In de Belgische krant De Morgen las ik deze week de verklaring waarom lopers zoals wijn beter worden met de jaren:
{b}Oudere lopers hebben snellere benen{eb}
Marathonlopers die ouder zijn dan vijftig hebben snellere benen dan jongere atleten. Dat blijkt uit nieuw onderzoek dat beschreven staat in het British Journal of Sports Medicine. Vooral bij oudere vrouwen zitten er nog een paar versnellingen extra in de benen. Professor Peter Jokl, orthopedist aan de Yale School of Medicine, vergeleek de tijden van de lopers van de New York City Marathon tussen 1983 en 1999. Hij ontdekte dat de vrouwelijke atleten tussen 50 en 59 elk jaar 2 minuten en 8 seconden sneller liepen dan het jaar daarvoor. Bij de jonge vrouwen tussen twintig tot dertig was er geen jaarlijkse vooruitgang, ze liepen ongeveer dezelfde tijd als het jaar daarvoor. Tussen de jongere en de oudere mannen is er ook een verschil in vooruitgang. De oudere mannen tussen 50 en 59 worden elk jaar 8 seconden sneller. De jonge mannen worden niet sneller, zij blijven ook dezelfde tijden lopen. “Oudere mensen worden steeds fitter”, zegt professor Jokl. “Ze bewegen steeds meer en hebben een erg goede conditie.” Jonge mensen hebben minder tijd om regelmatig te sporten en dus ook een minder goede conditie, vandaar dat ze nauwelijks vooruitgang boeken.
PS [van Ton Smeets]:
Afgelopen weekeind hoorde ik dat Horst Preisler ook aan een onderzoek mee heeft gedaan, waarbij de conclusie was dat oudere lopers een betere conditie hadden. De verklaring die bij dat onderzoek gegeven werd, was dat oudere lopers nog alleen maar aeroob sporten, simpelweg omdat ze niet meer anaeroob kunnen. Voor de conditie is dat alleen maar een voordeel.