemda. De kilte van de avond deert hem niet.
De ultraloper denkt nog niet aan slapen. Hij wacht eerst op startnummer 600. Het is zijn landgenote Eva Kornarou, die vandaag haar debuut op de 100 kilometer maakt en nog lang niet gefinisht is.
Na lang wachten, komt de frêle Griekse zuinigjes aanlopen, op weg naar opnieuw een ronde van tien kilometer. Kouros gaat een eindje met haar oplopen. Adío, sto kalo, tot ziens, het ga je goed, zegt hij in zijn moederstaal. Dan verdwijnt de Griekse bode, slechts gekleed in een broekje, in de Oost-Groningse avond.
‘Wereldrecords’ Kouros
200 km: 15.10.27 u.
500 km: 60.23.00 u.
500 mijl: 105.42.09 u.
1000 km: 136.17.00 u.
12 uur: 162,4 km.
24 uur: 303,506 km.
48 uur: 473,8 km.
Zes dagen: 1022,068 km.
Spartathlon, 246 km (1984): 20.25 u.
{i}Copyright: de Volkskrant{ei}