Ik had nog niet eerder in de nacht van Vlaanderen gelopen. Van vele kanten had ik gehoord dat het een spektakel van jewelste was. Wel erg druk, maar ook erg leuk. Met veel publiek, goed geregeld en gezellig.
Dus vertrok ik vrijdagmiddag vol goede moed naar Torhout in het Vlaamse land. Het is een hele rit vanuit Culemborg, met onderweg af en toe veel regen. Dat beloofde niet veel goeds voor de avond. De start was om 20.00 uur. Om 19.00 kwam ik in de sporthal, dus ruim op tijd. Alleen nog even mijn nummer ophalen. Toen ik de enorme rijen wachtenden zag die dat ook wilden zakte de moed me in de schoenen. Er stonden misschien wel 100 lopers en wandelaars te wachten tot ze geholpen werden door één van de vijf medewerkers. Ik besloot me maar ter plaatse in te schrijven en de voorinschrijving te laten voor wat die was. Het koste een paar euro extra, maar het leverde enorm veel rust en tijd op. In ieder geval welbesteed geld.
De start was vlakbij, net buiten de sporthal. Het was er verschrikkelijk druk. Alles stond door elkaar, 100 km-lopers, 10 km-lopers en de marathonners, oud en jong, groot en klein, het was een bont gezelschap. Ik sta bijna achteraan, dus na het startschot kom ik maar langzaam op gang. Het is te druk om hard te lopen. Eerst gaan we door het bochtige Torhout, langs drukke terrassen, barbecue’s, en heel veel publiek. Opschieten zit er nog steeds niet in. Maar dat is niet erg, er is genoeg te zien en te horen. Dat Vlaamse dialect is echt abracadabra voor mij en ik kan me haast niet voorstellen dat ze het zelf wel begrijpen. Maar het klinkt wel erg gezellig. Ik wilde het vandaag rustig aan doen en een strak tempo handhaven. En dat lukte goed. De eerste helft ging in ruim 1:52, de tweede helft ging drie minuten sneller zodat ik finishte in net iets minder dan 3:42. Maar de tijd was vandaag niet belangrijk. Het was genieten geblazen. Op de 10 km deden ook veel jongens mee van zo rond de 10, 12 jaar. Dat is dan na de start keihard weg en dan langzaam inzakken en bij de vijf km stukken wandelen. Sommigen wilden zich niet laten kennen en verzonnen listen . Zo zag ik er drie die net deden of ze moesten plassen. Ze maakten de bekende bewegingen van kont achteruit, handen in het kruis, plassen, de boel weer op zijn plaats leggen etc. en weg waren ze weer. Maar, er werd geen druppel geplast. Niet geplast, maar toch lekker gerust.
Er zijn ook veel 100 km lopers, zowel mannen als vrouwen. Ze gaan maar door, en velen in een tempo waarin ik de marathon loop. En dat zijn dan niet eens de snelle mannen en vrouwen want die lopen ver voor mij. Ook Henk Sipers loopt mee voor zijn 9de 100 km in de Nacht van Vlaanderen. Petje af voor Henk. We kletsen wat, maar al gauw ga ik door. Maar niet alleen voor Henk, maar voor al die 100 km-lopers, heb ik grote bewondering. Zelf hoop ik in september mijn eerste 100 te lopen en ben erg benieuwd wat dat gaat worden.
Na een ronde van 10 km moet er nog een ronde van ruim 30 km afgelegd worden, door gehuchten, over lage heuvels, langs groepjes huizen en door een kasteelbos van een sprookjeskasteel met een prachtige vijver. En dat allemaal in een steeds donker wordende wereld, met schitterende luchten van oplichtende wolken in de late avondzon. Heerlijk lopen is dat en als je dan ook nog in plat Vlaams aangemoedigd wordt is alles perfect. In een heel klein plaatsje, de naam is me ontschoten, maar het eindigde op ‘gem’ zoals zoveel plaatsjes daar, staan de mensen in de deuropening te kijken en te applaudisseren. Eén van hen is een klein, krom en oud vrouwtje. Toen ik haar met handopsteken bedankte riep ze met schelle stem: “zie je wel, hij kent me nog wel, ja ja hij kent me nog”. Kennelijk was ze er niet helemaal meer bij en verwarde ze me wellicht met een oude liefde. Ik ben snel verder gegaan. Ze was me te oud.
Opeens loop ik weer op bekend terrein, hier hebben we de eerste ronde ook gelopen, maar dan de andere kant op. Dat betekent dat het er bijna opzit. Het is stil geworden langs de weg, maar het is ook al 23.30. Na een bocht komt de bebouwing van Torhout weer in zicht. Nog een bocht en dan opeens is er overal publiek, publiek dat de kelen schor schreeuwt, dat zwaait en je, met een pilsje in de hand, luidruchtig aanmoedigt. Hartstikke leuk. In de laatste bocht worden de marathonners van de kanjers van de 100 km gescheiden en 30 m verder is de finish. Direct na de finish staat Jack Hendriks die mij enthousiast begroet.
Samen gaan we op weg naar de sporthal om ons om te kleden en daarna naar huis. Ik moet nog bijna net zo lang rijden als ik gelopen heb!
THEO DE JONG