In Diever komen we al jaren. We hebben er graag 5 uur reistijd voor over, want ze hebben mooie parcoursen en de verzorging is perfect. Een marathon 3-daagse in Diever is extra attractief omdat je drie marathons kunt lopen voor de prijs van een (15 euro) en je de reis maar een keer hoeft te maken. Regina v Geene, Theo Cloosterman en ik vertrokken al om 11.30 u, omdat we vorig jaar vanwege fileleed maar net op tijd aanwezig waren. Vandaag zouden we op tijd zijn, dachten we althans, want al na een half uur begon de ellende weer. Ik zal je wijselijk de verrassende details van onze onderlinge conversatie besparen. Het kwam er op neer dat je moet oppassen geen blijvende trauma’s over te houden als je noodgedwongen later moet starten. We waren serieus bezorgd over het eventueel niet op tijd aanwezig zijn. Dit was geen kleinzielig gezeur, maar een drang naar op tijd aanwezig willen zijn in onze vriendenclub. Immers de warme gloed van soortgenoten, brengt een golf van welbevinden in het lichaam, en de geest, de belangrijkste factor om 126 km te overbruggen, moet in opperste staat van verrukking gebracht worden. Stress situaties al voor de wedstrijd verminderen deze gevoelens. De noeste werklust zou wel eens gedemotiveerd raken. Hé, hé, doe maar gewoon, zul je zeggen, wat een rare theorie hou jij er op na. Dat wil ik ook, maar soms dienen zich toestanden aan waar je geen vat op hebt.
We waren, net als vorig jaar, weer net op tijd aanwezig. Jammer, want nu moesten we snel even een schouderklopje van herkenning geven, een kus of kort woordje. Dat we niet de enige filelijders waren bleek uit een verlate start van Koos Rademaker en Joost Oerlemans.
Dag 1, vrijdag 30 juli
Na wat uitleg over het parcours en verzorgingsposten gekregen te hebben, vraagt Theo Kuijpers het woord. Mijn God, het gaat over mij, daar ben ik helemaal niet blij mee. Vorige week ben ik 65 jaar geworden en Theo moet dit zonodig memoreren. Waarom? Toch niet om er mij mee te plezieren, want ik heb een vreselijke hekel aan verjaardagen en in de belangstelling staan, en laat dit dan ook goed merken. Theo, bedankt.
Gelukkig kunnen de 45 lopers op tijd starten. Net als vorig jaar heeft het parcours geen verrassingen in petto, of het moet zijn dat vanwege de natte zomer het mulle zand beter te belopen zal zijn. Helaas is dit niet het geval. Ook de uitstekende boomwortels en de zwiepende tak die Jack Hendrickx vorig jaar een lichte hersenschudding bezorgde, waren nog steeds op dezelfde plaatsen aanwezig. Dankzij het korte rondje kun je 17 en in totaal 51 keer kennis maken met dit toch wel zware parcours. Een kort parcours heeft met heet weer het voordeel dat je op tijd kunt drinken, wat heel hard nodig is in temperaturen die eerder bij de 30 dan 25 graden zitten. Na 2 ronden hoor ik al iemand zeggen dat er nog 49 te gaan zijn. Is dit als aftellen bedoeld of een uiting van genot dat er nog 49 verrukkelijke ronden in het verschiet liggen? Ik loop door en heb geen puf het hem te vragen, want mijn eerste uur gaat nooit naar wens. Het is altijd weer dat zoeken naar het juiste ritme en ademhaling. Na 4 ronden (10 km) zit ik dan ook boven het uur. Je moet erg geconcentreerd lopen en niet te veel om je heen kijken, goed je voeten optillen, anders haak je achter boven de grond liggende wortels, zoals Horst Preisler 2 keer is overkomen en daarbij flink gevallen is. Het gaat nu beter en over 4 ronden doe ik een uur. Math Roberts is een snelle jongen. Al in de 2e ronde dubbelt hij de meeste deelnemers. Gelukkig hebben we geen last van insecten, dit is wel het geval bij de verzorgingspost. De wespen zijn verzot op cola. Over de verzorging niets dan goeds. Er is van alles, tot chocolade, broodje kaas en bouillon toe. Zo’n eerste dag is niet de gemakkelijkste. Je moet wennen aan de plotseling hoge temperaturen en nog wat kracht overhouden voor de resterende dagen. Math finisht als eerste net boven de 3 uur. In de laatste ronden krijg ik wat krampverschijnselen, maar finish toch in 4.18.04, een verbetering van 10 minuten ten opzichte van vorig jaar. Er zijn 10 uitvallers.
Dag 2, zaterdag 31 juli
Er is een uurtje voor de start een gezellige samenkomst op het terras van ’t Wildrijck. Sjoerd deelt uitslagenlijsten van de gisteren gelopen marathon uit. Vandaag starten we met 60 deelnemers. Edwin v d Loop is er ook bij. Het zal een strijd worden tussen Math en hem. Het is afwachten hoe het lichaam reageert na de inspanningen van de dag ervoor. Ik had er gisterenavond moeite mee nog wat soep naar binnen te werken. Na een inspanning is mijn eetlust minder. Na enkele ronden weet ik al dat het vandaag mijn slechtste dag zal worden. Dat had ik gisteren al aangekondigd, want de ervaring van vorig jaar liegt er niet om. De bovenbenen lopen vol en gaan pijn doen. Op dit moment denk ik aan 3 weken geleden, toen ik een behandeling kreeg bij de kaakchirurg. Dat is pas echt pijn lijden. Daar is dit normale kiespijn bij. Wat doe je dan? Het tempo aanpassen. Dat heeft wel tot gevolg dat ik menigmaal gedubbeld wordt, vooral door Edwin. Bij de doorkomsten zie ik dat er meerdere moeilijkheden hebben. Velen stappen uit. Ik heb het zwaar, de benen willen niet meer. Na zowat 10 ronden een lager tempo te hebben aangehouden, begint dit nu zijn vruchten af te werpen. Langzaam verdwijnt de pijn. De 4 laatste ronden versnel ik en finish in 4.42.54. Er zijn 26 uitvallers. Math moet 13 minuten inleveren op Edwin die 2.56.38 loopt.
Dag 3, zondag 1 augustus
Weer brengt een attente Sjoerd ons de uitslag van de 2 dagen. De laatste dag, 44 deelnemers. Iemand zegt: ‘we ruiken de stal al, deze marathon zal niet de moeilijkste zijn’. Ik heb er mijn bedenkingen bij want de botten, spieren en pezen zijn 2 dagen fiks belast geweest en nu moeten we maar afwachten of het lijf wil wat ik wil. We starten deze keer met goed loopweer, de zon zit nog achter de wolken. Mijn bovenbenen zeg, wat komen die moeilijk op gang. Maar als ze na een uurtje warmgedraaid zijn gaat het beter. Joost komt bij me lopen. We praten niet, want we hebben afgesproken heel sociaal te zijn vóór en ná de wedstrijd, maar nu alle krachten aan te wenden om de wedstrijd tot een goed einde te brengen en geen onnodige energie te verspillen. Ik loop de meeste rondjes weer in 15 minuten en voel me lekker. De doorbijter Gijs dubbelt me. Fantastisch wat die man kan, vorige maand het Pieter Rog Pad gelopen, nu loopt hij tijden van 4 uur of er net iets boven. De 69 jarige Horst Preisler ging ondanks zijn vallen op vrijdag, zaterdag en zondag een stuk sneller. Gerry Dumont passeert me in een van de laatste ronden. Het is haar debuut op een meerdaagse marathon en pakt ook meteen de eerste prijs. Ze heeft het als spannend ervaren en staat versteld van zichzelf dat het eigenlijk probleemloos verlopen is. Jannet Lange en Ineke Scheffer, heel lang samengelopen, leveren in de laatste ronden nog een pittig gevecht om de 3e plaats, dat in het voordeel van Jannet beslist wordt. Theo Cloosterman verrast zichzelf door in 4.20 te finishen, bijna een uur sneller dan de eerste dag. Jos Hopman liep begin mei zijn laatste wedstrijd. Hierna heeft hij een meniscus operatie ondergaan. Vandaag in Diever maakt hij zijn comeback. Het ging nog niet soepel, maar hij heeft hem wel uitgelopen.
Mijn tijd is 4.27.41. Er zijn 9 uitvallers.
Dat het ultralopen zo af en toe ook nog leeft bij de media, blijkt uit het interview dat een journaliste van de KRO-radio na afloop had met Gerry en Horst. (programma 1 op de middag, datum en tijd worden nog gemeld).
Het is altijd weer feest als de lopers na afloop een biertje met elkaar drinken. Dit zijn de bijkomstigheden in de sport die er toe doen.
Tot slot wil ik de organisatie en de vrijwilligers (o.a. Teller Jan, de man van Ineke) bedanken. Knap dat ze 3 dagen lang ons alle ingrediënten verschaffen om er een prachtig sportief weekend van te maken. Zelfs de wespen zullen ze dankbaar zijn.
Vincent Schoenmakers
