Nederlands kampioene 100 km Joke Keuning geeft een indruk van haar zwerftochten voor en tijdens de RUN 04
———–
Ik dacht deze zomer in Italië vaak aan de uitdrukking “er leiden vele wegen naar Rome”, want iedere keer als ik met de ATB erop uit ging, verdwaalde ik hopeloos. In de Dolomieten leiden er bij elke berg wel 100 wegen naar boven. Er zijn voor de ATB nog geen gemarkeerde routes, maar je kunt wel een wandel/fietskaart kopen waar alle routes op staan. Een doolhof natuurlijk. Het leek zo simpel, ik had een route van 2 ½ uur uitgezocht, naar boven ging nog redelijk op schema, maar drie keer fout gereden. Maar bovenop kwamen te veel routes bij elkaar en kwam ik hopeloos in de problemen met de ATB op mijn nek, steil omhoog of naar beneden. Twee keer terug naar het uitgangspunt, maar de juiste route vond ik niet en na een uur geklauter, met de ATB op mijn nek, over rotsblokken, langs afgrondjes kwam ik weer in de bewoonde wereld. Twee uur later dan afgesproken kwam ik beneden, met zere voeten want de plaatjes onder mijn schoenen heb ik met te lange schroeven vastgedraaid. Tja, ik had weer lekker met mijn m’n fiets gewandeld.
De ATB heb ik toen maar gelaten voor wat het is. Tenslotte moest ik me voorbereiden op de 100 km van Winschoten, lopen en niet fietsen.
Ik dacht aan Winschoten, aan een kale polder met aan het eind van de spoorlijn een nederzetting, zoiets als Nagele. Nagele doorkruis je het liefst met je ogen dicht en dat kan ook in de Noordoostpolder want alle wegen zijn recht en lang. Maar niets is minder waar, er leiden vele wegen naar Winschoten en het stadje ziet er heel aardig uit.
Wij hadden met de Nederlandse ploeg onderdak in Vlagtwedde, 16 km buiten Winschoten. Vrijdag, zaterdag en zondag reden we heen en weer en Veron presteerde het om iedere keer een andere route te rijden. Soms verdwaalden we en reden door Oude Pekela of twee rondjes langs het casino in de middle of nowhere en kwam er in het pikkedonker een lange gondelvaartoptocht door het Winschoterdiep voorbij. Het is heerlijk om je zo te laten rijden, door Veron, die steeds maar weer de weg kwijtraakte, maar wat maakte het uit, we hadden lol, we zaten ergens tussen Winschoten en Vlagtwedde en ooit kom je wel weer waar je wezen moet.
Het weekendje Winschoten bestond uit veel wachten, wachten op de vlaggenparade, wachten op de pastaparty, wachten op de start, wachten tot eindelijk de zon onder ging, wachten op elkaar bij de finish, wachten op het feestje na afloop en wachten bij de ceremonie op zondag.
Het lopen van de 100 km is bij mij een beetje in een roes voorbij gegaan. Winschoten viert feest en het is vermakelijk om al die mensen langs de kant te zien zitten en het is knap dat ze dat zo lang volhouden. Ze bleven roepen: Joke, stop toch met koke, ik dacht Joke, stop toch met lope, maar dat rijmt niet (dat had ik pas een dag later door). Maar ik kreeg geen kramp, weinig vermoeidheid, geen kotsneigingen en geen poep- en plasproblemen. Gek genoeg ging het relatief gemakkelijk, behalve de pijn in mijn kuiten, waarvan ik had gedacht dat die het niet vol zouden houden. Maar de coach beloofde dat de boel niet zou afscheuren en gaf me nog zo’n mooie roze pil, onschuldig als ik ben heb ik toen alle pillen van Veron opgegeten.
Ook deze nacht/ochtend reden we weer een andere route naar Vlagtwedde, op weg naar ons feestje. Maar het feestje moest nog even uitgesteld worden omdat de anderen met onze huissleutel ook diverse routes aan het verkennen waren op weg naar Vlagtwedde. Er leiden namelijk ook vele wegen naar Vlagtwedde.
Er rijdt trouwens maar één trein, maar die reed dit weekend niet op tijd. Maar ja, het was dan ook feest in Winschoten.
Joke Keuning, Den Haag
joke.frank@casema.nl